×

Concert

16 november 2021

Veerkrachtig Le Guess Who? viert vier dagen lang verandering

“Hier. Maak maar zin”, gehoord terwijl een glaasje witte wijn van eigenaar wisselt. Het had champagne moeten zijn, maar dat ontbreekt in het assortiment van de bar ter plaatse. Kniesoor. Alternatief volstaat ook. En zin maken, dat is verder toch nooit nodig op Le Guess Who? (LGW) – het festival voor grensverleggende muziek en cultuur in Utrecht. Die zin, die heeft het zeer internationale publiek en dito artiestenarsenaal per se. Van cumbiametalpit-dansen op de vulkaan tot een kwartier politieke punk uit Marokko.

Het festivalposter-artwork van Koen Delaere zou een cesuur kunnen tonen; een links-rechts met knip in het midden. Maar in zijn gelaagde werken verschieten kleuren als je net vanuit een andere hoek kijkt al gauw en ook het hele beeld. Plat geslagen tot 2D doe je ze eigenlijk tekort; perspectief telt, overzicht ook en de vaststelling dat er niet één vaststaand gegeven is. Daarmee pikt LGW een uiterst treffend beeld, wat onder normale omstandigheden al een fraaie onderstreping van het festival is, maar dit jaar nog veel meer.

Want de coronapersconferentie van Rutte en De Jonge op vrijdagavond had een cesuur kunnen zijn. Of een valbijl zelfs die LGW de kop gekost had, halverwege. De organisatie besloot een stapje opzij te doen, naar de nieuwe regels te kijken en de rug te rechten. De schouders eronder zetten, leverde een paar nachtelijke uren later een nieuwe line-up op. LGW ging dóór. Zaterdag kreeg een programma tot 18.00 uur, op zondag werden alle concerten ‘seated’. Verandering is de enige constante op LGW en dat brengt het festival niet alleen in de praktijk, dat víert het ook. En met de organisatie en artiesten ook alle bezoekers, want klagen was er niet bij.

Irreversible Entanglements

LGW is dan ook al daverend van start gegaan. Op de openingsdag zakt De Ambassade weliswaar nog gruwelijk door het ijs met op zich kekke wavy deunen, maar een uitvoering die een derderangsschoolbandje betert, op het gênante af zo treurig. Maar Irreversible Entanglements zet direct orde op zaken. De ziedende freejazz had nog wel een tandje ruiger en harder gemogen, maar de groep (waarin Moor Mother op de allermeest juiste manier opgaat en géén hoofdrol opeist) laat de Amsterdamse wave-ers even horen en zien hoe je samenspeelt, als je je instrument wél beheerst en naar elkaar luistert. En als je nadenkt over een vertaling van je muzikale activiteit naar een podium. Hiervoor kom je naar een concert. Oren Ambarchi stuurt daarna elk geluid door een Leslie-speaker waardoor zijn hele set wat onvast, draaierig en wiebelig blijft aanvoelen. De golvende ambient rolt echter zwoel en zalvend door de Janskerk en LGW is weer van start.

Je kunt ook zeggen: LGW is los. Dát wordt vooral bewaarheid in EKKO op vrijdag. Dansen op de Latijns-Amerikaanse vulkaan voor gevorderden aan de Bemuurde Weerd alom, met een knetterend Duits intermezzo from outer space. Eerst Julián Mayorga die als de Colombiaanse broer van Martin Creed knotsgek door een hyperactieve set freaky digi-cumbia slaat. Olijk en verrekte knap. En ook: de perfecte opmaat voor de grootmeester van de analoge elektro-pop met het nodige futurisme en dadaïsme. Felix Kubin staat voor een opgewarmd publiek vol knaldrang. Hij laat zijn Korg dan ook knorren en ronken, de pittige beats rollen door de zaal en hupsend en heupwiegend richt een volgepakt EKKO de blik op een wereld zonder zorgen over corona, lockdowns, persconferentie en dergelijke aardse beslommeringen.

Dat je kunt knallen op alles wat lijkt op een deun of een beat blijkt daarna wel. Het tenenkrommend slechte Conjunto Papa Upa is een poging tot Altin Gün voor Caribische muziek, maar zo plat als een dubbeltje: veel kapsones, weinig tot geen wol. De horkerige swing van deze band is even soepel als de heupen van Sybrand Buma. Nee. We mogen graag een lans breken voor meer Nederlandse acts in het hoofdprogramma van LGW, maar dit en De Ambassade doen dat pleidooi bepaald geen eer aan, maar EKKO maalt daar niet op en zet nog net geen polonaise in.

Etran de L’Aïr

Wie wel zo goed als altijd een plekje in het hoofdprogramma mag houden, is Pedro Ojeda. Of het nou met Los Pirañas is of met één van zijn vele andere projecten: het is altijd spetterend verrassend en muzikaal briljant wat hij brengt. Plus: met de nodige humor. Chúpame El Dedo trekt dan ook een lekker lange neus naar iedereen die in hokjes wil denken. Grindcorecumbia, iemand? Dat komt wellicht het dichtst in de buurt, maar dekt de lading nóg nauwelijks. Hard, ‘satanisch’, snel, swingend, knotsgek, noisy… EKKO knippert twee keer met de ogen en verandert in een kolkende massa lichamen.

Na een ongetwijfeld lange avond productioneel peentjes zweten, begint LGW op zaterdag onder het nieuwe coronamaatregelengesternte gewoon weer. De veerkracht van de organisatie slaat over op alle aanwezigen. Iets met een schuitje en er samen inzitten. En laten we wel wezen: dat was toch al de kracht van LGW door de jaren heen, die op een moment waarop het nodig is, zoals dit des te meer welkom is en gevoeld wordt.

Want dit festival is meer dan de namen op de poster. Acts die je headliners zou kunnen noemen, zoals Bohren & der Club of Gore of The Limiñanas vallen van het programma dat om 18.00 uur moet stoppen. Bezoekers duiken nog eens in de line-up, trekken een nieuw plan, ontdekken andere artiesten en hebben een voortgezet geweldig weekend. Of: een voortgezette viering van de verandering.

Vladislav Delay

Zin maken was dus ook niet nodig. Op zaterdagmiddag rond de klok van twee uur al stuurt Vladislav Delay zijn eerste noise en beats de zaal in. Geruggensteund door kleurrijke, sprankelende live visuals door AGF trekt de Fin een hoogpolig tapijt aan shoegaze-elektronica op waarin het heerlijk zwelgen is. Het ene moment laat hij de zaak dichtlopen als Lawrence English, het andere ketsen de Alva Noto-achtige beats rond of waan je je in het gezelschap van wijlen Mika Vainio. De Keniaanse metal van Duma beklijft aan het begin van de show niet genoeg, Siti Muharam’s taarab daarentegen palmt in en ontroert. Niet veel later zorgt het uitbundig Ethio-rockende Etran de L’Aïr in een dampende Cloud Nine voor een dik feestelijk uitroepteken op een dag die mineur had kunnen zijn, maar dat liet LGW zich natuurlijk niet gebeuren.

Het hoogtepunt van LGW dit jaar moet die zaterdag nog beginnen. Antye Greie speelt als AGF de meest punk as fuck-set van het festival (niets ten nadele van Taqbir, zie hieronder). Compromisloos zoals Linda Sharrock dat eerder was op LGW, of Han Bennink. Greie zet haar lijnen uit, doet wat zij wil en sleurt LGW mee. Langs gesproken woord waarin haar stem vakkundig vervormd wordt, maar steeds verstaanbaar blijft, naar beats die tot in de perfectie geboetseerd zijn. Fragmenten zinnen laat ze dwarrelen om ze niet meer op te pakken, maar wat intellectueel kinaaiend geneuzel had kunnen zijn, is in haar vaardige handen intelligent verwarring stichten, open laten, niet vastpinnen en zelfs een concert vormgeven als een vierde-wand-slechtende dialoog. We hebben allemaal een stem, gebruik die dan ook – zo valt één van de lijnen die Greie uitzet, samen te vatten en zo eindigt ze ook: met de zaal schreeuwend, zingend, neuriënd of wat je maar wil, terwijl zij door het publiek loopt: “No mic. No hierarchy”.

Taqbir

Greie heeft een jaar of dertig ervaring op de (punk)bühne. Componist Matthew Wright is slechts een jaar of tien ouder. Ensemble Klang speelt op zondag in Theater Kikker zijn multimediale nieuwe werk Thrift Hybrids. Een stuk dat noties van fragmentatie fragmenteert en atomiseert. Maar wat een op hol geslagen schots en scheve zap-marathon lijkt, blijkt een intrigerende reflectie op grondslagen van muziekbeleving en -productie anno nu, tussen live en opgenomen, tussen verrassing en herkenning, tussen observeren en participeren. En: hier en nu versus wat komt. Of beter: een hybride in plaats van een versus. Die niet-cesuur dus, die in het stuk belichaamt wordt door een paar momenten waarop een instabiele dissonante lijn getrokken wordt door het ensemble. Als een rode draad die Greie ook al vierde, die LGW zélf per se ís: het lijkt misschien los zand, het komt wel degelijk ergens vandaan, komt op zeker en de facto samen, ook.

Samen-zijn in een gezellige vorm is niet het streven van het Marokkaanse Taqbir. Incognito omdat hun politieke stellingnames wel eens levensbedreigend zouden kunnen zijn, knallen de vijf hun volledige oeuvre door de Pandora in een kloktijd van zeventien minuten (de twee hyperkorte shows dit weekend zijn hun eerste live-optredens ooit!). Verzengend woedende hardcore buldert, gromt, blaft, bijt en vooral: schopt zoals het hoort tegen heilige huizen en vastgeroest ‘denken’. Heel wat braver eindigt Aksak Maboul het festival. Op social media werd de show van deze Belgische groep omschreven als een combinatie van Stereolab dat nummers van Robert Wyatt speelt (in het Frans gezongen, voeg ik daaraan toe), met live-tekeningen (of: creatief-met-ecoline). Je zit. Je hoort. Je had dit op een normaal LGW misschien vijf minuten gegeven en opeens ben je ondergedompeld in een progrockbad dat op zondagavond soezerig genoeg maakt om te besluiten geen lange rijen meer te gaan trotseren voor Sons of Kemet of OSEES.

Veerkracht dus. Naast verbroedering. Naast woorden als hoorn des overvloeds of van dergelijke strekking die LGW eerder ten deel vielen. Veerkracht als trefwoord? Nee, toch niet. Als je wil weten wat je krijgt, blijf je thuis. Wie op LGW is, viert de verandering. En het ongewisse dus. Zoals bij Aksak Maboul, Taqbir. Zoals in verhevigde en ronduit briljante mate bij Ensemble Klang en AGF. Zoals ook: in de wetenschap dat er ook nog een online programma (COSMOS) is en dat je altijd nog met hetzelfde open vizier door het blokkenschema kunt gaan om te horen wat je allemaal niet gezien en gehoord hebt. Vooruit: laat één ding dan zeker zijn, toch nog en dat is dat wie van nieuwe muziek houdt 100% zeker present tekent op Le Guess Who? 2022 – hét festival der festivals, bij uitstek.