×

Concert

15 juli 2019

Tomeloze energie van James Brandon Lewis en Joe Jackson op NSJ Dag één

Geschreven door:

• fotografie door Richard Sinte Maartensdijk

Vrijdag 12 juli 2019, we maken ons op voor een nieuwe editie van North Sea Jazz. Terwijl flinke hoosbuien de havenstad overtrekken en de wegen rondom Rotterdam zich vullen met enorme files banen we ons een weg naar Ahoy. Ahoy staat inmiddels flink in de steigers. Februari van dit jaar is een grote verbouwing gestart en op de derde dag van North Sea Jazz wordt de eerste paal geslagen voor een nieuwe concerthal voor maar liefst 7.000 bezoekers. Deze hal is vanaf 2021 beschikbaar en we zijn benieuwd wat dat betekent voor Nederland’s grootste jazzfestival, waar lang niet alleen jazz te horen is, dat weten we. Nog meer keuzestress? Of misschien wel en dat hopen we, meer plek voor de vele jazztalenten, die in de huidige setting veelal in kleinere zalen te zoeken zijn, waarbij je erg op tijd moet zijn om nog binnen te komen.

Dafnis Prieto BigBand - RichardSinteMaartensdijkMaar nu eerst 2019! We starten in de Madeira, boven in het complex, een fijne zaal waar meestal voldoende ruimte is, met de Zuid-Amerikaanse en Europese combinatie met Dafnis Pietro en de Aarhus Jazz Orchestra. Het gezelschap onder leiding van de in ’74 op Cuba geboren drummer en componist, die zich in 1999 in New York vestigde, brengt een interessante symbiose van latin en westerse bigband arrangementen. In het stuk Triomphe on Jorney horen we boeiende fragmenten met de blazerssectie, op een fundament van stevig bas- en ritmewerk. De Cubaanse invloeden horen we subtiel. Het is een mooie binnenkomer in Ahoy.

Met Steve Gadd in de Hudson maken we de switch naar de degelijke fusion van deze meesterdrummer. Lees hier het interview dat wij enkele jaren geleden publiceerden. De zaal – en de Hudson is best groot – zit stampvol. Met Walt Fowler (trompet), David Spinozza (gitaar), Kevin Hays (toetsen) en Jimmy Johnson (bas) aan zijn zijde. Spinozza en Fowler hebben hun sporen verdiend in de popmuziek en Hays kennen we onder andere van zijn samenwerking met Joshua Redman. Met One Point Five van hun laatste album uit 2018 beleven we een fijn in het gehoor liggende compositie waarin we een latin ritme horen en mooie solo’s van Fowler en Gadd zelf, die het vak nog lang niet verleerd is. We vermaken ons prima met opeenvolgende stukken Oh Yeah en Sly Boots, waarbij Gadd zijn band draagt met zijn zeer begaafd drumwerk dat gelardeerd wordt met het lekkere solowerk van Hays op zijn Rhodes en Fowler die een hele goede indruk maakt.

De Darling, de grote zaal die vanaf vorig jaar bij de ingang in Ahoy geplaatst is, is vanavond vrijwel de gehele avond het domein van John Zorn. Met zijn project Bagatelles. Voor dit muziekboek schreef hij in 2015 maar liefst 300 composities. Zorn is enorm productief en beweegt zich niet zelden buiten de begaande paden met muzikale experimenten. Het is vanavond in de Darling ook zeker niet standaard. Zorn programmeerde maar liefst veertien verschillende ensembles met daarin onder andere Erik Friedlander (cello), Craig Taborn (piano), John Medeski (orgel) en zijn eigen formatie Masada. Voordat Zorn begint met spelen maakt hij een duidelijk statement: zijn muziek is uitsluitend bestemd geïnteresseerde luisteraars. Aldus sommeert hij de persfotografen om direct te vertrekken. Zijn dringend verzoekt aan het publiek om geen beeld- en geluidsopnames te maken, wordt beantwoord met applaus. Mogelijk misverstand over zijn eigenzinnigheid is beslecht. De focus op het kleine, de bagatelle, heeft een grootse uitwerking in handen van de excentrieke grootmeester. In een oogwenk ontvouwt Zorn met zijn groep Masala een caleidoscopisch perpectief van hyper-energieke microthema’s. Niet luisteren naar deze exploderende muziek is geen optie. Het tegendraadse spel van Zorn (1953) is innemend. Trompettist Dave Douglas volstaat met een spervuur van knetterende noten en ironische frasen. Na deze eerste set volgt het virtuose samenspel van violist Mark Feldman en pianiste Sylvie Courvoisier. Dat refereert aan het tomeloze van Cecil Taylor, in een vorm die ruimte laat voor betovering. [tekst set 1 en 2: Roland Huguenin]

Na Masada treden Erik Friedlander en Micheal Nicolas, beiden cello, aan. Ze interpreteren de Bagatelles. op een wijze die het meest doet denken aan klassieke kamermuziek. Het klinkt frivool maar ook verstilde en subtiele gedeelten die het publiek in de Darling stil maken. Het geeft een intieme sfeer in de grote zaal. Hierna wordt het tijd om een “pump version of the Bagatelles” ten gehore te brengen, zo kondigt Zorn aan. Een gewaarschuwd mens telt voor twee en met twee oren zijn twee gehoorbeschermers bij de volgende set geen overbodige luxe. Met Will Greene (gitaar), Simon Hanes (bas), Aaron Edgcomb (drums) wordt een volume de zaal in geblazen waar je U tegen zegt. De head banging Green en zijn kompanen maken er geen bagatel (kleinigheidje) van. Hierna neemt Craig Taborn het stokje over. Een pianist om te volgen. Zie bijvoorbeeld ons eerdere verslag in Leuven. Hij interpreteert de Bagatelles op zijn geheel eigen wijze met een prachtige moderne uitwerking van de thema’s en fraaie improvisaties. De mimiek van Taborn is mooi om te zien, zijn hele lichaam mee bewegend en zijn handen links en rechts wisselend over elkaar. We beëindigen de Zorn sessie – die ook hierna nog doorgaat – met het John Medeski Trio: Dave Fiucynski (gitaar), John Medeski (hammond orgel) en Calvin Weston (drums). Ook hier is het gebruik van oordopjes best aan te bevelen. Enorme power met wilde structuren en heftige ritmes is het resultaat van Medeski’s interpretaties van Zorns werk.

Gary Bartz - RichardSinteMaartensdijkHierna vervoegen we ons tussen het gezellige publiek door richting Hudson aan de andere zijde van het Ahoy complex. Mooi is het dat er sinds vorig jaar aan de achterzijde van de Hudson een nieuw buitenterrein is gecreëerd, waar het goed toeven is en doorgaans niet zo druk. Niet verder vertellen! In de Hudson worden we getrakteerd op de muziek van Gary Bartz (alt sax), met onder anderen Ravi Coltrane (sax), Charles Tolliver (trompet) en Nasheet Waits (drums). Bartz, van 1940, is een oudgediende die o.a. gewerkt heeft voor Art Blakey’s Jazz Messengers en met Miles Davis toerde hij door Europa. Bartz zegt het publiek: “Ears are an art form that needs music”. De formatie brengt mooie jazz met veel power en expressie. De opvallende trompettist Tolliver maakt veel indruk, niet alleen met zijn solo’s, maar ook door zijn karakteristieke houding, die een beetje aan Davis doet denken. Voor jazzkenners op leeftijd moet hij geen onbekende zijn. Ooit maakte hij de dubbel-LP – later nog een keer op CD uitgebracht – Live at the Loosdrecht Jazz Festival – op zijn eigen label Strata-East. Tolliver was een pionier als het gaat om artiesten die hun eigen label oprichten in de beginjaren ’70.

In de kleine zaal Yenisei staat even later het James Brandon Lewis UnRuly Quintet, met James Brandon Lewis (tenor sax), Jaimie Branch (trompet), Ava Mendoza (gitaar), Luke Stewart (bas) en Warren “Trae” Crudup III (drums). Vorig najaar zagen we hem nog in Brugge. Dit jaar bracht Lewis zijn nieuwe album An Unruly Manifesto uit, dat een ode is aan het werk van Charlie Haden. Door Vera Vingerhoeds worden ze ingeleid als tegendraads, de vrijheid in de muziek opzoekend en surrealistisch. Mendoza begint het eerste nummer met een subtiel, herhalend thema, waarmee Stewart simultaan meeloopt met de baspartij. Als Lewis en Branch zich er bij voegen met hun blaaspartij zwelt het nummer langzaam in volume aan en wordt het ruiger en ruiger tot dat het uiteenspat in een massaal klankbeeld. De verschillend bandleden herhalen elkaar regelmatig met patroontjes, soms met staccato tonen. Er zit enorm veel power en creativiteit in het werk van Lewis. Ze vervolgen de set met verschillende werken waarin Lewis’ achtergrond, hij groeide op in de traditie van gospel en soul, niet wordt verbloemd. De temperatuur in de Yenisei loopt behoorlijk op, niet alleen door de drukte van het aangestroomde publiek, maar ook door de tomeloze energie van Lewis zelf.

Robert Glasper - RichardSinteMaartensdijkRobert Glasper (toetsen) is dit jaar artist in residence. En dat betekent dat we hem dit weekend drie maal kunnen zien met formaties van wisselende samenstelling en op verschillende podia. Het eerste optreden is geprogrammeerd in de Congo, de grote tent achter op één van de buitenterreinen. Net zoals Lewis, komt Glasper uit de traditie van de gospel. Als tiener trad hij al op in de Baptistenkerk waar zijn moeder, jazzzangeres, muzikaal leider was. Vanavond is het vooral hip hop en rap. Glasper treedt op met Yasiin Bey (vocals, rap), Derrick Hodge (bas) en Chris Dave (drums). Yasiin Bey, die in ’78 in New York geboren werd als Dante Terrell Smith en eerder de artiestennaam Mos Def had, werkte al eerder intensief met Glasper samen met zijn project Robert Glasper Experiment. Dat betekende optredens over de hele wereld, waarbij Glasper jazz en hiphop combineerde tot een eigen sound, die zo kenmerkend is geworden voor zijn werk. En zo ook vanavond. Complexe jazzharmonieën worden door Glasper moeiteloos verwerkt in composities die qua ritme passen in het spectrum van hiphop. De raps van Yasiin Bey brengen het publiek in de Congo in vervoering. Prachtige opener van de artist in residence. We zijn benieuwd wat hij zaterdag en zondag zal brengen.

Op weg naar het volgende omcirkelde concert in het blokkenschema, kunnen we het toch niet laten om nog even bij de Nile binnen te lopen waar zo’n 10.000 bezoekers, wat een massa, zich vermaken met de nog immer krachtige zang van Joe Jackson. Hij blijft boeien deze oude rot met z’n venijnige stemgeluid en zijn strakke band met onder andere – nooit van zijn zijde geweest – bassist Graham Maby. We kennen ze allemaal: You can’t get what you want, till you know what you want, I am a man (with a jojo) en Steppin’ Out. Heerlijk om zo even weg te mijmeren met herinneringen aan de jaren ’80. De nog steeds productieve Jackson brengt overigens ook nieuwe nummers van zijn recente album Fool.

Drommen bezoekers proberen vervolgens in de Amazon te komen, waar de Braziliaanse gitaarlegende Gilberto Gil met zijn orkest optreedt. De oude meester, één van de leidende figuren in de traditie van de Tropicália, naast Tom Zé natuurlijk, heeft nog heel veel aantrekkingskracht. Hij werkte samen met de onlangs overleden João Gilberto. Met zijn progressieve houding die kenmerkend is voor de Tropicália, week hij ooit uit naar London. Maar toen de politieke situatie in Brazilië ten goede keerde trok hij terug naar zijn geboorteland, waar hij het zelfs bracht tot minister van cultuur. In Ahoy is hij echter niet meer wat wij van hem verwachtten. Een mat optreden waar we de bevlogenheid missen die we van Gil wel kennen. De gouden randjes zijn er vanaf bij Gil en als hij zijn kleindochter vocaal laat soleren wordt het bijzonder sentimenteel, maar ontbreekt de muzikale virtuositeit die je van zo’n ster mag verwachten. Een reden om niet lang bij dit concert te blijven.

Jose 'Pepito' GómezAls we het toch over Zuid-Amerika hebben, dan vervolgen we onze muzikale reis graag naar de Hudson waar Orquesta Akokán optreedt. Het orkest is een project voortgekomen uit de samenwerking tussen de Amerikaanse producer Jacob Plasse, pianist Michael Eckroth en de Cubaanse zanger uit de traditie van de mambo José ‘Pepito’ Gómez. Gómez is groot geworden met vermaarde orkesten als Buena Social Vista Club en Los Van Van. Akokán betekent ‘uit het hart’ en dat laat dit gezelschap heel duidelijk zien en horen. Zo beetje elke vrije vierkante meter tussen het podium en de stoelen wordt benut door dansende stellen. Gómez maakt er een groots muzikaal feest van, door de muzikale Cubaanse ziel met de mambo en de zo karakteristieke ritmes rechtstreeks over te brengen op de laaiend enthousiaste luisteraars. De oude traditionele songs uit de jaren ’40 en ’50 worden gemoderniseerd in een hedendaagse stijl gebracht, met de strakke en professionele bigband. Één van de hoogtepunten van de vrijdagavond in Rotterdam!

Aan het einde van de avond komen weer tot muzikale rust bij de performance van Nik Bärtsch’s Ronin. De Zwitserse pianist staat bekend om zijn spirituele muziek waarin elementen van jazz en funk worden samen gebracht met strakke ritmes. Het staat dan ook in schril contrast met het swingende feest even te voren in de Hudson. Dat is ook wel het mooie van North Sea Jazz, je kunt dus ongestraft shoppen bij de vele muzieksoorten die er in de verschillende zalen en buitenpodia te vinden zijn. De rust is indrukwekkend in de grote zaal, waar het publiek met het fraaie werk en klankspel van Bärtsch aardig zen begint te geraken. Bärtsch, gekleed als een zenmeester weet het publiek te betoveren en voor ons is het een mooie afsluiter van de eerste avond North Sea Jazz 2019.

Meer North Sea Jazz 2019: