×

Concert

11 april 2023

Rewire 2023: Van mislukte basisschoolmusical met Eurovisietrekjes tot vlijmscherp virtuoos concert van het jaar

Was het wat, dat Rewire Festival in Den Haag? Het antwoord op die vraag kan het doel van een recensie zijn. En het hoofdargument daarvan vormen. Ja en heel erg zeker ook: Nee niet altijd, luidt het allesbehalve eenduidige antwoord echter. Wat dan weer goed past bij de zeer fluïde en niet in hokjes denkende-mentaliteit die het festival met genoegen omarmt en zelfs thematiseert. Natuurlijk: alles hangt af van je keuzes en route door de tientallen acts en vele zalen in de Haagse binnenstad. Lange rijen trotserend, kom je bijvoorbeeld tot dit rapport. Het resultaat van twee magere, matige dagen en een grande finale-zondag.

Eerst, de rapportcijfers

Als lezer heeft u toch geen idee van de dagindeling, maar zo komen we meteen tot de crux. Wie kan er wat van?

  • Maria Chavez & Mariam Rezaei & Victoria Shen – 10
  • Moin – 9,5
  • Pierce Warnecke & Matthew Biederman – 9,5
  • Zoë McPherson & Alessandra Leone – 9
  • Dale Cornish – 9
  • Soundwalk Collective & Patti Smith 8,5
  • Ellen Fullman & The Living Earth Show – 8
  • Coucou Chloe – 8
  • Oren Ambarchi & Johan Berthling & Andreas Werlin – 7,5
  • Morita Vargas – 7
  • Amnesia Scanner & Freeka Tet – 7
  • Slikback x Weirdcore – 7
  • Cobey Sey – 7
  • Osheyack – 6
  • Fever Ray – 3
  • Rainy Miller – 3
  • Maopa Mazzocchetti – 2
  • Sarahsson – 1
  • Alto Arc – 0

En nog een paar inleidende woorden

Rewire noemt zichzelf een festival voor avontuurlijke muziek. En sinds 2011 wordt daar in een programma zonder heel harde thematische sturing en zonder gastcuratoren (zoals Le Guess Who? Festival die kent) invulling aan gegeven, tussen hedendaagse elektronische muziek, neo-klassiek, (new) jazz, alt-pop en geluidkunst. En Rewire staat bekend om bij-elkaar-gezet-programma’s: je brengt een paar artiesten samen op een podium: kijken wat er gebeurt.

Wat dit jaar opvalt, is dat het festival inclusiviteit op een progressieve manier thematiseert. Niet eens per se als curatoriële rode draad, maar door in programmabeschrijvingen nadrukkelijk de klemtoon te leggen op bijvoorbeeld de queerness van bepaalde acts. Het niet-uitsluiten en bewust brengen van een breed scala aan identiteiten, achtergronden, culturen et cetera is buitengewoon lovenswaardig en verdient navolging. Ook met accenten en onderstrepingen zoals Rewire die maakt.

En je voelt het vast al aankomen. Er is een groot maar. Want áls het al zo is dat Rewire door een progressief programma (vooruitstrevender dan Den Haag door het jaar vindt in de zalen) een progressiever publiek trekt (zeer twijfelachtig bij sommige concerten in ieder geval), moet het dan een bonus zijn dat de concertzaal het Paard zich gaat afvragen of het voor genderneutrale toiletten moet gaan zorgen, terwijl een, als hét queer-wonderkind op het schild geheten, act als Sarahsson hemeltergend genant door het ijs zakt met een kitscherige non-performance die in niets waarmaakt wat de poehapraat in het programmaboek belooft?

Vanzelfsprekend hoeft het één het ander niet uit te sluiten, maar het is misschien ook fijn als de emancipatie op een vooruitstrevend festival ook vanaf het podium kan spreken. Of in ieder geval goed spreekt, wanneer het festival zélf de identiteit van de artiest zo hoog opspeelt en thematiseert.

Het slechte nieuws

Laten we meteen onderaan beginnen. Je zou volgens de feedbackregels moeten zeggen dat er verbeterpunten zijn of uitdagingen. Voor Alto Arc liggen die in het zoeken van een andere baan. Eerlijkheid is immers ook wat waard.

Rewire zegt dat het “risico’s wil nemen” door bijzondere liveshows mogelijk te maken – dit was het live-debuut van het project. En Rewire staat muzikaal vast helemaal achter de primetime headlinepositie voor deze act (luister zelf voor de grap eens en probeer voorbij de Eurovisiekitsch-associaties te komen). Maar “risico’s nemen”, is een stoplap geworden voor: alles kan en ik neem als programmamaker geen enkele verantwoordelijkheid. En daarmee een zwaktebod in het kwadraat.

Het programmaboek rept van een ‘commission’. Een opdrachtwerk. Klinkt chique. Nogal wat festivals helpen makers dan met het proces van het bouwen van een liveshow. Dat is hier niet gebeurd. Anders was dit niet over de matig gevulde grote zaal van Paard uitgestort.

De voorstelling heeft nog het meeste weg van een basisschool-eindmusical die door een niet al te snuggere, cosplayende ex-goth in elkaar gefietst is, met dien verstande dat dáár dan vast wél live gezongen werd. Nepbloed, martelwerktuig-elektrische stoel, stukje theatraal met enorme engelenvleugels wapperen. Mensen toch. Ach, gossie.

Wat het muzikaal moet voorstellen? Operette-ke-tette-achtige zang die niet live is van haar. Gebrul alsof ver weg de klok heeft horen luiden qua wat metal of industrial is, maar dat vooral zielig gezever is in plaats van verpletterend gekrijs, van hem. En wat half-industriële soundscapes die eng waren in een spookhuis in de 80s, maar nu vooral op de lachspieren werken. Opera voor mensen die niet weten wat zingen is. Of muziek maken. Totaal onverstaanbaar ook nog eens. Als je al zou horen waar het over gaat, dan komt het trouwens niet verder dan de diepgang van tienerkamerrijmelarij of fantasy voor mensen zonder vrienden. Die hadden dit kwartet namelijk kunnen vertellen dat het muzikaal en theatraal zwaar onder de maat is allemaal.

Als Eurovisie-inzending voor een Oost-Europees land zou het niet door de voorrondes komen, hier staat het beledigend slecht te zijn op het hoofdpodium van een festival dat zo haar goede naam te grabbel gooit. Want menige act krijgt te horen dat er geen plek is of geen geld, maar dit soort bedroevende en vooral ook gemakzuchtige rommel krijgt de volle mep, inclusief de beste plek en de felste spotlights.

Wachten bij de lantaarnpaal

Minder totaal onbegrijpelijk is dat Fever Ray op diezelde plaats staat. Voor de vele fans een enorm genoegen. Ze eten uit de hand wat ook wel omschreven wordt als: een Liza Minnelli-tribute act die half-niet, half-wél live speelt door een repertoire van weinig dynamische deunen die ergens het midden houden tussen Depeche Mode en Soft Cell. Althans, als niet-fan zag en hoorde ik precies dát.

Het blijkt echter dat de volgepakte zaal diep geraakt wordt. Of, zoals iemand beweert (en ik parafraseer): misschien is er wel niemand die sinds David Bowie zoveel voor de muzikale en seksuele identiteit van zoveel mensen gedaan heeft, als Fever Ray. Waarvan dan akte. Ze hebben een lantaarnpaal bij zich. Ik sta als Godot nog steeds niet-begrijpend te wachten.

Vulploeg

Je moet je programma ook vullen, dus er piept ook wat middelmaat voorbij. Niet erg, geen Alto Arc. Maar met Osheyack’s deuntjes win je de oorlog op de dansvloer ook niet hoor. Dit zijn slappe demo’s die Black Sun Empire subiet gewist zou hebben van elke harde schijf. En wat Slikback met visual-grootmeester Weirdcore (waarom werden de beelden op postzegelformaat geprojecteerd eigenlijk?) doet, is ook nogal gedateerd. Lees: dit zag je en hoorde je letterlijk tien jaar geleden al op Gogbot.

Oren Ambarchi heeft goede vrienden bij zich op drums en bas en hoewel voorspelbaar, knettert zijn set in de statige Koninklijke Schouwburg na een wel erg lange opbouw lekker venijnig. Morita Vargas droomt zich met haar bellenblaaselektronica vast vaker een weg naar festivalpodia en stiekem hoop je dat Amnesia Scanner eens een zitconcert mag doen. Na enorm lange productionele paniek (niet aan de act te wijten!), komen ze met een strobe-video-beats-bass show met heel veel tekst van Freeka Tet op de proppen. Midden in de nacht. En dan gaat de boodschap: floeps, over de hoofden. Eens een keer zitten, bijvoorbeeld in het machtige Amare en echt hóren wat er gezegd wordt: graag.

Hangen

Precies dat levert Patti Smith. Jawel. De grande dame zelf, met het Soundwalk Collective. Op de slotdag als min of meer de slotact. Kost zo’n bom duiten dat je zelfs moet bijbetalen, maar dan krijg je ook een gloedvol gloeiende prachtpreek vol poëzie over Chernobyl en het klimaat, Medea en Pasolini (altijd fijn om Willem Dafoe op groot scherm te zien!). Een beetje vlak is de muziek; niet bijtend of gruwelijk intens. En Smith’s voordracht is véél qua woordenstroom, maar bezield, bevlogen en doorleefd. Plus: mark my words: dit blijft hangen. Eerder zag ik Soundwalk Collective met Nan Goldin. Liep naar buiten en dacht: mwah. Nog jaren en jaren later komen soms flarden in herinnering boven: warme herinneringen, ontroerende fragmenten. Dit is meer dan mwah. Veel meer.

Kopgroep

In de voorhoede van Rewire 2023 vinden we verder de splijtende beats met geweldige live visuals van Zoë McPherson & Alessandra Leone. Ze spelen de plaat Pitch Blender live en dáár kun je zien hoe leuk getalenteerd zijn en samen moois maken ook is. Ze gaan volledig op in hun hectische werkstuk en genieten zelf met misschien wel de volste teugen. Die energie slaat moeiteloos over op de kolkende volle Kleine Zaal (die op Rewire eigenlijk altijd veel te vol mensen gepropt wordt).

In de kelder van de Grey Space is Dale Cornish – by far – de coolste man van Rewire. Gouden sportjack, voile om het hoofd en gáán met zijn rafelrand elektronica: knetterstrak geproduceerde beats en flarden melodie waar hij in dichterlijk realisme overheen spreekt als een hedendaagse mutant van het vocabulaire en deels ook de klank-esthetiek van Coil. Diep doeltreffend.

Vakmensen

Moin haalt écht iets kunnen met je instrument naar 2023 en focust zich collectief op drumster Valentina Magaletti die het hart van deze verschroeiende nu-shoegaze act vormt. Stuwend, bezwerend, vervoerend in bondige nummers, boordevol dynamiek bewijst Moin dat echt talent altijd komt bovendrijven en het allermeest beklijft.

Dat blijkt ook wanneer Pierce Warnecke met Matthew Biederman de vinger weer op de zere klimaatplek leggen in een stuk voor visuals, elektronica, zeer divers percussie-instrumentarium, basklarinet, cello en viool. Donderend geraas, subtiele melodieuze lijnen, intrigerende granulaire effecten in beeld en in geluid en een inherente logica tussen de spelers die allen de nodige kilometers in hun vak gemaakt hebben, met onder anderen Gareth Davis aan boord. Drone en hedendaagse compositie in één: dit soort risico smaakt wél naar meer.

Meesterlijk

En als je het dan hebt over mensen die iets kunnen, met meer dan een beetje talent in hun donder en virtuositeit om je vingers bij af te likken, dan kom je uit bij het trio Maria Chavez, Mariam Rezaei, Victoria Shen. Hun gezamenlijke verkenning van vinyl en draaitafels als medium en instrument, als instant-composing tool an sich, is zonder enige twijfel het concert van het jaar tot nu toe.

Chavez duwt de naald in en uit de groef. Legt scherven van platen op en roffelt met haar vuist op de wiebelende draaitafel. Ja, chance operations. Maar weloverwogen, bedachtzaam, beheerst. Shen speelt met haar bricolage aan draaitafel-achtigen. Armpjes vallen van platen en roestige spijkers krassen door groeven. Ze speelt platen af met haar eigen nagels of met andere tussen-middelen. Rezaei houdt in het midden de zaak bij elkaar met haar digital vinyl set, waarmee zij (virtuozer vind je muzikanten niet gauw op een festival als Rewire) gelaagde substraten aan vervormde samples aaneenrijgt en stapelt.

Meesterlijk worden de handelingen van de drie in beeld gebracht en smaakvol groot op scherm getoond. Je voelt je de plaat. Je waant je de naald. Shen laat haar zweep nog een paar keer knallen. Om de nadruk te leggen om het hier, nu, het tactiele, de ruimte.

Nog maar een jaar of 40 geleden was het ondenkbaar geweest dat een vrouw deze muziek zo op een podium gebracht had, zo zegt Chavez, laat staan deze drie, samen. Zo radicaal, zo inspirerend, zo matter of factly de kracht van hun samenspel en hun muziek en hun virtuositeit vierend kan een (co-)commission van een festival als Rewire dus ook zijn.

Ja, dat Rewire. Dat was wel wat dit jaar. Meer dan wat, meer dan een beetje.

Foto’s: Jan Rijk, Percifal Werkman en Pieter Kers