×

Concert

12 november 2018

Le Guess Who? 2018 – ZATERDAG: Het weefsel van het wereldwijde wonder dat muziek heet

Le Guess Who? rolt de loper uit. Het festival heet de bezoekers welkom door hen over de poster te laten lopen bij de ingang. Niet om deze met voeten te treden, maar als een aardedraad, die alvast contact maakt. Het affichebeeld stelt dan ook een kleed voor (dat ook als merchandise te koop is) – een weefsel is het, met invloeden van over de hele wereldbol. Een kleed bovendien dat een warm welkom biedt, als in: huiselijk. Het festival mag dan goedmoedig bezit hebben genomen van zo goed als heel Utrecht, de sfeer die het ademt is persoonlijk, familiair, aangenaam – als bij een verwelkomend haardvuur bij guur weer buiten.

Het LGW-weefsel viert muziek uit alle windstreken. Je kunt het avontuur of exotiek noemen, maar daaraan heeft LGW geen boodschap. Sterker: we zijn met zo’n zeven miljard op de aardkloot en we zullen maar een fractie horen van wat er aan muziek gemaakt wordt en daarvan is het festival dan ook nog maar een selectie. Kortom: hoe meer je weet en hoort en hoe meer je weet wat je nog niet gehoord hebt. En precies dát is een reden voor een feestje – voor dit festival.

lgw-2018

Garen spinnen

De brille van LGW ligt erin dat dát niet een stressgevoel van ‘dat moet dan ook nog’ oplevert, maar je omarmt als een hoorn des overvloeds. Het volle programma is met geen mogelijkheid totaal te zien en horen. Dus doe je huiswerk vooraf: hoor je veel of alles al eens, kort wellicht. Tijdens LGW weef je door de gemoedstoestand van het moment je eigen kleedje dag voor dag. En daarmee ga je door na het festival, net als met het opzoeken van acts die je niet gezien hebt. Bij die LGW-energie spint de muziekliefhebbers nog lang garen. Een jaar verder strijkt het gilde van door die wol geverfde liefhebbers weer neer op het tapijt, dat her en der wat kale plekken vertoont en nieuwe franjes kent.

Kroon

Op zaterdag is het druk, zonder dat het dringen wordt in TivoliVredenburg. Midden op het kleed prijkt immers de naam van Devendra Banhart die ook een deel van het programma mocht cureren. En voor hem loopt de Grote Zaal voller dan vol. Zijn onvaste zang en na jarenlange oefening nog steeds onhandige podiumpresentatie steken de Koning en Keizer van deze dag nauwelijks naar de kroon en scepter.

saul-williams

Merg en been

Die regalia zijn dan ook ferm geclaimd door Saul Williams en King Britt. Terwijl laatst genoemde een vervoerend en verzengend substraat neerlegt van knetterharde beats uit de Mego- en Noton-school, bij vlagen lijkt het wel Mika Vainio wat hij presenteert, spreekt de uitzonderlijke dichter Williams met een dictie die merg en been gaat. Niet alleen zijn ronkende stem grijpt bij lurven en kladden tegelijk; ook de inhoud van zijn deels geïmproviseerde poëzie pakt bij de stropt en laat niet meer los. De tijd, wie die vasthoudt en bewaakt. Maar ook: onvrijwillige migratie versus avonturiers en ontdekkingsreizen – slaventransporten en… “the Dutch built ships” – vilein gesneerd, maar niet vermanend erin gehamerd. Williams knipoogt sardonisch – “The church was the first start-up; it developed the Gregorian browser” – en voordat je zijn spitsvondigheden hebt laten landen, is de visionaire woordkunstenaar alweer een paar gedachtesprongen verder.

Williams en Britt werden op verzoek van gastcurator Moor Mother bijeen gebracht voor deze gelegenheid. Het concert is als het goed is opgenomen voor een release. Dan kan de rest van de wereld zich laven een deze topontmoeting tussen hedendaagse beats en elektronica en het neusje van de zalm van spoken word literatuur – een paring die volledig des LGW’s is.

Dansen op oneindig

Misschien lijken Williams en Britt wat hoogdravend. Dan is er altijd nog DJ Noss die voor totale skihut-platheid zorgt met luchtalarm-breaks en handjes-in-de-lucht tactieken. Infantiel tot op het bot, maar het zaterdagpubliek in de volle Ronda heeft wel zin in de blik-op-oneindig. Daar zorgt Sons of Kemet XL vervolgens ook voor. Vier drummers, een saxofonist en een tuba: daar had intrigerende afrobeat in kunnen zitten, met kekke polyritmische variaties. Helaas zijn de riedels van de blazers bij elke beurt te eenvormig om smoel te geven aan de pletwals die de drummers laten voortrazen en daarin is ook al niet teveel subtiliteit te ontwaren. De dansmeute daarentegen laat zich gewillig meesleuren.

midori-takada

Muziek als groen

Opgevoerd als nieuwe loot aan de ethio-jazz-boom stelt Hailu Mergia toch wat teleur met mierzoete poppy deunen die al na een minuut of tien het niveau van Mmmbop bereiken. Nu is dát natuurlijk een ‘modern classic’ en we hebben dan ook een zaterdagoorwurm te pakken die pas laat in de nacht volledig uit het oor gekropen is.

Midori Takada’s percussie-performance levert daarna een spagaat tussen galmende gong-resonanties of vibrafoon-impressionisme enerzijds en Cage-achtig experiment aan de andere kant. De volgepakte Hertz-zaal doet zijn uiterste, maar futiele best stil te zijn en blijven, maar Takada weet ook met wat geroezemoes een klanksfeer neer te zetten die doet denken aan de gewijde, kalme oorden die Naomi Kawase in haar films oproept: muziek als het groen uit The Mourning Forest.

Vier uur

Zoals gezegd: LGW neemt bezit van Utrecht en dus werkt het festival samen met bijvoorbeeld filmtheater ‘t Hoogt, het Centraal Museum en BAK. En ook met Festival Oude Muziek dat in de Domstad huist. Samen presenteren ze een maar liefst vier uur durend nachtconcert van het Belgische vocaal ensemble Graindelavoix in de Janskerk: de volledige Tenebrae Responsaria van Carlo Gesualdo. Inderdaad: geen blackmetalplaat maar een werk uit 1611.

graindelavoix

Weggepinkt

Onder leiding van de intens bezielde Björn Schmelzer zingt Graindelavoix niet per se van de zoetgevooisdheid of de lieftalligheid. Deze zangers zoeken de graan, de nerf op. De draad die eruit springt in het weefsel – die de sjeu geeft en de toon zet. Op verschillende plaatsen in het schip van de kerk, bij het schijnsel van een kaal peertje boven hen, in een kring opgesteld, brengt Graindelavoix de zesstemmige gezangen voor de Heilig Week met een up-close-and-personal touch die niemand onberoerd laat. Tranen worden dan ook weggepinkt; monden vallen open van verbazing; kippenvel ligt hoogpolig op de armen. En met de langdurige staande ovatie na deze marathon klatert de oude muziek dus ook het tapijt van LGW binnen om hopelijk niet meer te verdwijnen.

Thuis

LGW opent oren en brengt Japan en Ethiopië samen, India en Turkije, de Verenigde Staten en ons eigen Nederland. En ga zo maar door. Maar de ware kracht van het festival ligt in het licht naast het donker, het jonge en oude, de eerste stappen en de ervaring et cetera, niet als los zand in volledige nevenschikking (ook al mooi), maar verweven en samen dat beeld – die uitgerolde welkomstloper – begaanbaar makend. Dan blijkt de wereld je huis en kom je thuis op LGW.

Foto’s: Juri Hiensch (LGW sfeer), Ben Houdijk (Saul Williams), Tim van Veen (Graindelavoix, Midori Takada)