×

Concert

14 juni 2021

Holland Festival: Short Circuit met Gisèle Vienne/Katia Petrowick, Yuko Mohri, Rie Nakajima, Satoshi Hama, Tujiko Noriko, Yuki Kawae en François J. Bonnet & Stephen F. O’Malley

“The world is full of sounds. We just don’t usually hear them as music.”, aldus de Japanse meestercomponist en associate artist van Holland Festival 2021. En met het door hem gecureerde deel van de ‘clubnacht’ Short Circuit in De School, val je met de neus in de boter bij de performance van Yuko Mohri. Met shotgun microfoons pikt zij geluiden op die een collega-muzikant opwekt door middel van percussie of robotjes die tegen klankschaaltjes en ander resonant materiaal tikken. Die signalen gaan naar een doos elektronica die een prepared piano in beweging brengt. Aanvankelijk zeer zacht qua volume, stuwt Mohri attentief luisteren naar grotere hoogte. Ze werkt naar een intrigerende symfonie voor geprepareerd klavier, percussie-instrumenten, robots én de wereld buiten ons zicht: die van de valavond-kwetterende vogels, sirens van langsrijdende ambulances, een overvliegende helikopter zelfs. Alles wordt muziek en blijkt bloedstollend, soms grappig, vooral kwinkelerend en trefzeker in hoe straf Mohri luisteren met gespitste oren met haar medespeler én voor de toehoorder middenin de spotlight zet.

Een ander Sakamoto-idee is het spelen van films van Yuki Kawae. Hij presenteert close-up beelden van kleine zen-‘tuintjes’ – zandvlakten waarin hij met harkjes de wonderlijkste, strakke lijnpatronen aanbrengt. De organische vormen, geometrisch en beeldschoon, kennen als geluidspoor alleen de zachte ruisjes van zandkorrels tegen het hout van de hark. Het is een cliché, maar de vredige onthaasting die uitgaat van Kawae’s patroontekeningen laat je achter met een idee van focus (niet ver verwijderd van de shotgun-mics van Mohri) én een heldere, geconcentreerde geest. Dat lijkt hyperparticulier, maar is het niet. Het feit dat Kawae zijn hark-video’s deelt op Instagram en daarmee iets betekent – een baken van kalmte kan zijn voor velen – is integraal onderdeel van deze ode van de intrinsieke rust (en aan de schoonheid daarvan).

Daaraan denk je misschien niet meteen bij een technofeest of rave. En toch weet de andere associate artist Gisèle Vienne het gevoel van alleen temidden van velen indringend van schurende en bijtende lading te voorzien. De extatische, maar ook met een zekere gêne of onzekerheid geladen dans van de solo-performer Katie Petrowick is uitgebeend, vertraagd, onthecht, ontspoord, en wild-eyed als een hert in koplampen. Ze begint in stilte, zoekend, ietwat onvast ook. Stukken lijken op een plek te vallen, wanneer muziek invalt – eerst Basinski’s ‘disintegration loops’, dan via glitch en Lawrence English-achtige verdichte soundscapes naar techno uit de Jeff Mills-school. En weer terug, richting een dageraad. Weer alleen. Of beter: ook alleen. Zoals de hele tijd, ook in menigten, die we niet zien. Passen, erbij horen, opgaan in, het kennen en herkennen van codes en rituelen (of gebrek daaraan), vrijheid van een rave die door die ongeshreven regels toch weer beperkt wellicht of het oproepen van de techno-uitbundigheid ook als je moederziel alleen bent… Vienne en Petrowick’s feest is een ‘crowd’ voor één; een parabel voor je leven, waar je natuurlijk jezelf kunt besmeuren door een blikje energy drink over jezelf uit te gieten, met chips mag smijten en slingers met je mee kunt sleuren, maar de rotzooi blijft uiteindelijk toch aan je eigen voeten kleven, als je afdruipt de volgende dag tegemoet.

Short Circuit heeft als ondertitel: een kaleidoscopische verkenning van extremen in geluid, snelheid en ervaring. Het gevoelen verloren te staan, in traagheid met voeten die lijken te kleven in golvend teer, wekken François J. Bonnet & Stephen O’Malley op in een stuk voor gitaar, briljante bijzondere versterkers van amp-tovenaar Tos Nieuwenhuizen en elektronica. De fenomentaliteit van het opgewekte geluid – als substantie om mee te beeldhouwen, vormen, sturen, duwen, aaien – is onderwerp van hun gezamenlijke onderzoeking in vivo. Er zit sereniteit en onderhuidse spanning in de stilte voor de storm die niet echt komt. Fragiliteit ook, in een zeker bezwerend minimalisme dat tjokvol zit – gevuld met een eb en vloed van reverb in een mist aan vervormd en daardoor geabstraheerd geluid. Waar Mohri klank fysiek maakte (letterlijk), ontkoppelen Bonnet & O’Malley geluid en realiteit, maar de manier waarop ze de grenzen van ruimte en tijd, van horen en luisteren verkennen, werkt op dezelfde golflengte, ook niet ver van Kawae trouwens. Zo knipt dit duo de band met het hier en nu vakkundig door – voor je het weet, zwelgt de maalstroom je op, alsof je gewichtloos in een tijdloze wereld buitelt.

Bruut is dan ook de wake-up call, omdat je door moet. Groepen van een vrouw/man of dertig worden namelijk door De School geleid van de tuin naar oude klaslokalen. En nu moeten we – jaja, coronamaatregelen – nog voordat Bonnet & O’Malley klaar zijn, plotsklaps verder. In de fietsenkelder wacht Tujiko Noriko, gehuld in een oversized Fearless-shirt, moederziel alleen tussen een paar dikke Funktion-speakers en wat lampen, met haar laptop. Zij hoort elektro-pop waar zo goed als niemand anders daaraan denkt. En met haar trouwens ‘ontdekkers’ Peter – Pita/KTL – Rehberg en Christian Fennesz. Noriko praat-neurie-zingt over knarsende grootstedelijke muziek waarin soms een flard beat te horen is, maar veeleer rumoer overheerst. Ze scheert ontzettend dicht langs alles wat Björk tot een onuitstaanbaar pretentieuze, over het paard getilde en zichzelf veel te serieus-nemende kitsch-act maakt, maar Noriko balt ruis en sonisch ‘afval’ samen tot veelzeggende narratieve bogen die bedriegelijk dromerig zijn of naïef lijken en – vooral – steevast gevaarlijke weerhaakjes kennen. Daardoor glijdt haar performance niet van je af. Onwillekeurig neem je over hoe Noriko de stad als muziek hoort. Het fietstochtje naar huis door nachtelijk Amsterdam is opeens dan ook de soundtrack van een film voor één én de anderen.

Short Circuit was op 12 juni te zien op Holland Festival te Amsterdam.