×

Concert

10 oktober 2013

De Nederlandse Opera: Armide van Gluck

Geschreven door: Carl Puhl

Een premiere in de middag was nog niet eerder voorgekomen in het Muziektheater in Amsterdam. Zondag 6 oktober werd daar om half twee de nieuwe productie van Armide voor het eerst uitgevoerd door de Nederlandse Opera. Voor deze opera gebruikte de componist Christoph Willibald Gluck het libretto van Philippe Quinault, dat al eerder door Jean-Baptiste Lully gebruikt was. Dit bleek een uiterst dubieuze, maar zeer succesvolle keuze. Gluck wist de Fransen in het hart te raken en de opera werd een 18-eeuwse blockbuster.

Het decor was eenvoudig maar doeltreffend qua opzet; een dor en ruw landschap met een enkele boom. Gedurende de opera werd dit op een inventieve manier uitgebreid. Een tweede doek onthulde een regenbui en een vervreemdend landschap. Met vallende papiersnippers werd de onderwereld uitgebeeld. Het is opvallend hoe decorontwerpster Katrin Lea Tag met zo weinig middelen zo’n indrukwekkend resultaat heeft weten te bereiken. Samen met de regie van Barrie Kosky, het licht van Franck Evin en de dramaturgie van Bettina Auer werd Armide een prachtig en onderhoudend spektakel.

De muziek werd verzorgd door het Nederlands Kamerorkest onder leiding van Ivor Bolton. Deze Engelse dirigent is zeer bekend met het werk van Gluck en andere barok-componisten. De muziek van Armide vereist veel aandacht; het ene moment is zij fragiel en teer als een vlinder, het andere moment geweldig en overrompelend als een neushoorn. In deze uitersten en alle facetten die daartussen liggen leverde het Nederlands Kamerorkest een topprestatie. Met geïnspireerde armbewegingen en veel expressie wist Ivor Bolton het beste uit ieder individu te halen.

Ster van deze middag was natuurlijk de Canadese sopraan Karina Gauvin. Deze vrouw zong haar rol met verontrustend gemak en overtuigende expressie. Ze bracht zowel de eenzaamheid van de liefde en de onmogelijkheid van haar haat tot uitdrukking. Armide was verliefd, Armide was vervuld van haat en iedere keer met volle overtuiging. De hele opera lijkt toe te werken naar de slotscene; de solo van Armide. In die monoloog kwam ze angstwekkend dicht bij de emoties. Net als de muziek van Gluck was ook de stem van Karina Gauvin in staat om beide uitersten aan te kunnen. Maar laten we alsjeblieft niet voorbij gaan aan de majestueuze prestatie van de Frans-Canadese tenor Frédéric Antoun. Laat die man alsjeblieft verkouden blijven! Wat een stemgeluid; zo hoort een tenor te klinken. Samen zorgden deze twee topzangers voor een overweldigende opera-ervaring.

De moderne maar eenvoudige aanpak van dit team past goed bij de opera Armide. Er wordt een verhaal verteld over liefde en haat, de twee krachtigste en meest universele gevoelens, zonder banaliteiten maar met een zekere ironie en zelfspot. Zo wordt de haat van tussen de gespreide benen van Armide tevoorschijn getoverd terwijl ze zingt van de verbazingwekkende diepte. Samen met de enscenering maakt dat de opera aantrekkelijk en vermakelijk. Dat aspect komt gelukkig niet terug in het slotstuk; daar krijgen we de pure dramatiek van een verloren vrouw. Armide zingt letterlijk en figuurlijk haar hart uit haar lichaam. Een passend einde voor een tragisch verhaal.