×

Concert

14 januari 2023

Brussels Jazz Festival 2023

Brussels Jazz 2023: waar jazz en house ineens samenkomen

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: Black Focus Records

Er was de laatste tijd al een verandering gaande in de Britse jazz waarbij house een meer prominente rol binnen de jazz ging innemen. Vreemd is dat natuurlijk niet, omdat jonge muzikanten nu eenmaal met house, waarvan de start in de late jaren tachtig lag, zijn opgegroeid.

Op Yellow, het (dubbele) prachtdebuut van de Londense Emma-Jean Thackray kwam die housy feel al lekker door.  Zij was het die op het grote podium van Flagey vanavond haar interpretatie van dat album met rake ritmes een zeer dansbare feel meegaf.

Ook avondafsluiter Kamaal Williams heeft zijn duidelijke electronic roots en duwde, met de fantastische drummer Samuel Laviso, ook nadrukkelijk door op housy ritmes en vermeldde duidelijk waar zijn roots liggen. Voor degenen die zijn Henry Wu platen kennen (zoals het vooraf met video afgespeelde Phone Call) was dat al even duidelijk.

Zo werd vanavond, de tweede avond van Brussels Jazz, wel heel erg duidelijk dat niet alleen hiphop maar nu dus ook house zijn intrede binnen de jazz heeft gemaakt. Nu was jazz altijd al een genre waarbinnen de muzikanten immer de grenzen opzoeken maar deze inpassing was toch een verrassende.

Het was vrijwel onmogelijk om bij Thackray, vooral zingend en trompet spelend, door het gebruik van de vele elektronica en de ‘zware’ sound (bas en drums) het zaalgeluid helemaal op orde te krijgen maar de sfeer in de zaal was goed. Helaas bevonden zich nog geen nieuwe songs binnen de set (hoewel er een nieuw album binnen twee maanden verwacht wordt) maar datgene wat er van het eerste album gespeeld werd klonk nog steeds erg goed.

Kamaal Williams nam als laatste act van het programma de vrijheid geen setlist te hebben en met Samuel Laviso en trompettist Marquinn Mason de muzikale ruimte te verkennen. Startend achter de piano werd er vooral naar muzikale sferen gezocht. Williams kent zijn jazzklassiekers en weet als geen ander daaruit te putten maar, zoals al eerder gesproken, dat doet hij ook met hiphop en house.

De vrijheid leverde een spannende set op waarin vooral Laviso op een zeer aanstekelijke wijze, in een verbluffende beheersing van ritmes, prominent aanwezig was en Williams op toetsen de warme lijnen uitzette om Mason een fijne rol in het totaalgeluid te geven. Het waren uiteindelijk de warme housegolven die het optreden extra glans gaven. (Verrassend dat er niemand in de zaal behoefte voelde op te staan en te gaan dansen…)

De start van de avond op het festival was al een heel mooie geweest met het optreden van de Finse saxofoniste Linda Fredriksson met haar band. In de benedenzaal speelde ze met haar erg goede band de composities van haar album Juniper en dat deed ze met zoveel inspiratie en toegenegenheid dat je als vanzelf in de muziek gezogen werd.

In de bomvolle zaal werd het publiek overrompeld door de gevarieerde composities en door het verrukkelijk spel van de muzikanten. Met genoemde inspiratiebronnen als Neil Young, Alice Coltrane, Pharoah Sanders, Eric Dolphy en Sufjan Stevens kon je niets anders verwachten dan een muzikaal verrassend optreden als dit.

Fredriksson zelf is een van die geweldige muzikanten afkomstig uit een rijke scene die vanuit Finland al enige jaren flink aan de weg timmert en constant indruk maakt. Met de geweldige Olavi Louhivuori als drummend wonder in haar band erbij (hij is ook al één van die prominenten uit de Finse jazzgolf aan talenten) gaf Fredriksson met haar optreden een machtige aftrap van de avond.

In de benedenzaal speelde na het optreden van Emma-Jean Thackray het Oostenrijkse Shake Stew, een collectief met maar liefst zeven muzikanten dat vanavond vaak met een dubbele drums en dubbele basbezetting speelde. Een dubbeldik geluid dus voor het collectief dat gretig uit de muziekgeschiedenis plukt en daar een feestelijk geheel van maakt.

Een band die in de opzet die Brussel Jazz vóór de pandemie kende, in de lobby met volle interactie van een staand publiek als afsluiter het dak eraf had gespeeld. Een band met prima muzikanten en met een groot spelplezier die de intelligentere vorm als die van een feestband waardig is. Vanuit de jazz doortrapt op afrobeat en fijne psychedelica en pompende ritmes zichzelf en het publiek volledig vrijspeelt.

Het gevoel dat echter van de avond overbleef was dat van de house in jazz planting. Dick d’Alaise, de DJ van dienst na alle concerten, haakte daar gretig op in met lekker dansbare tracks (en natuurlijk Dicks verrassingen als Canned Heat’s Going Up The Country) en met een volle dansvloer voor hem kon er tot 2 uur lekker doorgedanst (en gedronken en gepraat) worden. Een prima start van het weekend!

Foto’s: Olivier Lestoquoit