Met Vallen En Opstaan
De eerste kennismaking met Jean Blaute kwam op ons nog zwart witte beeldscherm tot stand in 1971. In Canszonissima ,de laatste tweejaarlijkse talentenjacht van de BRT die de Vlaamse laureaat voor het Eurovisiesongfestival selecteerde, trad Kate’s Kennel aan, het was een olijke afsplitsing van Clee’s Five. Zangeres Kate (Griet De Bock) en haar man Dree Baekelandt werden geflankeerd door de pianist Blaute. Jaren later zag ik hem op het podium van een plaatselijk dorpsfestival, gehuld in een scoutspakje, bij The Centimeters, de roemruchte begeleidingsband van Raymond van het Groenewoud waar hij na een intermezzo bij Johan Verminnen als gitarist actief was.
Ondertussen bouwt hij als sessiemuzikant en producer een meer dan behoorlijke reputatie op naast werk met Wim De Craene, Zjef Vanuytsel, Ann Christy en de samenwerking met van het Groenewoud die doorliep tot in de jaren tachtig wordt hij ook in de studio gesignaleerd bij Jan De Wilde en Verminnen, Henny Vrienten en Hugo Matthysen en hielp hij De Kreuners, De Nieuwe Snaar en later Clouseau een eind op weg. De rol van Blaute bij de opkomst van de Belpop is evenmin te onderschatten, productiewerk met Once More, Tom Wolf, The Pop Gun maar ook Nacht und Nebel. In de jaren negentig wordt hij met TV-programma’s zoals De Rechtvaardige Rechters en De Bende van Wim een mediafiguur maar de ”George Martin van de Lage Landen’ blijft actief in de muzieskscene en zet K’s Choice en Japer Steverlinck op het juiste spoor.
In zijn door Peter van Dyck opgetekende memoires komt dit alles uitvoerig aan bod in achtergrondverhalen het zijn de jeugdverhalen in Zottegem waar hij opgroeide in een muziekwinkel waar na jazz en country de fascinatie voor The Beatles ontstond, de accordeon en piano kregen gezelschap van de gitaar en een bescheiden moog en mellotron. Blaute haalt talloze anekdotes op. Een ontmoeting met Roland leidde naar het vroege werk van de Steve Miller Band. Zo schreef hij in zijn late tienerjaren een brief aan Steve Miller, die destijds samen met Boz Scaggs experimenteerde, Blaute stelde zichzelf voor als toekomstig toetsenman en refererend naar de schriftelijke cursussen aan de Berklee College of Music in Boston. Ook de omzwervingen met Roland die naar Frankrijk, China en andere exotische oorden leidden.
Blaute kaart ook de inhaligheid van platen firma’s aan, zo werd zijn niet geringe aandeel bij Wim De Craene’s Alles Is Nog Bij Het Oude en Tim nooit behoorlijk gehonoreerd, ook zijn werk als arrangeur bij Urbanus en Brussels By Night leverde, mede door zijn nonchalance voor administratie, bitter weinig op, getuige andere verhalen in tegenstelling tot de samenwerking met Clouseau.
De spaak gelopen relaties en zijn latere familieleven komen zijdelings aan bod, in het laatste hoofdstuk krijgen we wel inzicht in een niet bepaald optimistisch medisch bulletin en niet echt rooskleurige financiële vooruitzichten. Zonder vrijblijvende nostalgie noch melancholie te laten overheersen wil Jean Blaute als jonge zeventiger voor alles de lezer entertainen. Met zijn opmerkelijk, niet van een gezonde dosis zelfrelativering gespeende, levensverhaal, uitvoerig geïllustreerd met foto’s en aangevuld met een indrukwekkende lijst van zijn belangrijkste muzikale activiteiten en realisaties, slaagt hij daar wonderwel in.