×

Recensie

28 mei 2021

Songlife

Gerrit de Jager - Songlife

Songlife is een autobiografische beeldroman van Gerrit de Jager. Hierin blikt de striptekenaar, die vooral bekend werd met De familie Doorzon en Roel en zijn beestenboel, op een originele manier terug op de muziek die hem vormde. De Jager kiest er niet voor om met een zoveelste lijstje favorieten te komen, of met een historisch overzicht. Nee, het gaat in dit boek om liedjes die in zijn hoofd zijn blijven hangen. Songs die hem terugbrengen naar bepaalde gebeurtenissen en gevoelens.

De frisse benadering van De Jager levert een lekker ritmisch boek op waarin hij allerlei gebeurtenissen uit zijn leven aanhaalt en die verbindt met songs, bands en platenhoezen. Dit lardeert hij met geinige gesprekken met zijn tienerdochter die zijn bevlogenheid van soms ontnuchterend tegenwicht voorziet. Gerrit de Jager was een tiener in de latere jaren zestig en het begin van de jaren zeventig. Het is dus niet verwonderlijk dat de muziek uit die tijd zijn brandstof, zijn inspiratie en dus zijn muzikale wezen vormen. Voor veel tieners moet dit haast wel als een terugkeer naar de oertijd aanvoelen. Het is dan ook hilarisch als op het einde van het boek blijkt dat vader en dochter kaarten hebben voor hetzelfde concert in Paradiso.

De Jager beschrijft een aantal van die welbekende momenten waarop een songtekst helemaal over jou lijkt te gaan (‘Ik stond paf van dit ongelofelijke geval van synchroniciteit’) en rakelt memorabele (bijna) ontmoetingen op met beroemdheden als Bruce Springsteen Ry Cooder. Hij voert ons terug naar de legendarische platenzaak van Unico Glorie aan de Ceintuurbaan in Amsterdam, waar hij zich kon verliezen in album art en tikt het mooie Strips in stereo nog even aan, een boek/cd-project waar striptekenaars beeldverhalen bij Nederpopklassiekers maakten (en De Jager een amusante weergave leverde van Kom van dat dak af, van Peter Koelewijn).

Een aantal songs spelen een bijzondere rol in De Jagers leven en dit boek, waaronder Superstition van Stevie Wonder, Long Distance Love van Little Feat en Lucky Man van Emerson Lake and Palmer. Ze geven kleur aan verhalen over bijgeloof, liefde en echtscheiding en beschrijvingen van specifieke, persoonlijke ervaringen. Hiernaast trakteert De Jager ons op een flinke stroom aan (natuurlijk) krachtig vormgegeven herinneringen aan onder meer Traffic, The Kinks, Beach Boys, Frank Zappa, Desmond Dekker, John Lennon, Henny Vrienten, Blur, India Arie en Lizzo.

Als De Jager in de jaren tachtig flink succes heeft met zijn strips lijkt de muziek van die tijd te verdwijnen in een waas op de achtergrond. Het is een bekend gegeven: de muziek van je tiener- en vroegere twintigerjaren komt doorgaans het hardst en het diepst binnen. De Jager lijkt tijdens de jaren van punk en new wave – hij was met 25 jaar al een gescheiden vader – zijn jeugd achter zich te laten en niet veel muziek meer te absorberen, al omarmt hij nog wel The Jam, The Clash, Madness en The Police.

Natuurlijk realiseert De Jager zich ook dat de soundtrack van zijn leven niet per se van hogere kwaliteit is dan die van iemand uit 1962, 1978 of 2002, al is de muziekbeleving in de huidige tijden van streaming voor velen toch wel wezenlijk anders. Hoe dan ook, door zijn altijd weer sterke, kernachtige tekenwerk en zijn even doorleefde als relativerende toon, blijft Gerrit de Jager met gemak uit de buurt van de nostalgie. Het maakt van Songlife een geslaagde visuele weergave van De Jagers mental juke box en nodigt ook nog eens uit tot een geïnspireerde gang naar de vinylkast.