Zwarte Cross 2014: Alles kump goed
Afgelopen weekend raasde de Zwarte Cross voor de achttiende keer door de Achterhoek. Het werd dit jaar wel eens tijd voor Written In Music het grootste betaalde muziekfestival van Nederland te bezoeken. We vielen met onze Zwarte Cross ontmaagding met onze neus in de boter: het festival werd dit jaar drukker bezocht dan ooit. In totaal kwamen 185.276 mensen naar het muziek- en crossfestival in Lichtenvoorde. Daarmee is het oude record van 162.795 verbroken. En dan te bedenken dat het festival in 1997 begon met duizend bezoekers bij een crossveldje in Hummelo en één afsluitend optreden van band Jovink en de Voederbietels, nog steeds indirecte organisator van het festival.
Er werden meer records verbroken: motorstuntman Jason Strong deed een achterwaartse salto van 44 meter. De 22-jarige Australiër verbrak daarmee het oude record van 42 meter. Er werd natuurlijk nog veel meer gecrost, zowel in en op uitbundig versierde voertuigen als op ‘serieuze’ motoren. De ‘Cross’ schijnt het grootste motorcrossfestijn van de wereld te zijn. Dank u, Wikipedia. Uiteraard hebben wij als groentjes een aantal races aanschouwd en konden we het parcourszand aan het einde nog tussen onze tanden horen knarsen. Het mocht de pret absoluut niet drukken: we hebben genoten. Van elke zonnestraal (na de buien op vrijdag hebben we zaterdag en zondag vooral veel zon gezien), elke hap uit een hamburger of uit een bakje verlepte pasta, alle wandelingen over het reusachtige terrein en elke rustpauze met een koel biertje uut plastic.
Maar als muziekwebsite kom je natuurlijk voornamelijk voor de muziek. Het programma loog er niet om: meer dan 250 bands stonden geprogrammeerd. Nieuw waren onder andere The Roadhouse, een podium in een bouwwerk in de stijl van een oude Amerikaanse schuur met een capaciteit van zevenhonderd man publiek. Het deed sterk denken aan de zogenaamde Jack Daniel’s Barn die onder andere al op Lowlands en Dauwpop te vinden is en herbergt dit weekend louter ‘nationale en internationale underground rock bands’, aldus de organisatie op de website. Laten we daar nou heel erg van houden. Je raadt het al; van de twintig geprogrammeerde bands in The Roadhouse hebben we maar een handjevol gemist. Nog eerlijker: we waren bijna niet weg te slaan bij deze fijne plek.
Ook nieuw was The Bayou; (veelal) rootsbands op de veranda van een zogenaamd verweerd landhuis met ernaast een zogenaamd verroeste windmolen, omgeven door barbecuehutjes, een kampvuur, boomstammen waarop je je vermoeide lijf op kan laten rusten en natuurlijk genoeg Jim Beam whisky. Hier hoorden we zoals gezegd veel rootsmuziek (americana, blues, folk en bluegrass), maar ook King Automatic (one man garageband), The Silverfaces (psychedelische rock à la DeWolff en The White Stripes) en Tamikrest. Blues uit de Sahara, niet bepaald in de buurt van ‘The South’…
Omdat we teveel hebben gezien om in een leesbaar verslag samen te vatten, gaan we hip doen en volgt er voor iedere dag (vrijdag tot en met zondag) een muzikale dag top 5. Dat kunnen gevestigde namen zijn alsook nieuwe acts die ons positief verrasten en alles ertussenin. En vergeef ons: we hoorden Mark Tuitert niet spreken over zijn woelige leven (we zagen hem wél rocken op het balkon bij Birth of Joy), zongen niet mee met de 3JS die Led Zeppelin deden, hebben niet mee geblèrd met Rowwen Hèze, sloegen de Dansvloer over en durfden Normaal en Jovink al helemaal niet aan. Met oprechte spijt presenteren we nu dan eindelijk de dag top vijf.
Vrie’jdag
Robin van Saaze, bassist in Drive Like Maria, doet sinds kort nog iets totaal anders op muzikaal gebied: als Robbing Banks speelt hij ultrakorte bluesraggers. Helemaal alleen, op een krakerig gitaartje en een drumstel dat hij met zijn voet bedient. En ja hoor, de beste man krijgt de Roadhouse met de aanstekelijk dansbare liedjes en overstuurde zangstem in beweging. Banks kijkt tot zijn tevredenheid tegen blije gezichten aan. De grote bijval is terecht. Dit is hoe een eenmansband hoort te zijn.
Een paar jaar geleden scoorde deze Spaans/Engelse elektropopband een knoepert van een hit met Plage, vooral in ons land. Zo’n grote hit kwam er niet meer, maar dat wil niet zeggen dat er niet ontzettend hard gefeest kan worden op Crystal Fighters. Dat doet het publiek dan ook met tamelijke overgave. De prachtig met gekleurde touwen en verentooien versierde bandleden stralen hun enthousiasme op een aanstekelijke manier uit over het publiek en dat onthaalt de muzikanten met warm applaus en kekke danspasjes. Het kan ook bijna niet anders, als je de zomerse klanken van Crystal Fighters hoort moet je wel een hele grote chagrijn zijn wil je er niet in opgaan.
De Haagse formatie Splendid past uitstekend op dit podium in het zand. Je waant je echt op een strandfeest dankzij de entourage die behalve uit veel zand bestaat uit vrolijk wapperende vlaggetjes in rood geel groen, palmbomen en ‘strandbarretjes’. En dat op het platteland van de Achterhoek. De sfeer is extreem relaxt, mensen lachen, drinken en chillen op reggaemuziek die de hele dag te horen is. Wanneer Splendid zijn kunsten mag vertonen, wordt het steeds gezelliger. Halverwege barst het optreden helemaal open en is er geen houden meer aan. Mensen heupwiegen niet, er wordt echt gedanst. Zeer geslaagd optreden in een meer dan toepasselijke setting.
We schreven het al vaker en als het moet, doen we het nog tien keer: Automatic Sam is steengoed. Zelf afkomstig uit de Achterhoek en allang geen Zwarte Cross groentjes meer spelen ze een ontiegelijk fijne set. Een goede mix tussen ‘oud’ werk en nummers van het vorig jaar uitgebrachte Sonic Whip en tussen kneitershard en ingetogen. ,,Ik heb goed nieuws voor jullie, er staan geen rustige nummers meer op de setlijst”, aldus een immer licht cynische zanger/gitarist Pieter Holkenborg halverwege waarna de band de ijzersterke You’re Gonna Miss Me (Texino, 2011) inzet. Een acht minuten durend epos dat volgens ondergetekende geen minuut te lang is. Robbing Banks (zie nummer 5 in deze dag top 5) doet ook nog twee nummers mee (op gitaar ditmaal) en het plezier spat, naast zweetdruppels, van zowel band als publiek af. The Roadhouse is terecht aardig gevuld met ongetwijfeld nieuwe fans.
The Jon Spencer Blues Explosion, een hele mond vol, mag de lijst optredens in The Roadhouse vanavond afsluiten. Gitarist Jon Spencer speelde ooit in noisepunkband Pussy Galore. Ook leuk, maar wat zijn we blij dat hij ooit de stap maakte de Blues Explosion op te richten. De New Yorkers (naast Spencer horen we gitarist Judah Bauer en drummer Russell Simins) spelen een heerlijke bak swingende herrie en wij willen er alleen maar meer van. Waarom staan ze niet drie uur achter elkaar geprogrammeerd? Zo lijken de anderen in de schuur er ook over te denken. Het zweet druipt van de bandleden als een warm en daverend slotapplaus The Blues Explosion overspoelt.
Deze jonge glamrocker doet het heel aardig en heeft inmiddels een trouwe fanbase opgebouwd, maar mist nog de kracht om een show op zo’n groot podium te dragen.
Zaoterdag
Drummer en zanger Guy Tavares zit in de onbekende maar ‘legendarische’ stonerband Orange Sunshine uit Den Haag. Zijn nieuwe project heet Santa Cruz (net als een glamrockband uit Finland, dus haal ze niet door elkaar!) en produceert minder psychedelische stoner maar daarvoor meer duistere fuzz- en doomrock. Het is minder vuig en hard, maar nog steeds tamelijk stoer. Wout Kemkens van Shaking Godspeed doet ook vrolijk mee. Jammer is wel dat Tavares met z’n commentaar op het licht (,,neutraal licht alstublieft”) een beetje sterallures vertoont. Speel nou maar gewoon, die lichttechnici verstaan hun vaak heus wel. Uiteindelijk weet Santa Cruz tamelijk te bekoren, maar heel spannend wordt het niet.
Deze vier grappenmakers komen de boel wakker maken bij The Bayou. De muziek van de Amsterdamse heren is heerlijk losjes maar tegelijkertijd tamelijk dansbaar. De muzikanten trekken terecht de aandacht naar zich toe. Behalve met slap geouwehoer met goede rammelende garagebluesliedjes. We zijn wakker.
Paceshifters is van plan hard te gaan op de ‘vroege’ middag. Vanaf seconde één razen de drie jongeheren uit de startblokken met snoeiharde rechttoe rechtaan rock. Origineel is anders, maar energiek is het zeer zeker. ,,Jullie mogen wel met bier gooien of zo”, probeert gitarist Seb Dokman. Dat hoef je geen twee keer te zeggen tegen het Zwarte Cross publiek. Een bekertje knalt met een rotgang tegen zijn gitaar. De toon is nu gezet. Wanneer de jongens een ontzettend lekkere cover van Nirvana’s Aneurysm erin knallen, is het feest compleet. Kippenvelmoment in een hete barn.
DeWolff gaat jaren na oprichting meer dan als een trein. Het vijfde album Grand Southern Electric kwam niet lang geleden uit en sindsdien lijkt het de drie twintigers alleen maar meer voor de wind te gaan. Met een rijk oeuvre waar DeWolff uit kan putten, is de band in een luxepositie. Het optreden aan het einde van de middag op het hoofdpodium is al zeer overtuigend, maar ’s avonds laat in de Roadhouse komt de band nog beter tot zijn recht. De jonge rockers met oude ziel spelen dan maar liefst anderhalf uur. Lang misschien, maar het optreden verveelt geen seconde. Al moet gezegd dat het hardst gedanst wordt op oude liedjes als Yellow Rat Magic Blues en Gold And Seaweed. Maar alles slaat aan. Zanger/gitarist Pablo van de Poel springt van blijdschap met gitaar het publiek in en een enorm fijn optreden en tevens festivaldag is afgesloten.
De kreet ‘Barn to be wild’ op een bordje bij The Roadhouse slaat tijdens het optreden van Red Fang de spijker op z’n kop. Nog voor DeWolff van zich mag laten horen, rammen deze heavy rockers de tent letterlijk stuk. De pit is het grootst tot nu toe dit weekend, waar dan ook. En dat in een ruimte waar maximaal zevenhonderd toeschouwers in passen. Er wordt massaal met bier gesmeten en vooral hard, heel hard gebeukt. Zowel door band als publiek. En dat met een big smile op de gezichten. Nee, Red Fang is geen boze band, al klinkt de muziek wel zo. Het overduidelijke muzikale hoogtepunt, misschien wel van het hele weekend, wordt verzorgt door Red Fang. Geen twijfel.
Zondag
Deze Haagse rockabillymannen met opvallende oortunnels en tatoeages gebruiken onder meer een contrabas, wasbord en hotelbel als instrument. Het levert opvallend opgewekte en allesbehalve zwaar verteerbare muziek op. Heel fijn zo in de warme zon, bij voorkeur met een biertje in den hand.
Traumahelikopter zal het zelf vast liever anders hebben gezien: optreden om half één ’s middags, helemaal als rockband, geniet niet de voorkeur. Mensen zijn nog niet echt wakker en bovendien nog wat stijfjes en braaf. Staat er deze middag toch een prettige verrassing te wachten op zanger/gitarist Mark Lada en zijn vrienden uit ‘Groningen Noord’. Enkele ‘relschoppers’ beuken de boel even los in het midden, smijten met bier en gooien hun vuisten in de lucht. Eén van de jongens krijgt bovendien een ‘ritje’ op de handen van de vrienden door de hele ruimte. Het volledig verraste publiek lacht breeduit om de actie. Lada vindt het zo mooi dat hij mee wil doen en dat doet ‘ie dan ook. Hij springt van het podium en mengt zich tussen de jongens. Ook hij mag crowdsurfen. Werd het toch nog een vuig feestje, zij het op kleine schaal.
Tamikrest is een beetje een vreemde eend in de bijt. Op het festival, maar ook op het podium van The Bayou. De woestijnblues van Tamikrest had misschien beter gestaan op de reggaeweide, maar hier doet het ook goed zijn werk. In de inmiddels brandende zon is het heerlijk vertoeven met op de achtergrond de meeslepende ritmes van de band. Het publiek geniet zichtbaar van de extreem relaxte muziek die de heren en dames laten horen. Het werkt in combinatie met de warmte en een alcoholische versnapering bijna hypnotiserend.
Birth of Joy speelt ná daghoogtepunt (niet muzikaal, wel sferisch) Peter Pan Speedrock. Dus is het de vraag hoe de band de aan gort gespeelde schuur weer gaat oppeppen. Nou, gewoon, speul’n. Birth of Joy scheurt er goed op los. Ondanks het volle tourschema en de ongetwijfelde vermoeidheid die in de lijven van de jongemannen moet sluimeren, spelen de drie vol overgave hun vuige psychedelische rock ’n roll (show). Het lied met die titel gaat er net zo hard in als oudere liedjes Motel Money Away en Teeny Bopping. Jammer is dat de band na gebaren naar achter die vragen om nog een nummer dat nummer niet mag spelen. Er moet ruimte worden gemaakt voor de laatste band. Zanger/gitarist Kevin Stunnenberg brabbelt nog iets over merchandise in de microfoon en dan is het optreden toch wat teleurstellend abrupt voorbij.
Peter van Elderen en vrienden mogen rond etenstijd de hete Roadhouse omver blazen. Dat doen ze. Met verve. Het dak gaat er nog harder af dan tijdens Red Fang gisteren en dat is een heuse prestatie te noemen. Er gaat lekker veel bier door de lucht en de zwetende massa kolkt en beukt alsof er tientallen blikken energydrank in zijn gegaan. Zelfs enkele meiden wagen zich in de kolkende moshpit, die verder dus vooral uit gespierde ontblote mannenlijven bestaat. Muzikaal is het allemaal weinig melodisch, maar niemand maalt erom. Het ramt zoals Peter Pan Speedrock al jaren ramt. ,,Deze show is één van de beste die we dit jaar tot nu toe hebben gespeeld”, spreekt Van Elderen met een grote glimlach. Het is met geen woord gelogen, dat kan niet anders.
We zagen ook Ben Prestage in The Bayou (een eenmansband die de zuidelijke sfeer op de Bayou zeer realistisch maakte), Electric Eye in The Roadhouse (psychedelische smakelijke rock balancerend tussen Pink Floyd en Wooden Shjips) en Airbourne op het hoofdpodium (AC/DC wannabe’s die hard rocken maar meer een gimmick dan een serieuze muzikale act vormen). Truckfighters hadden we graag willen zien, maar wegens verplichtingen elders moesten we het festival na Birth of Joy helaas gedag zeggen.
Dat was het dan, het Written In Music verslag van Zwarte Cross 2014. We hebben ‘onmundig’ veel genoten. Enne, of we Tante Rikie nog hebben gezien? Onze fotograaf zegt dat hij haar heeft gespot, maar een foto maken als bewijs? Ho maar…