Steve Miller komt naar Europa
Het is zeker 25 jaar geleden dat Steve Miller voor het laatst toerde in Europa. En wie zich een optreden in Nederland kan herinneren, mag het zeggen. Op maandag 18 oktober geeft de Steve Miller Band een concert in de Heineken Music Hall in Amsterdam. Dat mag je toch wel een unicum noemen.
Miller waagt de oversteek vanwege zijn dit voorjaar verschenen album Bingo! Hierop gaat de 65plusser terug naar de basis, schotelt hij een flink aantal bluescovers voor. Co-producer van dit album was Andy Johns, bekend van grote namen als The Rolling Stones, Led Zeppelin en Jimi Hendrix. Bingo! biedt geen psychedelische uitstapjes en het biedt geen toetsen, het is gewoon een bluesplaat. Nu is dat natuurlijk lang niet altijd een garantie voor muzikale openbaringen. En ja, ook Bingo! tapt uit een bekend vaatje, al zorgt de Pink Floyd-achtige hoes nog even voor verwarring.
Blueslegenden
Miller covert blueslegenden als BB King, Robert Johnson en Muddy Waters. Hij schakelt daarbij regelmatig de strot van Sonny Charles (Checkmates) in. Het spelplezier is duidelijk hoorbaar; een nummer als Tramp van Otis Redding wordt vanuit de losse pols gebracht en dat werkt lekker aanstekelijk. Come On (Let The Good Times Roll) van Earl King werd eerder gecoverd door Jimi Hendrix op Electric Ladyland. En hoewel de ruwe interpretatie van Hendrix waarschijnlijk de ultieme versie is, doet Steve Miller niet veel voor zijn overleden generatiegenoot onder, al houdt hij het wel wat radiovriendelijker. Ook All Your Love (I Miss Loving) van Otis Rush uit 1958 komt voorbij. De versie van Miller doet denken aan de bijna vergeten Paladins. En wat te denken van Ooh Pooh Pah Doo van Jessie Hill uit 1960? Ook die gaat door de handen van Miller.
Het is duidelijk: de ‘space cowboy’ van weleer laat graag horen waarmee het voor hem allemaal is begonnen in de jaren vijftig en zestig. Bingo! is een vakkundige gemaakte plaat met soepel en goed spel – Miller is natuurlijk een puike gitarist. Je kunt je echter wel afvragen hoeveel deze muziek toevoegt aan de blues van bijvoorbeeld de Paladins, Jeff Healey of Stevie Ray Vaughan en al hun volgelingen. De relatief gladde sound zorgt er ook voor dat je in sommige gevallen maar beter niet origineel en cover naast elkaar legt. Vergeleken met het naakte en ruwe origineel van Jimmy Reed is You Got Me Dizzy van Steve Miller niet meer dan een geglazuurd tussendoortje.
Bingo! leent zich natuurlijk wel voor een spetterende live-uitvoering in de Heineken Music Hall. Gezien het feit dat Miller in de Verenigde Staten nog regelmatig heeft opgetreden de afgelopen twintig jaar, moet dit niet zo’n probleem zijn. Zeker als hij ook Sonny Charles voor vocale ondersteuning meeneemt.
Oudere albums
Toch is het te hopen dat Miller op het podium nog regelmatig teruggrijpt op oudere albums. Hoewel het aantal conventionele ‘car songs’ en twijfelachtige ‘eighties poprocksongs’ in zijn discografie vrij hoog is, valt er toch nog een boeiende setlist samen te stellen door een van de eerste ‘white blues boys’ die zijn muziek injecteerde met pop, psychedelica en toetsen.
Het geestverruimende In My First Mind van zijn debuut Children Of The Future uit 1968 en het ijle en jazzy Baby’s Calling Me Home van dezelfde plaat, daar mag Miller nog steeds trots op zijn. Zoals wel meer nummers van eind jaren zestig, een periode waarin Boz Scaggs nog in zijn band zat en hij verder nog het sterke album Sailor afleverde, met hierop Gangster Of Love dat later, net als de wereldhit The Joker, Steve Miller mede definieerde.
En waarom zou je, als je voor het eerst in een kwart eeuw Europa aandoet, niet gewoon de gehele B-kant van Recall The Beginning… A Journey From Eden uit 1972 brengen? Een boeiende en trip die uiteenloopt van breekbare, atmosferische passages tot groovend gitaarwerk.
Voor de nodige herkenning is het prettig rondshoppen op de ‘million sellers’ Fly Like An Eagle en Book Of Dreams uit de tweede helft van de jaren zeventig. Met name eerstgenoemde biedt het nodige moois, middels het klassieke titelnummer, het stemmige maar poppy Serenade, de woestijnblues van Sweet Maree en het zoete, door toetsen gedragen The Window. Om toch nog wat jaren tachtig te serveren, zou de spacey postpunk-elektroblues van Macho City uit 1981 absoluut niet misstaan. En dan natuurlijk wel gewoon de volle zestien minuten lang. ‘New York in the house.’
Of Miller dit alles gaat doen op de Amsterdamse planken in oktober valt te betwijfelen. Het is een prettige gedachte, maar de kans is groter dat de optreden een ‘feel good’ bluesrockfeestje wordt, met hier en daar wat hits. Leuk, en ongetwijfeld enerverend en gezellig, maar minder interessant dan het eerder geschetste bredere scenario. Nu ja, voorlopig staat Steve Miller weer stevig op de kaart met een prima plaat. En we kunnen er altijd nog de oude albums bij pakken de komende herfst.