×

Artikel

17 maart 2012

Oslo to Svullrya – Urban and rural places as musical spaces

Geschreven door: Henning Bolte

DSC01533Twee muzikale plaatsen, één in hartje Oslo in de zich vernieuwende wijk Bispevika, de andere noordoostelijk van Oslo in de diepe bossen van Svullrya, in de provincie Hedmark – twee momentopnamen in kort tijdsbestek …DSC01598

De ene …

Op de kop van de Oslofjord, in de inham Bjørvika, bevindt zich het indrukwekkende nieuwe operagebouw van Oslo (opgeleverd in 2008). Vlak daarachter, aan de inham Bispevika ligt de Sørengakade, een voormalig havenpier en nu een splinternieuw woongebied met luxeappartementen. DSC01469 Beide locaties maken deel uit van het vernieuwingsgebied Fjordstad met haar urbane skyline rondom het centraalstation van Oslo. Op het uiteinde van Sørengakade ligt het gloednieuwe 300 acting places, een elektronisch-improvisatorisch ontmoetingsplaats waarvoor gitarist/live-elektronica specialist Alex Gunia het initiatief nam en in minder dan een jaar aanlooptijd tot een realiteit maakte. 300 acting places werd op 10 maart 2012 jongst leden. met een dubbelconcert van toetsenist Sigbjörn Apeland en gitarist Stian Westerhus officieel geopend.

Projectie

De ontmoetingen in 300 acting spaces worden live gestreamed en zijn ook na de concerten via Youtube toegankelijk. Er wordt met meerdere camera’s en beeld-geluid-synchronisatie gewerkt. Participerende musici en toeschouwers (live/streaming) kunnen via een vragenlijst op de muzikale ontmoetingen reageren. Zodoende ontstaat gaandeweg een corpus van concertopnamen en een corpus met reflecties op het improvisatorische gebeuren. De technische set-up is inmiddels zo compact dat 300as in de toekomst ook ambulant kan ageren, fysiek mobiel is. IMG_1709 Dat wil zeggen dat 300as-ontmoetingen ook elders kunnen plaatsvinden, als live-streaming te volgen zijn en zodoende een groter internationaal (publieks-) netwerk kan ontstaan. Er zijn plannen voor Berlijn, Caïro, Beijing, Tokio en New York. Hiermee is het een voorbeeld van zelforganisatie waar een prototype voor ontwikkeling en verspreiding van nieuwe muziek uit voort kan komen. Ook de sound-projectie naar buiten in de omgevende stedelijke ruimte en het betrekken van niet Noorse musici op de Sørenga-locatie dient zich aan. Voor april is een optreden van Attila Csihar, de Hongaarse zanger van de Noorse black metalband Mayhem, in het kader van Inferno gepland, het jaarlijkse Oslose Black Metal Festival.

De andere …

IMG_1547Ruim 90 km noordoostelijk van Oslo in de provincie Hedmark, ligt het stadje Kongsvinger. Hier begint een oeroud dicht bebost gebied, de Finnskogen, dat zich uitstrekt tot ver de Zweedse provincie Värmland in. Via kleine wegen bereik je de verspreid liggende plaatsen. Centrale plaats van het in de 16e eeuw door de Zweedse koning aan Finse migranten toegewezen gebied is Svullrya, nu een plaatsje met een paar honderd inwoners. In de diepe bossen ligt in de winter de sneeuw metershoog, de meren liggen er tot in maart bevroren bij en ’s nachts kun je de wolven horen huilen. Als je op weg naar het Røgdenmeer achter Svullrya het bos richting Flisa induikt, kom je na een paar kilometer bij Røgden Bruk Finnskogutstillingen, een oude zagerij die tegenwoordig als expositieruimte en cultureel centrum dient, een artistieke ontmoetingsplaats voor beeldend kunstenaars en musici. Hier vindt een jaarlijks terugkerend evenement plaats dat bekende internationale kunstenaars naar Finnskogen brengt en een uitstraling tot ver over de grenzen van het gebied heen heeft.IMG_1563

Dit jaar, op 9 maart 2012, is het de plek voor Oddleiv Apneseths fotografische standbeelden plattelandsmensen én voor de première van Sammas-Himmelsøyle, het nieuwe werk van Sinikka Langeland, die uit de Finnskogen afkomstig is (Kirkenæs) en in Svullrya woont en werkt.

Sammas-Himmelsøyle werd uitgevoerd door haar groep met trompettist Arve Henriksen, saxofonist Trygve Seim, bassist Anders Jormin en slagwerker Markku Ounaskari plus Anna Maria Friman en Linn Andrea Fuglsethvan Trio Mediaeval als vocalisten, allemaal top ECM-artiesten met een eigen oeuvre. Deze voorstelling krijgt in dezelfde samenstelling een vervolg tijdens het aanstaande Internationale Kerkmuziekfestival in Oslo. Het is een opdrachtwerk IMG_1569van de plaatselijke Finnskogutstillingen en het Internationale Kerkmuziekfestival van Oslo van deze maandIMG_1583 IMG_1584 met ondersteuning van de Noorse Raad voor Cultuur en lokale als regionale overheidsinstanties.
.
.

Hemelszuil–axis mundi

Sammas-HimmelsøyleSammas of Sampo is het Finse woord voor Himmelsøyle (hemelszuil), een cruciaal element in het Finse Kalevala-epos. Het is een magische entiteit die multipel IMG_1578 ingevuld kan worden. In eerste instantie wordt Sampo gezien als een zuil die hemel en aarde bij elkaar houdt, vergelijkbaar met de Jacobsladder uit de christelijke voorstellingswereld, maar ook als sterrennavigator (astrolabium), als magische molen of geheimzinnige schatkist. Langeland verbindt deze sporen en geeft het geheel d.m.v. Runesongs, religieuze volksliederen en mimesis van de geluiden van het bos met zijn dieren en geesten muzikaal vorm. “Het is inspirerend sporen en fragmenten van ideeën over de wereldboom, axis mundi, in Finnskogen te vinden. Ik heb deze en een paar verhalen die daarmee oplopen in songs omgevormd die door instrumentale passages en improvisaties van musici omspeelt worden. Mircea Eliade merkt over axis mundi op dat ‘elke microcosmos, iedere bewoonde regio een centrum heeft, d.w.z. een plek die iets bijzonders heeft, boven de rest uitstijgt en geheiligd is’ ”. Het is de wereld achter de grijpbare wereld waarin zich axis mundi, sensor en navigator, aftekent.
IMG_1566
In de 11 delen van het stuk gaat het over bomen, de jacht, wolven, bevers en natuurlijk de zuil of ladder die hemel en aarde met elkaar verbindt. Onder een volle maan diep in het bos brengt het zevental op de plek van de oude zaagmolen in puur akoestische uitvoering dit muzikaal tot leven en beleving. Het gaat over de omgeving zelf waarin de muziek uitgevoerd wordt, over de energie en de krachten die in het bestaan, het gevecht en de verbeelding van de mensen hier/daar werkzaam zijn en hun ziel voeden. Het bijzondere in deze omgeving is niet alleen de stikte maar vooral de speling van licht en donker in de schemering en s’nachts. Het donker vertoont verbazingwekkende, geheimzinnige reflecterende lichte sectoren en randen.

Vocaal

Nieuw in dit nieuwe programma van Langeland is de vocale component van drie vrouwenstemmen met Anna Maria Friman en Linn Andrea Fuglseth daarbij, waardoor er – op een solostuk Kamui na een minder prominente rol voor Langeland en haar instrument, de kantele (Finse tafelharp), weggelegd is (er zijn altijd nog twee stukken met de kantele in de hoofdrol). Friman en Fuglseth vormen een geprofileerde eenheid en drukken een sterke stempel op het groepsgeluid te meer doordat negen van elf stukken vocaal zijn. Daarmee verschuift ook de rol van de twee blazers die in en rond de vocale focus opereren. Trygve Seim en Arve Henriksen doen dat met veel bravoure. IMG_1597 Terwijl Seim zijn tonen met schalkse bedachtzaamheid buigt, laveert Henriksen tussen sereen engelachtig, bloedmooi en wilde, opschuddende kobolderei wat in Romrakett tot een even plotselinge als verbluffende muzikale gedaanteverwisseling van beiden leidt, de boel energiek en vrolijk opschudt. Jormin en Ounaskari zijn ondertussen de wind en de bomen zelve. Zo belandt de luisteraar steeds weer op andere manier op paganistische kruispunten. Ook met de toegifte van een Marialied. En dan is het eigenlijk pas begonnen, het grotere bos-epos.

Terwijl zich de wereld achter de wereld in een omgeving als Finnskogen voor onze zintuigen veelvuldig en nog vrij direct openbaart, ligt dat in urbane omgevingen anders. Veel breed en hoog kwadratisch steen en glas in een wirwar van asfaltwegen en spoorlijnen waarover voertuigen en mensen constant bedrijvig heen en weer bewegen. Overdag en s’avonds en s’nachts in reliëfs van flikkerend en fonkelend licht en grote, donkere slagschaduwen.
DSC01612 DSC01605

In elkaar grijpen van …

300as kwam in vrij korte tijd, minder dan 1 jaar, voornamelijk via informele kanalen tot stand. Een belangrijke rol hierin speelden personen uit het veld die kunnen scharnieren of de bal aan het rollen kunnen brengen. Uiteraard moeten ze iets in de onderneming op zich zien en liefst moet het een bijdrage leveren die in hun lijn past, iets daarvoor oplevert. De locatie, 1 segment op de begane grond van het nieuwe gebouw met luxe appartementen voor dit muzikale project was in 30 minuten geregeld. Gunia en zijn crew konden zelfs nog aangeven hoe ze het opgeleverd wilden krijgen. 300as is verbonden met Norwegian State Academy of Music/Norges Musikkhøgskoler, met name The Arne Nordheim Centre for New and Experimental Music (project wereldwijde verspreiding van elektronische muziek ) en wordt inmiddels door een reeks van belangrijke organisaties gesteund waaronder de Noorse Raad voor Cultuur, Music Information Centre Norway, de platenmaatschappij Grappa (te vergelijken met Challenge hier), de stedelijke ontwikkelingsmaatschappijen Sørenga en Bjørvika, de festivalorganisatie turbine agency (volledige lijst zie website). Het is een goed voorbeeld voor het in elkaar grijpen van publieke en particuliere steun, van performer en organisator, van lokaal en globaal. Het is van eminent belang voor het functioneren van zelfbewuste netwerken met duidelijke culturele en artistieke visies.

Soundgalaxieën en kampvuur

IMG_1629 De ruimte van 300 acting spaces oogt op het eerste moment als stuurcentrale van een (ruimte)schip waarin stuurlui vreemde handelingen uitvoeren terwijl space odyssey geluiden rondzoeven en je door het glazen front de nachtelijke skyline langs de Oslofjord gade kunt slaan met het grote in licht badende Havnelageret blok als blikvanger. Tijdens de uitvoering krijgt de scenerie gaandeweg steeds meer iets weg van een kampvuur met daarom heen een ring van toehoorders. En inderdaad, elektronische muziek is tenslotte vuurmuziek!IMG_1617

Kleine-kist-ambient

In de eerste set van deze openingsavond speelt toetsenist Sigbjørn Apeland (1966) met Noiser, het duo van Alex Gunia en Kristoffer Lislegaard. Apeland, dat is het opmerkelijke van deze avond, zit achter een simpel oud harmonium met twee brede voetpedalen. Een radicale minimalisering van het grote kerkinstrument. Hoe verhoud zich dat tot de flinke elektronica-uitrusting van de twee Noisers? Zijn er soms ook krakende spacy sounds uit zo’n oude kist te halen? Een oude kist die het in alle dimensies aflegt tegen de mogelijkheden van de huidige live-elektronica, kan dat tot iets leiden? Het zou in beide richtingen kunnen werken. Enerzijds: het orgeltje legt het elektronicagedeelte (de nodige) productieve restricties op. Anderzijds: de extreme restricties van het orgeltje stimuleert de vindingrijkheid van de bespeler in een dergelijke context.

Om bij het laatste te beginnen: Apeland heeft de afgelopen jaren op juist dit instrument een intrigerende vorm van ambient ontwikkeld waarbij hij niet alleen gebruik maakt van sustenuto en tonale verglijdings-mogelijkheden maar ook de traagheid en de onvermijdelijke bijgeluiden tot zijn muzikale vrienden heeft gemaakt. Te beluisteren is de intrigerende muzikale uitkomst daarvan op een drietal recente albums: Glossolalia, 1982 – Pintura, Hommage à Ole Bull.

IMG_1634Wat in de context van 300as meteen opvalt: men zet – zonder hokjesgeest – in eerste instantie op het improvisatorisch vermogen van de musici die uitgenodigd worden, los van het instrument. In dit geval krijgt men door de uitnodiging van Apeland ook nog een rijk gevulde zak muzikale traditie (in voorraad) mee. Het is op zich al een opvallende en uitdagende ontmoeting tussen twee verschillende werelden. In de Noorse context is zoiets gebruikelijk en wordt de ontwikkeling van dergelijke ongewone verkenningen gewaardeerd. Met alle uitwerkingen die het kan opleveren. Het leidde in dit geval van from-scratch-improvisatie tot aftasten en het vinden van balansen. De inbreng van dit instrument met Apelands aanpak leverde een zachter, hemelser klankbeeld van de elektronica op met een reeks nieuwe percussieve mogelijkheden in de interactie van beide partijen. Dat bood mooie aanzetten die in de spanning van stilstand en voortzetting, van genoegen nemen en iets nieuws vinden, van wachten en doorpakken soms onvoldoende compact doorontwikkeld werden. Het bleef dynamisch, maar had vanuit het perspectief van luisteraar bezien meer mogen vlammen. Dat blijft de grootste uitdaging en is een belangrijk focuspunt van dit longitudinaal-project.

Orkestraaljager

IMG_1632 IMG_1619Na de kleine kist dan een orkestraaljager in de tweede openingsset: gitaarwonder Stian Westerhus (1979), spraakmakend (o.a. met zijn en alomtegenwoordig: o.a. in het nieuwe trio van Nils Petter Molvær (Baboon Moon), duo met Sidsel Endresen (album bij Rune op komst), duo Monolithic (Black Science) met Motorpsycho-drummer Kenneth Kapstad, Puma en in 2010 zijn doorbraak met het soloalbum Pitch Black Star Spangled.

Westerhus speelde een volledig geïmproviseerde soloset, had het dus met zijn bijdrage aan deze opening zelf in de hand, hoe groot, klein enz. het zou worden. Structurering vooraf? Nee, niets daarvan is het credo van Westerhus, blanko pagina. “Af en toe heb ik geprobeerd één of twee passages van tevoren te plannen, bij wijze van houvast waar ik op terug kan vallen. Maar die benadering wreekt zich vaak als ik iets oppak dat in de mix gebeurt. Als je van de geplande route afwijkt, beland je vaak in een door en door bad vibe en beland je bij iets dat niet klopt; vooral als je alleen op het podium staat. Je moet je eigen oren vertrouwen en trachten te spelen wat je hoort. Dan elimineer je meteen vanzelf al die niet kloppende dingen.” Improviseren is echter geen waarde op zich. Het innerlijke vuur is uiteraard het belangrijkst voor de impact. Elke solo is uiteraard een duo met jezelf en bij Westerhus gebeurt dat letterlijk in orkestrale dimensies. Hij stuurt met gitaar en pedalen niet alleen uitvergrotend, vervormend etc. een groot arsenaal aan elektronische klanken aan. Uiteenlopende klanken zijn bij hem over de waarnemingsruimte verdeeld. Hij brengt ze als secties van een orkest in lagen, contrapunt, overlappend, heen en weer gaand etc. bij elkaar. IMG_1667

Sing with me somehow …

Zacht strijkend (e-bowing) zette hij in. Middels geavanceerde strijktechniek creëerde hij dynamisch in elkaar grijpende texturen van een helder structuur, die getijdenachtig steeds weer in felheid opliepen, elke keer iets meer en vervolgens in exploderende riffs uitmondden. Schitterend hoe Westerhus dynamiek, felheid, hard volume en helderheid in balans hield. Daarbij is zijn spel steeds ook heel fysiek, hetzij bij de strijkbewegingen hetzij bij het flink duwen van en trekken aan de snaren op de hals. Kortom bij hem zien we in deze orkestrale vorm een nieuwe synthese van de figuur van wild zwaaiende gitaarheld en geavanceerde elektronische klankbewerking en –productie aan het werk. Waarbij ook steeds weer melodische elementen van meer of minder exotische aard fraai vormgegeven in zijn spel opdoemen. Niet voor niets heet één van de titels van zijn soloalbum Sing with me somehow. In gesprek beaamt Westerhus dat hij een diep in melodie gewortelde musicus is. Alleen hij benadert dit kerngegeven niet langs platgetreden paden. Net als bij eerdere optredens die ik van hem zag, gaat Westerhus ook hier weer voor het volle pond. “Het is me meer dan eens overkomen dat mijn gitaar op het einde onder de spatten bloed zat. IMG_1683 Daarbij ben ik er niet op uit zo naar buiten gericht extrovert te zijn. Ik besef gewoon niet hoe ver ik ben gegaan. Dat komt pas kop het moment dat de gig IMG_1699voorbij is en het gevoel van uiterste uitputting mee overkomt. Voor mij is het echt van belang zo’n doel te hebben en de gedachte te koesteren dat ik er moet komen. Mijn concept – zo ver er sprake van kan zijn – is alles of niets! Dat houdt niet in dat het superintens moet zijn of zoiets, maar dat de gig een sterke persoonlijk focus moet hebben, iets wat voor mijn part, op de grens van performance art zit.” De andere kant daarvan is de blanko pagina. “Ik ben heel erg sterk erop gericht dat alle muziek een vorm van verzet of uitdaging zou moeten hebben. Het verzet dat inherent is aan een diep persoonlijke performance is de sleutel.”

Westerhus eindigde met een op feedback fel doorloeiende gitaar. die zich losgemaakt lijkt te hebben van haar bespeler en alleen net de sprong in of over de Oslofjord niet maakte. Westerhus bleek een waardige vervanger voor het oorspronkelijk geplande concert van Supersilent (Arve Henriksen, Ståle Storløkken, Helge Sten) met wie Westerhus al een aantal gemeenschappelijke optredens gedaan heeft en nog voor de boeg heeft. Westerhus is op het moment naast John Paul Jones (Led Zeppelin) de regelmatige terugkomende gastspeler bij Supersilent.

Abgesang

IMG_1707Voor beide momentopnamen zijn de wisselwerkingen en werkzame verbindingen met hun voedingsbodem evident. Beide plaatsten, beide voorstellingen ontspringen het Noorse systeem, zijn in menig opzicht kenmerkend ervoor. Het cultuurbeleid en de subsidering werken stimulerend doordat het zich op deze kwalitatieve culturele en artistieke basis en langdurig onderhoud ervan richt. In beide gevallen liggen urban en rural, moderniteit en traditie dicht bij elkaar. De Noorse overheid blijft intensief in de leefbaarheid van het platteland (gecombineerd met mobiliteit) inzetten en in ontwikkeling van lokale cultuur en ruimte voor etnische minderheden investeren. In dit geval vinden we op het platteland topmuziek met een sterke lokale binding. In het andere geval zien we experimentele muziek zowel qua hard- en software als qua vormen van verspreiding en publieksparticipatie met een traditionele backdrop en geavanceerde radicale muzikale herdefiniëring. De kwaliteit van de opbrengsten liegt er niet om, evenmin de directe en indirecte economische effecten. Het is een aanpak die Noorwegen met zijn vierenhalf miljoen inwoners op muzikaal gebied tot een leading force heeft gemaakt.

Bij dit artikel is gebruik gemaakt van een interview van Jan Granlie met Stian Westerhus in JAZZNYT, het magazine van de Noorse Jazzfederatie. Alle foto’s © FOBO – Dikran + Henning Bolte ©. Foto’s van Oddleiv Apneseth, zie Apneseth.

Links

Concertdata

  • 12 mei – Supersilent + Stian Westerhus: Göteborg
  • 13 mei – Sinikka Langeland: Flensburg
  • 14 mei – Sinikka Langeland: Flensburg
  • 25 mei – Trio Mediaeval + Arve Henriksen: Eindhoven, Catherinakerk
  • 26 mei – Supersilent: Elbjazz Hamburg

Discografie (selectief)

  • Sinikka Langeland – The Land That Is Not, ECM RADIO on demand
  • Trygve Seim/Andreas Utnem – Purcor, ECM RADIO on demand
  • Anders Jormin – Ad Lucem, ECM RADIO on demand
  • Markku Ounaskari/Samuli Mikkonen/Per Jørgensen – Kuára, ECM   RADIO on demand
  • Trio Mediaeval – A Worcester Ladymass, ECM
  • Arve Henriksen – Cartography, ECM   RADIO on demand
  • Sigbjørn Apeland – Glossolalia, Hubro
  • Nils Økland/Sigbjørn Apeland/Øyvind Skarbø – 1982, Pintura, Hubro
  • Nils Økland/Sigbjørn Apeland – Hommage à Ole Bull, ECM
  • Stian Westerhus – Pitch Black Star Spangled, Rune RADIO on demand
  • Nils Petter Molvær – Baboon Moon, Sula
  • Monolithic – Black Science, Roggbif
  • Puma – Half Nelson Courtship, Rune