Mari Kalkun: Levende traditie uit Estland
Eind september dit jaar maakte ik met een goede vriend mijn eerste reis door Estland en Letland. Na twee dagen in de hoofdstad Tallinn reisden we met de auto door de bossen naar het oosten van Estland en wandelden door het Laheema Nationaal Park dat zich uitstrekt tot de Finse Golf. We bezochten Rakvere waar de beroemde componist Arvo Pärt heeft gestudeerd en overnachtten in een Bear Watch in het Alutaguse Vald om midden in de bossen beren en wasbeerhonden te zien. We reden over bijna lege wegen afwisselend door dichte dennenbossen en golvende groene landschappen. We verbleven in het dorp Kuremãe vlakbij een Russisch-orthodox nonnenklooster en bezochten van daaruit Vasknarva, een Ests-Russische grensplaats aan de rivier de Narva. We reden langs het Peipsi meer naar Tartu, de tweede grote stad van Estland. Na een tip van collega muziekjournalist Bas Springer kocht ik in Tartu een cd van Mari Kalkun, een zangeres uit Estland die daarnaast diverse instrumenten speelt zoals gitaar, accordeon, harmonium, fluiten en de kantele, een traditioneel Ests snaarinstrument dat vergeleken kan worden met de dulcimer. Een maand later sprak ik de zangeres tijdens de belangrijkste wereldmuziekbeurs de Womex in Las Palmas, Gran Canaria.
Eigentijdse Estse folk
Mari Kalkun bracht drie solo albums uit: Üü tulõk (Arrival of the Night. 2007), Vihmakõnõ (Dear Rain. 2010) en Ilmamõtsan (In the Wood of the World. 2018). Veel van haar songs hebben het landschap en de bossen van Estland als thema. Ze is al bekend in veel landen en heeft opgetreden in Duitsland, Engeland, Finland en Japan waar haar muziek goed ontvangen wordt. ‘Mijn muziek is eigentijdse Estse folk, dat betekent dat de muziek die ik maak nieuw is,’ vertelt de zangeres als ik met haar van de stand van het Estonian Traditional Music Center naar buiten loop en wij een plekje in de zon van Gran Canaria zoeken. ‘Ik arrangeer geen traditionele songs maar mijn muziek is wel beïnvloed door lokale tradities’. Mari komt uit het zuiden van Estland, uit de regio Võruma. ‘Ik heb lang in Tartu gewoond maar mijn roots liggen in Võruma. Ik zing in twee talen: het Ests en Võru, de taal uit de regio waar ik vandaan kom. Die is ouder dan het Ests. Het zijn Fins-Oegrische talen’. Ze zegt onder andere beïnvloed te zijn door pop en folk uit het Westen. ‘Ik groeide op in Estland in de jaren negentig. Estland werd in 1991 onafhankelijk. Er kwam daarna veel informatie binnen over muziek uit de hele wereld. Ik luisterde veel naar singer-songwriters, naar Nick Drake en José González.’
Zelf begon Mari haar muziek carrière als singer-songwriter en raakte steeds meer geïnteresseerd in de traditionele volksmuziek van haar land. ‘Dat begon voor mij in 2000. In die tijd vond er een wedergeboorte van Estlandse volksmuziek plaats. Het Vijandi Folk Music Festival was van grote invloed. Dat is een heel belangrijk festival. Vijandi is een kleine stad in Estland. Er is daar ook een muziekacademie waar veel van de musici studeren. Ikzelf heb muziek gestudeerd in Helsinki. De instrumenten die ik speel zijn accordeon, harmonium, gitaar, fluiten en kantele (in het Ests en Fins kannel–Rvb). Je hebt er verschillende van, van 12 tot 26-snarige kanteles.’
Familie traditie
De teksten van liederen uit Estland worden vaak geschreven door Estse dichters. Dat was op haar vorige albums vaak ook zo maar voor het laatste album Ilmamõtsan heeft ze de teksten zelf geschreven. ‘De meeste albums die ik maak zijn heel conceptueel. Vihmakõnõ, het album dat je kocht in Tartu, heb ik opgedragen aan mijn grootouders. Het gaat over de traditie die me interesseert, levende traditie. Dat is wat we nu doen. Het gaat om verhalen uit onze familie traditie, van onze grootouders. Het is de manier om meer te weten te komen over onze roots. Het is antropologie via de muziek. Je wilt weten waar je vandaan komt, bestudeert het via de muziek en schrijft een song die daarop is gebaseerd. Mijn vorige albums waren heel persoonlijk in de zin dat de meeste songs aan iemand opgedragen waren. Op het laatste album Ilmamõtsan zing ik over bossen vanuit een Ests perspectief. Het bos is heel belangrijk voor de mensen in Estland, vooral voor die uit Võruma.’
Mari legt uit dat het niet alleen om het fysieke bos gaat maar dat het ook een state of mind is. ‘De Esten zijn geen religieus volk. Oude tradities zijn in de rest van Europa sneller verdwenen dan in Estland, door de modernisering en rijkdom. De tradities bleven in Estland langer in stand. Dat heeft het voordeel dat we er ook meer informatie over hebben. Het folkmuziek archief van Estland is een van de grootste van Europa.’
Runa songs
De traditionele liederen van Estland zijn de Runa songs. ‘Het zijn poëtische liederen uit Estland en Finland. Het is een systeem voor de archaïsche poëzie die is gebaseerd op acht lettergrepen. De traditie van de Runa songs is heel oud, tussen de 3000 a 4000 jaar maar dat is moeilijk te bewijzen. Het is een orale traditie. Eind 19e eeuw werden deze songs verzameld. Met de noten en de teksten. Daarom hebben we zo’n groot archief. Er waren en zijn veel zangers en zangeressen die de traditie hebben bewaard. Het nummer Motsavelemäng (The Forest Brother Game) is een nieuw lied wat betreft tekst en melodie maar het is geschreven in de Runa song stijl.’ Mari Kalkun neemt haar meeste albums solo op maar wel met gastmusici. ‘Op het laatste album met een accordeonist en een contrabassist. Maar ik heb daarnaast ook een band met Finse musici: Mari Kalkun & Runorun. Met hen nam ik het album Tii ilo (2015) op.’ Mari zegt niet direct uit een muzikale familie te komen maar muziek zat er altijd wel in. ‘Er werd door mijn oma’s gezongen, een overgrootmoeder was dirigente van een koor. Ik ben begonnen met klassiek piano toen ik vijf was. Ik ben een groot fan van Arvo Pärt.’
Mari ziet het niet als een probleem dat ze alleen in het Ests en het Võru zingt. ‘We willen wel een groter publiek voor de muziek uit Estland. Ik geloof dat iedereen in zijn eigen taal zou moeten zingen. Als musicus ben je ook een artiest die zichzelf wil uitdrukken. En dat kun je het beste in je eigen taal. Ik hou erg van muziek in de eigen taal.’
Forest Brothers
Estland heeft historisch gezien heel veel invloeden ondergaan: van de Zweden, de Duitsers en de Russen (zowel tsaristisch Rusland als de Sovjet Unie). Op mijn vraag in hoeverre dat de muziek van Estland en die van Mari in het bijzonder heeft beïnvloed, antwoordt ze: ‘Muzikaal gezien niet want ik ben geïnteresseerd in de oudste laag van onze muziek, dat zijn de Runa songs.’ Maar de bezetting door de Sovjet Unie is in feite nog vrij recent. ‘ Ik herinner me nog dat de tanks in 1994 vertrokken. Ik heb ook een nummer gewijd aan de Forest Brothers, een groep partizanen die in de jaren vijftig in de bossen van Estland tegen de Sovjet Unie vocht. Dat is Motsavelemäng (The Forest Brother Game). Het was een verschrikkelijke tijd met een massa terreur tegen de Esten. 15000 mensen werden gedeporteerd naar Siberië, het grootste deel kwam nooit meer terug. De Forest Brothers stonden ook op de deportatie lijst maar ontsnapten, leefden in de bossen om te vechten tegen het Sovjet regime. De laatste Forest Brother verdronk zichzelf in 1975 toen hij opgepakt dreigde te worden door de KGB. Deze song is een dialoog tussen de Forest Brothers en degenen die hen opjagen: de Sovjets. Die geschiedenis is nog zo dichtbij. Die wond zit bij velen nog diep.’
En daar heeft Mari Kalkun een mooi en ontroerend lied over geschreven in de levende traditie van de Runa songs! Het maakt haar muziek geheel eigen en bijzonder. Toen ik haar album in Tartu kocht, wist ik nog niet dat ik ‘m thuis vaak zou afspelen en dat ik Mari Kalkun een maand later op Gran Canaria zou ontmoeten. Haar nieuwe album speel ik nu ook vaak af. Ook nam ik van de Womex verzamel albums mee uit Estland en Letland, muziek die in Nederland nog totaal onbekend is. Ook Mari Kalkun is in ons land nog niet bekend. Maar het wordt tijd dat daar verandering in komt en dat ze door boekers en festival organisatoren naar Nederland wordt gehaald.
Foto’s: Ruudu Rahumaru
Video’s van Mari Kalkun
Motsavelemäng
Keelega-meelega