MAM: Look: Nederlands!
Deel 9 in de reeks Postpunk Nederland, een serie artikelen over interessante Nederlandse bands die opkwamen na de punkgolf van 1977, 1978. Eigenzinnige, vaak ondergewaardeerde bands die blijvend applaus verdienen. Deze week het tweede deel over MAM.
Ondanks de tegenslagen op labelgebied slaagt MAM er in 1986 toch in om de nodige airplay te bewerkstelligen. En dat heeft alles te maken met La Grande Parade. La Grande Parade is niet alleen een schilderij van Fernand Léger maar ook de naam van een tentoonstelling die van december 1984 tot april 1985 in het Stedelijk Museum Amsterdam loopt. De expositie toont hoogtepunten van de schilderkunst na 1940 middels werken van onder meer Max Beckmann, Willem de Kooning, Jackson Pollock, Pablo Picasso en Fernand Léger.
La Grande Parade maakt grote indruk op Nits-frontman Henk Hofstede en hij krijgt het idee dit aan muziek te koppelen. CBS is aanvankelijk wel geïnteresseerd in het idee van Hofstede om een plaat te maken die gebaseerd is op schilderijen, maar haakt uiteindelijk toch af vanwege de grote hoeveelheid mensen die Hofstede voor het project in gedachten heeft. “En wat ligt er dan meer voor de hand om zelf een platenlabel op te richten”, aldus Hofstede later tegen OOR. Hij richt Werf Records op en weet 39 musici te rekruteren om in de oefenruimte van The Nits op een 16-sporenrecorder een nieuwe, eigen, compositie op te nemen, gebaseerd op een door henzelf uitgekozen schilderij van La Grande Parade. Onder de muzikanten bevinden zich bandleden van W.A.T., 5 Slag 1 Wijd, Tent en The Dutch, maar ook leden van de theatergroep Mexicaanse Hond en solo-artiesten als Fay Lovsky. En MAM.
Op 23 april 1986 wordt het album La Grande Parade in Paradiso gepresenteerd: 10 songs, gebaseerd op 11 schilderijen, gespeeld door 39 muzikanten. Het album La Grande Parade krijgt later extra aandacht doordat de ludieke bijdrage van MAM, Maternité een radiohitje wordt. De band verbindt Maternity van Pablo Picasso aan een boterham met kaas: “Mam, weet jij nog wanneer ik voor het eerst een boterham met kaas gegeten heb?” Maternité zal een van de bekendste nummers van MAM worden. Een opvallend succesje in het overgangsjaar 1986.
Nieuw realisme
Tussen 8 september 1986 en 23 februari 1987 neemt MAM in zestien sessies de elpee Ontwik op. Plaats van handeling is de BGM Studio in Den Haag. De plaat wordt gemixt in de Werf Studio in Amsterdam, de studio van The Nits. Henk Hofstede en Robert Jan Stips zijn dan ook betrokken bij de totstandkoming van Ontwik. De plaat komt uit in de zomer van 1987, op het Werf Records label van The Nits. MAM is een band die altijd onderweg is, en nog niet gearriveerd is. “De titel staat voor een voortgaande ontwikkeling, gepresenteerd in een afgebroken stuk, als een stuk chocola,” aldus Tom America. Ontwik is ontroerend, speels en voor MAM-begrippen toegankelijk. De songs zijn duidelijker gestructureerd. Dit levert al snel meer positieve reacties op dan bij eerdere releases.
Taal staat centraal. Klanken, woorden en betekenissen, daar kun je volgens Tom America nog eindeloos mee experimenteren. De plaat opent met Woord, Woord, Woord en het is al snel duidelijk dat hier op een andere wijze met tekst wordt omgegaan: “Sluip om het woord, proef het woord, toon de zin.” In het pakkende (Engelstalige!) Klein Klein Klein duikt een mondharmonica op. Niet eerder was MAM zo poppy. Ontwik blijkt vol rijkdom te zitten: er is de puntige meeslepende pop van het op single uitgebrachte Er Is Zoveel Verdriet. Een lied over de strijd van de artiest om de lach, het stampende been en het succes. Er is een gevoelige beschouwing over een PTT’er én kunstenaar: Jan Schoonhoven.
Tekstueel laat MAM zich deels inspireren door literaire tijdschriften uit het verleden zoals het Nederlandse Barbarber en het Vlaamse Gard Sivik. Tijdschriften waar onder andere Jan Hanlo, K. Schippers, Bernlef en Armando voor schreven. Tijdschriften die een nieuw realisme in de Nederlandse letteren voorstonden. Met name Barbarber interesseerde zich voor datgene waar in de literaire bladen geen aandacht aan werd besteed omdat men het ondramatisch, lullig, onbelangrijk, futiel vond. Dit heeft MAM met Barbarber gemeen. Neem de titelsong van Ontwik: warm, gloedvol maar ook bizar en minimalistisch:
“ontwik
ontwik
ontwik
ontwik
baksteen baksteen
en stoeptegel stoeptegel”
De bakstenen en stoeptegels in het lied verwijzen overigens naar het huis van Tom America, in Tilburg, dat op dat moment een verbouwing ondergaat.
Tom America is er van overtuigd dat je als Nederlandse popgroep zo Nederlands mogelijk moet zijn om buiten de grenzen potten te breken. In Vinyl legt hij in de zomer van 1987 uit: “Als je internationaal wat wilt moet je niet Fellini imiteren, zoals Fons Rademakers zei. Je moet iets maken als de film Abel, door en door Nederlands. MAM is in die zin wel een soort Abel-band. Wij willen ook internationaal wat, dus streven we ernaar zo Nederlands mogelijk te zijn.”
Ontwik is rijk geschakeerd: de plaat herbergt ook nog een beheerste cover van Mercy Me van Marving Gaye (The Ecology) en er is jazzgitaar te horen in Het Begrijpen Groeit en Er Luistert Toch Niemand, twee rustpunten op de plaat die de elektronische gloed en de scheurende gitaren van Our Stumbling Our Stammering omlijsten.
Ongelofelijk
“Als MAM ooit een hit krijgt, ga ik een dag lang huilen”, aldus Tom America in 1987, nadat gebleken was dat ook Er Is Zoveel Verdriet geen hit zou worden. Een kleine twee jaar later, in het voorjaar 1989 lijkt het er evenwel sterk op dat MAM een hitje heeft gezien de aandacht voor de single Ongelofelijk. Waarom dit nu wel een hit wordt blijft gissen. De tekst beperkt zich tot “het gaat maar door, het gaat maar door, ongelofelijk”, al is de muziek behoorlijk catchy. Tom America verklaart later dat hij een ritme van Sly Stone en een ritme van John Lennon op zijn drummachine had ingespeeld en er uiteindelijk zelf een instrumentaal nummer van had gebouwd omdat de andere bandleden er niets geschikts bij konden verzinnen. Uiteindelijk had hij het nummer afgemaakt met wat tekstregels. Ongelofelijk staat op de nieuwe elpee Hobbel die weer een stukje toegankelijker blijkt dan zijn voorganger. Alle nummers zijn nu bovendien Nederlandstalig.
In OOR trekt America een parallel met The Nits, de band die al in 1983 was doorgebroken. “We stammen allebei uit de lichting van ’78, zijn allebei sterk beïnvloed door Mecano. En ja, op een gegeven moment hebben The Nits iets uitgekristalliseerd, iets Nederlands. Liedjes over de Dapperstraat, Nescio. En ik kan niet anders zeggen dat dat mij weer heeft beïnvloed, dat opblazen van dat typisch Nederlandse. Alleen, ik doe dat op mijn manier.”
Hobbel komt niet uit op Werf Records, maar op het Friese Top Hole. De plaat staat weer vol sterke songs: het nummer Nederland sluit mooi aan bij Ongelofelijk. Het is de tweede single van het album. Een opgewekt en opgeruimd popliedje met een tekst vol Nederlandse woorden die niet veel afwijken van hun Engelse equivalenten: straat, boek, film, materiaal, kat en glas. De tekst is dus weer typisch MAM. Een kenmerk dat de band een imago van kneuterigheid en moeilijkheid heeft bezorgd. America tegen Swie Tio van OOR: “Er bestaat zo’n gêne over MAM. Men vindt ons truttig, zielig, zeikerig. Zo’n tekst als “het gaat maar door, het gaat maar door, ongelofelijk”. “Jongens, wat een onzin,” wordt er dan geroepen. “Néé,” zeg ik dan, “géén onzin.” Ik vind het juist heel zinvol om zo’n liedje te maken, om met zeer primitieve middelen verwondering uit te kunnen drukken. Wat ik doe is het Nederlandstalige lied verder helpen en wel door een andere invalshoek te nemen dan de gebruikelijke verhaaltjesvertellerij.”
Hobbel klinkt milder en eenvoudiger dan Ontwik en Americas liefde voor Braziliaanse muziek is hoorbaar. De plaat is warm en swingt en America refereert graag aan MAM als “dansorkest”. Als geen ander weet MAM taalkunde en filosofie in eigenzinnige maar tegelijkertijd toegankelijke popsongs om te vormen.
Springlevend
Op Stout (1991) serveert MAM elektropop vol leuke vondsten en invalshoeken waar soms de geest van The Nits doorheen lijkt te zweven. Het titelnummer is typerend: pittige pop, voortgedreven door elektronische beats met een originele zanglijn: zweverig en meerstemmig zingt de band “braaf” en “moet kunnen”, terwijl “stout” er heel wat venijniger uitkomt. Een simpel idee met een gloedvol eindresultaat. Een Grote Kamer ligt in het verlengde van het werk op Hobbel. Een smaakvol en vriendelijk voorthuppelend nummer – ideaal voor Pieter Bons stemgeluid – dat handelt over de inrichting van Nederland. Schaduw is een evenzo fraai staaltje pop: gestut op stevige beats ontvouwt zich een ontwapenend en warm liedje. Geraffineerde gitaarpartijen, subtiele piano en heldere synthesizerklanken geven Schaduw zijn pracht. Ook Het Uitzicht is een prima albumtrack die bewijst dat MAM begin jaren negentig springlevend is. Het weelderige Jij Is Niet Mij is een van de hoogtepunten van Stout, een stemmige song vol kleur. Ook de remake van Wat Is Dit uit 1983 is ijzersterk. De Vrijheid Om Te Noemen is een relatief lang en complex nummer maar in tegenstelling tot soortgelijk werk van de eerste platen weet de band nu wel alle ideeën in een pakkend nummer te gieten. In de fraaie break is een rol weggelegd voor gitaar, fluit én gitarist Dave Green.
Het is bijna tien jaar na de plaat Affano d’Amore en in de bluesy rock van Toch Toch Toch maakt MAM de balans op van tien jaar muzikantenleven: “Van Dokkum tot Parijs, van Berlijn tot Hulst…”, “We zijn neergesabeld, ontkend en vergeten”, “Sinds ’81 zijn we bezig. We zagen bands ontstaan met veel tamtam en snel weer in ‘t niets verdwijnen. Waar zijn ze gebleven? Doe Maar, Sweet d’Buster, The Meteors…” Conclusie: ondanks de verwijten “pyamaposeurs met zigzagkoers” te zijn, is de band anno 1991 nog “springlevend”.
De humor komt weer bovendrijven in het bepaald niet alledaagse Ach Tom, een nummer over de besluitvorming binnen de band (“Dat heb je dus écht niet gezegd!”). In Wat Een Rommeltje duikt een kazoo op, alhoewel in MAM-verband de benaming van Drs. P, gonzofoon, beter klinkt. Ook Het Laatste Lied is amusant. Ieder bandlid mag even zijn ding doen, waarbij de Engelse Dave Green zich aan Nederlandse woorden als Hilvarenbeek, slaapkamerreclame en huppekee mag wagen.
Het meest opvallend nummer op Stout is ongetwijfeld Oote, een muzikale versie van het bijzondere gedicht van Jan Hanlo uit 1952, waar destijds zelfs kamervragen over werden gesteld. Hoe kon er belastinggeld naar een blad als Roeping gaan, dat zulke flauwekul publiceerde?
Afsluiter
In 1995 brengt MAM met de nodige zelfspot de “allerlaatste ongewenste intimiteiten” uit. Het album heet Look: Nederlands! In Jaren Jaren maakt MAM de balans van vijftien jaar muziek maken en optreden op. De nuchtere conclusie luidt dat het “keihard sleuren” is geweest. Elders op de plaat is MAM minder expliciet. Opener Baam Baam laat melodieuze (elektro)pop horen maar kent tegelijkertijd louter niet-bestaande woorden. Ook Daggeda laat de Dikke Van Dale voor wat ie is. Het bijzonder mooie eerbetoon Hee Kees is daarentegen weer bijzonder uitgesproken.
De dertien nummers van de laatste MAM-plaat zijn van wisselend niveau en het album boeit halverwege wat minder. Een kanshebber voor songtitel van het jaar is het voorlaatste nummer van de plaat: Die Tegelijkertijd Evenwel Nauwelijks. Afsluiter De Telefooncel lijkt vervolgens alvast een voorschot te nemen op de invasie van de mobiele telefonie. MAM legt hier de universele ervaringen van de mens in een telefooncel vast. Ervaringen en herinneringen die met het verstrijken der jaren langzaam uit het collectieve bewustzijn weg zouden sijpelen. Een lot dat MAM bespaard dient te blijven.
Voorgaande aflevering Postpunk Nederland: MAM (deel 1)
Volgende artikel Postpunk Nederland: Spasmodique