×

Artikel

10 november 2016

Lou Reed

Lou Reed: Sally Can’t Dance en het wonderlijke Metal Machine Music

Geschreven door: Frank Gesink

Label: RCA

Of Reed nu naar de kritiek op Berlin luisterde of niet (hij zei altijd van niet…)  opvolger Sally Can’t Dance klonk qua arrangementen weer puur en zonder de weelderigheid van producer Bob Ezrin. Waar de eerste drie albums in Engeland waren opgenomen keerde Reed nu terug naar zijn stad New York om daar met een Amerikaanse band nieuw songmateriaal op te nemen. Deze keer geen ouder Velvet Underground materiaal, maar allemaal nieuwe tracks. Het werd zijn meest succesvolle album tot op dat moment met een top 10 notering in de Amerikaanse albumlijsten. De titeltrack en vooral ook Kill Your Sons zijn onvervalste Reed klassiekers. Het blijft een raar feit dat hij – toch één van de innovators van een zeer typerende elektrische gitaarsound – op Berlin en Sally Can’t Dance vrijwel geen gitaar speelt.

OLou Reedndanks de kalere, meer toegankelijke songstructuren vallen er invloeden van soul, funk en zelfs blues te bespeuren, die het album toch een fris en eigenzinnig tintje meegeven. Terugkijkend op Reeds werk kun je concluderen dat het werkstuk nu vaak wordt ondergesneeuwd, doordat Berlin en Transformer door zowel fans als pers gebombardeerd zijn tot klassiekers. Met die albums legde Reed de lat dan ook gelijk erg hoog. Toch is Sally Can’t Dance een zeer leuk album, als je geen multi-gelaagd en excentriek meesterwerk verwacht.

mmmExcentriek en gelaagd zijn wel woorden die je op het opvolgende Metal Machine Music kunt plakken. Het is een volledig instrumentaal album, bestaande uit meerdere lagen gitaarfeedback. Veel effecten, loops en verschillende soorten microfoons en versterkers zorgen ervoor dat elke gitaar laag zijn eigen klank, toon en melodie heeft. Nabewerking in de studio maakt van de composities nog een complexer en vooral meer doordacht geheel. Als de luisteraar zich ervoor openstelt kun je met een beetje geduld ook de mooiste melodieën ontwarren. Zo valt vroeg in de eerste compositie al een zeemeeuw te horen en komen er later zowel saxofoon en viool voorbij. Maar nee, dit is allemaal puur gitaar. Het zijn deze ogenschijnlijk losse noten die samen voor nieuwe harmonie en melodie zorgen.

Even drie keer slikken voor de fan die mooie ballads of aanstekelijke rockers hoopt te horen. Pokkeherrie en ondoordringbare chaos, zo luidden destijds enkele reacties. Vol onbegrip. Het zal wel een grap wezen van Reed om frictie te veroorzaken in zijn moeizame platencontract? Nee, zegt hij zelf: Metal Machine Music is bloedserieus. Als je weet dat zijn Velvet Underground bandlid John Cale ook al graag experimenteerde met doordreunende klanken en de kracht van herhaling is het bruggetje plots niet zo vreemd meer. Onder leiding van La Monte Young deed Cale onder de noemer The Theatre of Eternal Music AKA The Dream Syndicate al heel vooruitstrevende dingen op dat gebied. De logische conclusie is dat Reed zich beïnvloedt voelde door zijn vrienden en zelf ook zoiets dergelijks wilde uitproberen. In die opzet is het album geslaagd. Wellicht niet zozeer van invloed op de evolutie van popmuziek, maar in experimentele gitaarmuziek, zoals No Wave en noiserock, is de invloed vandaag de dag nog steeds terug te horen. Een paar jaar later gingen componisten Glenn Branca en Rhys Chatham met soortgelijke gitaarexperimenten aan de gang en verbeterde en vernieuwde het in elk opzicht. Deze heren hebben dan weer zijn weerslag gehad op succesvolle, maar lawaaiige 90’s rock, zoals Sonic Youth. Zo zie je maar, waar een opstandig Lou Reed album al niet goed voor is…