Lenige Lucht – Frode Haltli speelt Arne Nordheim
De accordeon lijkt geen centraal instrument voor componisten maar is in de hedendaagse gecomponeerde muziek veel sterker vertegenwoordigd dan wij over het algemeen beseffen. Arne Nordheim (1931-2010), de meest prominente Noorse componist van de afgelopen decennia, heeft van 1967-1986 een reeks belangrijke accordeonwerken gecomponeerd.
Aquarium
Dat zijn Signals, voor accordeon, elektrische gitaar en percussie (1967), Dinosaurus, voor accordeon en tape (1971), Spur, zijn magnus opus voor accordeon en orkest in 1975 en Flashing in 1986. Voor dit soort werken had men toen wel een accordeonist nodig die dit soort muziek aankon. De Deen Mogens Ellegaard (1935-1995) was zo’n accordeonist. Hij was zelfs zo een, die zelf het initiatief nam en Nordheim in die dagen om het componeren van werk voor zijn instrument vroeg. Nordheim gaf er gehoor aan en schreef werk voor aquarium – zoals hij eerst via de slechte telefoonverbinding vanuit Kopenhagen dacht gehoord te hebben. Inmiddels horen Nordheims accordeon-werken tot het standard-repertoire van (modern)klassieke accordeonisten.
Haltli
De accordeon-werken van Nordheim staan nu alle- maal op één album vertolkt door niemand minder dan Frode Haltli (1975), de meest geverseerde en gevarieerde Noorse accordeonist van dit moment – getuige o.a. zijn drie albums in de ECM-catalogus, Looking On Darkness (met werken van eigentijdse componisten (Sørensen, Lindborg, Ratkje, Lindberg), Passing Images (met Arve Henriksen, Garth Knox en Maja Ratkje) en Yeraz, zijn duo met saxofonist Trygve Seim, zijn werk met de improvi- satiegroep Poing (met Rolf-Erik Nystrøm en Håkon Thelin, zie Written In Music) en zijn werk op het gebied van folkmusic. Haltli had nog net gelegenheid korte tijd bij dezelfde Ellegaard in Kopenhagen te studeren.
Nordheim
Nordheim begon ooit als orgelstudent aan het conser- vatorium in Oslo wat zijn latere accordeon-werken zeker ten goede kwam. Hij wisselde later naar het compositie-vak en studeerde in Kopenhagen, Paris en verbleef in 1959 voor studie in het Nederlandse plaatsje Bilthoven. Hij was de eerste Noor die zich op het gebied van de elektronische muziek wierp. In dat verband werkte hij tussen 1967 en 1972 in Warschau, in het Studio Eksperymentalne van de Poolse Radio (Polen was in die tijd heel actief op het gebied van Nieuwe Muziek en jazz). De beginnende elektronische fase valt samen met de periode waarin hij ook voor accordeon schreef. De verbanden tussen beiden liggen voor de hand.
Haltli over Nordheims werken in de Liner-Notes: “Arne Nordheims werken voor accordeon hebben tot een revolutie van ons beeld van het accordeon bijgedragen. In zijn wereld is het instrument met zijn twee manualen duidelijk stereofonisch. Het rompelt in de diepte en klinkt haast als een sinustoon in het hoge register. Het kan puffend en zuchtend als een orgel klinken, maar ook een bijna klinische elektronische sound voortbrengen.”
Dit jaar werd in Oslo aan de Noorse Muziekacademie het Arne Nordheim Center geopend en was Nordheim de centrale componist op het prestigieuze Huddersfield muziekfestival in Engeland waar onlangs ook het release-concert van dit album plaatsvond. “Voor de meeste Noren staat de naam Arne Nordheim voor eigen- tijdse muziek”, zo Hilde Holbæk-Hanssen vom Music Information Center. “Maar hij was even zeer een nationale figuur die aan het hoofd van de Noorse Buma stond. Hij was allereerst en hoofdzakelijk een identificatiefiguur van de Noorse kunst en cultuur met een hoge geloofwaardigheid. Tijdens de laatste vijfentwintig jaar van zijn leven verbleef hij in de staatsresidentie ‘Grotten’ wat het hoogste is wat een kunstenaar in Noorwegen ten deel kan vallen” (meer over Nordheim hier)
In de jaren 70 werd Nordheim extra bekend doordat Frank Zappa erg op hem gesteld was. Bj zijn eerste bezoeken aan Scandinavië legde Zappa zichtbaar de verbinding met Nordheim. Zappa nodigde Nordheim voor optredens in Noorwegen en de VS uit en onder- hield nauwe betrekkingen met hem.
Dynamiek
Nordheims accordeon-werken, dat blijkt uit deze opname. hebben de tand des tijds buitengewoon goed doorstaan. Dat zit hem vooral in de wijze van spanning en ontlading en de verbinding van de dynamische kant met de klankkwaliteiten en overgang tussen zijn bijzondere klankkwaliteiten. Je hebt geen moment het gevoel naar een ingespannen exercitie te luisteren – terwijl de klanken af en toe best radicaal en extreem zijn. Het geheim zit hem in deze dynamiek die het werk ook nu nog steeds uitdagend en van deze tijd maakt, zonder dat het enige vorm van een huidige beat of sound heeft. Meer nog, je kunt in de makelij een heleboel elementen horen, destilleren die hun uitwerking op de huidige Noorse muziek van verschillende genres hebben gehad.
Het album opent met Nordheims ongeëvenaard magnus opus Spur uit 1975, een opdracht-werk van de Duitse Südwestfunk Baden-Baden. Het werk wordt uitgevoerd door het Noorse Radio Orkest o.l.v. de bekende dirigent Christian Eggen (1957). De titel (Spoor/Afdruk) wijst aan de ene kant “op de voetsporen die het solo-instru- ment bij de verkenning van het open orkestraal land- schap achterlaat”, en aan de andere kant “op de stempel die de omgeving op de wijze van reageren van het solo- instrument drukt.” Het concerto wordt door Nordheim “als intermediair tussen sociale conventies en individuele vrijheid benaderd” met het oog op “het proces waarin individuele creativiteit geabsorbeerd wordt en gemeen- schappelijk bezit wordt en daarbij voetsporen en weg- wijzers achterlaat.” (Werkbeschrijving Muziekuitgeverij Schirmer) Deze benadering en de daaruit voort- komende dynamiek maakt dat het werk, zoals Haltli als jongste vertolker constateert, veel ruimte voor individuele invulling en improvisatie biedt.
De titel van het opus Dinosaurus kun je met zijn ‘grote’ oergeluiden bijna letterlijk nemen. Fascinerend wat het instrument qua klank en dynamiek in dit stuk geeft en met welke spanning Haltli het eruit laat komen. Een werk sterk van verbeeldingskracht. De ‘nieuwe’ geluiden vormen een overtuigend samen- hangend geheel. Indrukwekkend met name de klankspiegelingen in het hoge register. Het is pionierend werk dat in hoge mate nog steeds bij de tijd is.
Flashing, het laatste werk in de rij (uit 1986) is con- trastrijk maar vooral elementair, overpeinzend, stiller en breekbaarder. Ook hier weer lange tonen, vooral op het end. Lange tonen die geen oplossing bieden maar wel , berusting, gelatenheid. Het werk baseert op een solo cadenza uit Spur maar is niet identiek daaraan. Haltli zegt dat hij dit werk opgenomen heeft om het grote potentieel aan individuele invulling in Nordheims werk te laten horen.
Signals voor accordion, elektrische gitaar en percussie uit 1967, hier uitgevoerd samen met de Finse jazz- gitarist Raoul Björkenheim en percussionist Hans-Kristian Kjos Sørensen. Ook dit werk klinkt geen spat gedateerd, integendeel Björkenheims gitaar is misscherp en het is verbazingwekkend hoe Nordheim de mogelijkheden van elektrische gitaar en drums toen al gebruikte. Gaaf ook hier weer de plotselinge over- gangen van bijna-stilte naar knallend-spetterende explosies.
Bij het album hoort een informatief, aansprekend boekje met een tekst van componist en violist Ole-Henrik Moe (1966) over de muzikale ontwikkeling en betekenis van Arne Nordheim en een bijdrage van de Noorse (allround-)accordeonist Jon Faukstad (1944) over de Deense accordeon-pionier Mogens Ellegaard en toe- lichtende tekst van uitvoerder Frode Haltli zelf. Het album is uitgekomen op het Noorse Simax-label dat veel muziek van Nordheim in zijn catalogs heeft en internationaal verkrijgbaar is.
RADIO
concertzender BIJdeTIJDS zo, 3 februari 2013, 17:00 – 18:00
AUDIOexcerpts
VIDEO
Spur
1st movement, Podlasie Orchestra, Bialystok, 2010
2nd movement
3rd Movement
Dinosauros –
Ognjen Janjanin
Ksenija Sidorova
Tracklisting Nordheim Complete Accordion Works (Haltli):
- Spur (1975) for solo accordion and orchestra
- Signals I
- Signals II
- Signals III
- Signals IV
- Signals V
- Signals VI
- Dinosauros (1971) for accordion and tape
- Flashing (1986) for solo accordion