×

Artikel

20 mei 2012

John Cage 1 – klank en het spel met het speelveld

Geschreven door:

John Cage (1912-1992) hoort tot de grote persoonlijkheden en bekende namen van de afgelopen eeuw. Ook al ben je niet nader bekend met zijn werk, je kunt hem haast niet niet tegenkomen, zelfs nu niet, twintig jaar na zijn overlijden. Hij is onderdeel van ons collectief bewustzijn en geheugen. Over de actualiteit van zijn werkwijze en muziekpraktijk.

In de aanloop naar de Holland Festival editie van dit jaar (2012) had ik een gesprek met Jochem Valkenburg, sinds kort opvolger van muziekprogrammeur Lieven Bertels die nu de directie van het grote Sidney muziek- festival op zich heeft genomen. Valkenburg heeft als criticus eigentijdse muziek voor NRC-Handelsblad gewerkt en was verantwoordelijk voor de creatie van de 1-minuteras in Nederlands werkdagelijks spelende, beroemd-beruchte televisionaire vokaalvisuele moment DeeWeeDeeDee. Hij was eveneens verantwoordelijk voor een uitvoering in deze televisionaire omgeving van John Cage’s beroemde stuk 4’33 door Reinbert de Leeuw (in december 2010).

Veelvuldigheid

In het gesprek komt de veelvuldigheid van muziek die het Holland Festival biedt aan de orde, de continuïteit in pro- grammering en de accenten die Valkenburg als nieuwcomer gaat zetten. Één van de lijnen van het festival is de spotlight op invloedrijke eigentijdse componisten die de waarneming, het maken en het uitvoeren van muziek voorgoed veranderd hebben. In voorgaande jaren kwamen Varèse, Xenakis, Kagel en Berio aan de beurt. Dit jaar is het John Cage (1912-1992), volgend jaar Karlheinz Stockhausen (1928-2007) en in 2014 Luigi Nono (1924-1990). Allemaal componisten die in het bestaan van het festival sinds 1947 markant vertegenwoordigd waren waaronder ook met enkele wereldpremières.

Muziek als en met theater

Veel van de muziekprogramma’s van dit jaar zijn nog door Bertels op de rails gezet. Het gedeelte dat Valkenburg voor deze editie geheel voor zijn rekening kon nemen, is de spotlight op John Cage. Valkenburg heeft een markante keuze gemaakt door muziek van Cage als en met theater als middelpunt te nemen, een keuze voor het tastbare, zichtbare, bewegelijke. Het is een keuze die goed aansluit bij een vanouds sterke affiniteit in Nederland. Gezien de aard van het werk(en) van Cage wordt het niet simpelweg de uitvoering van een werk maar een door en door unieke gebeurtenis waarin omgeving, de musici en het publiek essentieel aandeel in hebben.

Het is niet alleen een onderdeel dat Valkenburg als Cage-expert opgezet heeft. Hij denkt en handelt ook sterk cageiaans. Mij zette het er toe aan hier bij Cage stil te cagejstaan en de schijnwerpers extra op dit onderdeel te richten. John Cage is inmiddels niet alleen onderdeel van ons collectief bewustzijn. Ingegrift is ook zijn beeltenis: de steeds opgeruimd en vriendelijk ogende man in afwachting van het volgende plezier scheppende verrassings- moment. Hij is een icoon geworden met allerlei associaties zijn persoon en werk betreffend. Klank op zich, vrijheid, uitvoerder en luisteraar als partner in crime etc., nergens is het duidelijker dan in zijn werk 4’33. In 4’33 onthoudt zich de uitvoerder volgens aanwijzing van Cage voor een be- paalde duur van het voortbrengen van klanken op zijn/haar instrument (h/zij zwijgt) en maakt daardoor alles wat zich in verband daarmee voordoet tot inhoud van het werk.

Nieuwe vorm van muzikale klankpraktijk

Valkenburg bracht Cage’s iconische compositie 4’33 bijna 60 jaar na de premiére in een massamediale context in (vier minuten en 33 seconden georganiseerde “stilte” op televisie anno 2010) waar het dan ook meteen een massamediaal gesprek OVER de opgedane ervaring uitlokte – allebei een nieuwe kwaliteit van dit werk in vergelijking met de eerste uitvoering door David Tudor op 29 augustus 1952 in de Maverick Concerthall van Woodstock, N.Y..

De uitvoering werpt eenvoudig en krachtig een aantal essentiële vragen over muziek maken en naar muziek luisteren op: klank in en van omgevingsgeluid, stilte, luisteren als constructief proces, klank als een zich voordoend (niet-intentioneel) gebeuren. Cage zet(te) op deze manier iets in beweging waarvan het praten erover niet het belangrijkste was/is. Wat hij daarmee in beweging zette, had in 1952 uiteraard een andere betekenis en andere consequenties dan de uitvoering in massamediale context anno 2010. Nu 60 jaar later is wat 4’33 oproept al ‘ingeburgerd’, geaccepteerd(er) en wordt ook vrolijk dusdanig onder worden gebracht. Wel levert de uitvoering nog steeds verwondering op en confrontatie met het sonische zelf. Minder tot het bewustzijn dringt door dat kunstenaars als Cage lang geleden de deur hebben opengestoten voor muzikale vormen van nu zoals noise, het prepareren van instrumenten, sampelen etc..

Cage gooide met het werk en zijn uitvoering in 1952 het hele veld van het creëren, uitvoeren en beluisteren/ bekijken van muziek open en heeft de kaarten nieuw geschud. Hij zocht naar een eigen Amerikaanse vorm van eigentijdse muziek(praktijk) die niet langer een simpel verlengstuk van de Europese traditie was.

Kracht van paradoxen

4’33 geeft het omgevingsgeluid en de constructieve activiteit van de luisteraar binnen het kader van de concertante uitvoering vrije baan. Intentioneel voortgebrachte klanken en nonintentioneel zich voordoende geluiden mengen zonder structurerende interventie van de componist-veroorzaker. En de luisteraar maakt er binnen zijn/haar eigen waarnemingskader het zijne/hare van. Cage spreekt in dit verband van (een nodige) fraMe. De luisteraar bepaalt – in het door de concertante uitvoering gezette kader – door zijn/haar manier van medewerking in hoge mate ook “de inhoud” (Cage heeft vlak voor zijn dood een versie 3 van zijn werk geconcipieerd waar dat nog duidelijker tot uitdrukking komt).

4-33Bekeken vanuit het gebruikelijke concertante kader en het ingebakken ver- wachtingspatroon rijst de vraag in hoe verre hier nog sprake kan zijn van een auctoriaal werk en van een compositie. Cage heeft weliswaar de kaarten nieuw geschud maar heeft daarbij geen afscheid als auteur genomen – integen- deel. Als je naar 4’33 kijkt: Cage schreef dit stuk frappant genoeg 1952, exact op de helft van zijn leven! Ook de getallenreeks 4-3-3 is opmerkelijk, het stuk is en detail genoteerd, is in een bepaalde maatsoort geschreven en bestaat uit drie delen/bewegingen: de eerste van 0:30 seconden, de tweede van 2:23 en de derde van 1:40. De uitvoerder kan bijvoorbeeld niet volstaan met op zijn/haar klok te kijken of zo doen alsof hij/zij de partituur volgt enz.. Het stuk duurt – ook niet toevallig – 273 seconden en 273° Celsius is het absolute nulpunt (0 Kelvin). Het werk is het resultaat van een “strip-proces”, een proces van het zich ontdoen van ongewenste vervormende impulsen, paradoxaal genoeg het werk van de componist Cage.

Er is een ordenende hand in het spel die het zich voordoen van klankgebeurtenissen en de constructie door de luisteraar veroorzaakt, mogelijk maakt. Cage staat wat muzikale klank betreft wide open maar hij houdt de veroorzakende, regisserende hand als auteur/componist altijd erin. Één van de grote verdiensten van Cage is dat hij de alles bepalende hand van de componist terugtrekt en tegelijk steeds op originele en effectieve wijze erin slaagt ordenend bezig te zijn, als gids en inscenator iconisch profiel daarbij wint. Cage is in al zijn werken ook tegenwoordig nog zeer aanwezig door de wijze hoe hij creatief en productief met het speelveld speelt. Hij heeft daarin een consequente koers gevaren en een enorme rijkdom aan nieuwe muzikale ervaring geschapen.

Cage vertegenwoordigt een door en door Amerikaans ideaal van vrijheid, openheid, creativiteit en ver- trouwen in zelfregulatie. We weten dat dit ideaal in de maatschappelijke werkelijkheid inmiddels vergaand beurseconomisch geïdeologiseerd is. De ordenende hand is haar greep kwijt en de openheid is opgedroogd. Alom commotie, verwarring, onzekerheid, afzien. In het licht van ‘crisis’ bekeken, is het werk van Cage juist op dit moment bijzonder significant. Kunst wijst niet de weg maar maakt een louterende ervaring mogelijk in het spanningsveld van sturen en zich laten voordoen, laten gebeuren. De eisen hieromtrent zijn echter hoog als het om kunst met een grote ‘K’ in een artistieke ruimte, een artistiek speelveld gaat. Het werkt namelijk niet als de balans zoek is.

Snijvlakten van ruimte en tijd

Klanken ontdoen van conventies en pretenties, klank op zich zijn werk laten doen, daar draait het voor Cage steeds weer om. Zijn credo: klank is niets anders dan klank. Het gaat hem om “sound acting”, niet om “sound talking …”. Cage komt daar langs allerlei wegen. Verhelderend is in dit verband Cage’s verwijzing naar de Baltische filosoof Immanuel Kant (1724 – 1804): er zijn twee dingen die niets betekenen maar een bron van groot plezier zijn, dat is het lachen en muziek. Louterend plezier zou je daar aan toe kunnen voegen of zelfs toe moeten voegen.

Cage zette zich weliswaar af van het blijven volgen van de voorgetekende banen van de dominerende Europese traditie. Hij sluit echter wel aan bij concepten van stromingen die in Europa zijn ontstaan (o.a. Dada en surrealisme) en door kunstenaars als Satie, Duchamp, Arp belichaamt worden. Vooral Marcel Duchamp (1887-1968) speelt een grote rol. Cage bracht het vlak voor zijn dood kort en helder tot uitdrukking. Hij maakt een belangrijke onderscheiding tussen sound acting en sound talking

John Cage about silenceJohn Cage about silence

Reeds 54 jaar eerder schreef Cage een bijzonder pianostuk voor Duchamp waar deze space-time-relatie herkenbaar wordt.

https://www.youtube.com/watch?v=VdWS4g6Xv8k

Een jaar later, 1948, componeerde Cage in dezelfde richting zijn pianostuk Dream, hier uitgevoerd door Stephen Drury

https://www.youtube.com/watch?v=ExUosomc8Uc

Dit waren niet alleen vingeroefeningen voor wat later allemaal zou komen. Het zijn werken die zelfs nu nog de nodige impact hebben.

vervolg zie

JOHN CAGE 2: MUZIEK ALS EN MET THEATER IN HET HOLLAND FESTIVAL 2012

RADIO

Concertzender AKTUEEL, vrijdag 25 mei 20:00 – 21:00: Vroege piano-werken van John Cage

VIDEO

4’33 in DWDD
documentaire Henning Lohner (1991)
documentaire Peter Greenaway (1983)

DOCUMENTEN

A John Cage Web Reliquary: videos, interviews, gesprekken (o.a. Morton Feldman, Laurie Anderson), geschriften, quotes, tijdbalk belangrijke gebeurtenissen

© foto David Gahr