×

Artikel

28 februari 2010

Het donkere en rafelige geluid van Thomas Stańko

Geschreven door: Dick Hovenga

Thomas Stańko is de beste trompettist die we in Europa kennen. Helaas veel te onbekend bij het grote publiek maar onmiskenbaar uniek in zijn donkere manier van spelen. Daarnaast heeft hij een bijzonder oor voor briljante jonge muzikanten waarmee hij zich laat omringen. Zijn vorige kwartet met onder meer pianist Marcin Wasilewski was een geniale combinatie. Zijn nieuwe, voornamelijk uit Scandinavische afkomstige, kwartet is al net zo verrassend adembenemend. Hun album Dark Eyes, aan het einde van vorig jaar verschenen, bleek een klein meesterwerk. De mogelijkheid om Stańko in zijn eigen Warschau te spreken lieten we dus niet voorbij gaan.

tomasz22

De meest heftige winterse sneeuwbuien en ijzige kou zijn aan Warschau voorbij gegaan als we de stad eind februari bezoeken. Dikke sneeuwklompen liggen als herinnering nog in bergen van tientallen centimeters langs de weg geparkeerd. Opzij geduwd om de auto’s ruimte te geven en de wandelaars doorgang te verlenen. Met de kale bomen en de grijze gebouwen ademt de stad een sfeer die je in deze tijd van het jaar nog meer als oud Oostblok mag rekenen. Warschau is een rauwe stad. In de 2de wereldoorlog plat gebombardeerd door zowel Duits als Russisch geweld. Daarnaast werden er in die oorlog ruim 300.000 joden de stad uitgevoerd en omgebracht. Die heftige oorlogstaferelen vonden vervolgens een zwart vervolg in de communistische overheersing die tot eind van de 80er jaren een zwaar beslag op de bevolking had. Pas in de nieuwe eeuw leek de stad zijn glorie te hervinden. Ondertussen begint de stad een hip innerlijk te krijgen met een sprankelend restaurantleven en goede clubs. Maar alles met mate en rust.

Thomas Stańko woont in een fijne wijk in de stad, dichtbij een van de grote parken die de stad rijk is. Zijn dochter Anna wacht me op voor de deur van het oude appartementencomplex. ‘Om je naar het appartement van mijn vader te brengen..’ zo zegt ze. Het is inderdaad een wirwar van liften, trappen en lange gangen voordat we bij het grote appartement aankomen. Stańko is net terug uit New York, zo blijkt als we elkaar hebben begroet en ik vertel dat het mijn eerste keer in Warschau is: “Je hoeft je niet meer af te vragen waarom mijn trompetspel zo donker wordt gevonden. Als je voor de eerste keer in Warschau komt in deze tijd van het jaar vind je de oorsprong van mijn spel daar (..lacht..). Ik kom net uit New York waar alles veel lichter is en eerlijk gezegd viel het donker hier mij ook behoorlijk zwaar. Ik lijk er niet meer aan gewend, heb er een beetje afstand van genomen”

stanko-3

WiM: Je woont tegenwoordig in Warschau en New York.
Ik heb enkele jaren geleden een appartement gekocht in de West Village in New York. Een heerlijke plek om te zijn. Zo op het einde van mijn leven (..lacht..) wil ik de sfeer van de grote jazzstad volledig tot me kunnen nemen. Het is een geweldige afwisseling met Warschau en ik zou er heel graag veel meer willen zijn als de 2 tot 3 maanden die ik er nu verblijf. Mijn werk, het repeteren en concerteren, ligt echter voor het grootste deel in Europa dus ik behoor hier veel meer te zijn.

WiM: Je zult sowieso meer moeten reizen nu je een vrijwel geheel uit Scandinavische muzikanten bestaand kwartet hebt.
Dat is inderdaad wel wat anders als met mijn vorige kwartet waarvan iedereen in of rond Warschau woonde. We hebben vanaf 1993 een geweldige tijd gehad en het was erg gemakkelijker communiceren. Omdat Marcin (Masilewski), Michal (Miskiewicz) en Slawomir (Kurkiwicz) ook al jaren op eigen kracht succes kregen was een breuk na al die jaren natuurlijk onvermijdelijk. En het werd voor mij tijd om weer eens verder te gaan kijken, al was dat in eerste instantie na al die jaren van geweldig en avontuurlijk musiceren wel zwaar.

WiM: Was het moeilijk nieuwe muzikanten te vinden?
Het is altijd een proces van jaren. Nadat de mannen uit mijn vorige band definitief besloten hadden hun eigen weg te gaan, nadat ze dat al jaren aangekondigd hadden, ontdekte ik wel dat ik graag weer met jonge muzikanten wilde gaan werken. Ik ontmoette mijn nieuwe pianist Alexi Tuomarila een paar jaar geleden tijdens een festival in Oslo waar ik ook speelde met mijn internationale band met Bobo Stenson. Ik zag Tuomarila spelen met zijn eigen trio en was gelijk verkocht. Zijn inventieve manier van spelen was een waar feest. Toen ik opnamen had in Warchau en Marcin Masilewski niet kon belde ik Alexi.

WiM: Met gitarist Jakob Bro heb je een geweldige nieuwe glans aan je sound toegevoegd.
Ik wilde al jaren weer eens optimaal met een gitarist samenwerken. Ik vind de geluidscombinatie van gitaar en trompet geweldig. De uit Denemarken afkomstige gitarist Jakob Bro, die onder meer bekendheid verkreeg via het Paul Motion album Garden Of Eden, is een fijne aanwinst voor de band met sprankelend spel. Nu we wat meer met elkaar gespeeld hebben begint er echt chemie tussen ons te ontstaan. We beginnen elkaars solo’s nu goed aan te vullen. Dat is natuurlijk altijd een punt van vertrouwd met elkaar raken. Jakob kwam trouwens ook aan met bassist Anders Christensen, wat dan weer een vriend van hem is. Christensen speelde eerder ook met Paul Motion en is geweldig.

WiM: Hoe voelt je nieuwe band aan na de kleine tour die je net gemaakt hebt?
Het album opnemen was best even wennen. Manfred (Eichner – eigenaar van ECM) heeft er een geweldige opname van weten te maken, maar het was best behoorlijk wennen aan elkaar. Het automatisme van jarenlang samenspelen ontbrak natuurlijk nog volledig. Ook was het nog even wennen met drummer Olavi Louhivuori waar Manfred mee kwam aanzetten. Maar nu we aan het touren zijn begint alles langzaam aan op zijn plek te vallen. Ik denk dat de laatste concerten die we gaven echt goed waren.

WiM: Kwamen de composities voor het nieuwe album gemakkelijk tot stand?
Problemen met inspiratie heb ik totaal niet (..lacht..). Ook omdat ik mijn leven steeds weer een nieuwe richting geef. Het wonen in New York heeft me in veel composities geïnspireerd. Naast de kunstvorm die we muziek zeker mogen noemen ben ik ook erg geïnteresseerd in literatuur en schilders. Ik kan in New York mijn hart ophalen in alle musea die de stad rijk is. Elk bezoek aan bijvoorbeeld het MOMA (Museum Of Modern Art) doet me weer dagenlang wegdromen. Schilders als Van Gogh inspireren mijn spel. Maar ook het gewoon op straat lopen, het opnemen van de mensen in de wijken. Het is een stad met ongekend veel kanten. Veel van de composities op Dark Eyes komen uit het wonen in die stad voort.

WiM: Ook Brazilië inspireerde je…
In mijn bezoeken naar Brazilië, vooral in Rio, kun je niet anders als geraakt worden door de muziek die in dat land gemaakt is en wordt. Ik wilde voor het nieuwe album een compositie schrijven die op mijn liefde voor het land aansluit. Wij speelden daar met het nieuwe quintet einde van het vorige jaar. Ik ben zowel fan van samba als bossa nova vandaar dat ik de compositie Samba Nova heb genoemd. Ik zou eigenlijk veel meer de samba en bossa nova willen gaan ontdekken. Het wordt heel vaak door jazzpuristen afgedaan als niet belangrijk genoeg maar het biedt mij juist veel inspiratie. Bossa nova, en dan vooral de composities van Tom Jobim, hebben vaak een veel complexere structuur als je in eerste instantie zou denken. De teksten klinken vaak licht, maar hebben een soort van zwaarte. Net als de Zuid-Amerikaanse literatuur, waar ik ook dol op ben.

WiM: Je hebt altijd een link gehad met wereldmuziek…
Dat klopt ja. Ik laat me graag vervoeren door andersoortige muziek dan jazz. En ik vind dat wereldmuziek dichtbij jazz staat. Ik ben in de beginjaren 80 ooit naar India geweest om daar in de fameuze Taj Mahal op te nemen. Een ongelooflijk avontuur omdat alles daar zo anders geregeld wordt als hier in Europa. Het leek me een geweldig idee om in die enorme klankkast, die de Taj Mahal moest zijn, mijn trompet te laten klinken en op te nemen. Om uiteindelijk opnamen te maken moesten wel heel veel instanties benaderd en bepraat worden (..lacht..), maar uiteindelijk heb ik er genoeg opnamen kunnen maken om er een album van te kunnen uitbrengen. Met mijn bezoeken aan Zuid-Amerika heb ik trouwens wel ontdekt dat, dat continent me meer ligt dan Azië trouwens. Misschien wel juist door de Afrikaanse link naar Zuid-Amerika die de muziek daar zoveel rijker maakt in mijn idee. Maar dat kan aan mij liggen natuurlijk.

tomasz44

WiM: Is je muzieksmaak erg veranderd over de jaren?
Natuurlijk is mijn smaak gedurende de jaren veranderd. Dat kan ook niet anders. Als oudere muzikant van 68 jaar ben ik verschillende fases doorgegaan. Ik begon ooit als muzikant in de free jazz met Ornette Coleman en George Russell als grote invloeden. En natuurlijk volgde ik alle muzikale wegen die Miles David betrad. Noem het mijn jonge wilde jaren. In die periode heb ik qua trompet spelen ongelooflijk veel geleerd. Het spelen met de grote Poolse legende, pianist Krzysztof Komeda heeft daarna de basis van mijn trompetspel gelegd. Met mijn eigen bands en projecten heb ik mijn spel kunnen verfijnen. Ik heb als muzikant ook altijd goed om me heen gekeken waar de jazz, maar ook de rock en pop naartoe ging. Daarin is Miles dan weer een grote invloed geweest. Hij gaf vaak via zijn eigen bandsamenstellingen aan waar de spannende populaire muziek naartoe zou gaan.

WiM: Miles was een icoon, eigenlijk een soort van rocklegende, als ik het zo mag zeggen…
Ik denk dat je hem zeker op hetzelfde niveau als bijvoorbeeld Jimi Hendrix en The Beatles mag neerzetten. De man heeft over een lange periode zoveel briljante muziek gedaan. Hij is absoluut een muzikale legende. Daarnaast leefde hij het leven van een rockster met mooie auto’s, prachtige vrouwen, luxe huizen in de stad en aan de zee, veel geld en veel drugs. Ik heb over de jaren zelf ook mijn uitspattingen gehad, alsof je daar als muzikant in een bepaalde periode van je leven niet aan kan ontsnappen. Maar sinds ik met de dope gestopt ben voel ik me veel beter (..lacht..).

WiM: Hebben de drugs jouw spel beïnvloed?
Opvallend genoeg niet. Ik had alleen soms wat meer energie (..lacht..). Maar het leidde soms ook tot lange periodes van een soort van depressiviteit. Als ik soms opnamen van tijdens die periode terug luister vind ik ze niet zo goed als ik dacht, of juist veel beter. Het is moeilijk te zeggen hoeveel invloed het heeft gehad. Ik denk dat het verliezen van mijn tanden in de beginjaren 90 een gevolg kan zijn geweest van mijn drugsgebruik. Ik moest in die periode mijn gehele gebit laten verwijderen door infecties. Het was een vreselijk verhaal en ik heb daarna met een tandarts en therapeut mijn gehele manier van trompet spelen moeten aanpassen. Juist door het verliezen van mijn echte tanden was ook de kracht in mijn lippen afgenomen en door het spelen van heel lange noten werden deze weer krachtiger. Het spelen van lange tonen was een vreselijk vervelende aangelegenheid, maar met mijn nieuwe tanden en mijn aangesterkte lippen kan ik nu weer zo spelen als ik wil zonder pijn.

WiM: Je stijl van spelen wordt wel ‘dirty’ genoemd..
Dat is wel grappig ja, Ik ben er wel blij mee. Mijn spel is donker en rafelig. Ik houd niet van lief of mooi spelen. Het zal mijn afkomst wel zijn denk ik. Nu jij hier in Warschau bent en de stad meemaakt kun je, je vast voorstellen waarom mijn spel daarin nooit zal veranderen.