De onwaarschijnlijke levenskracht van Fred Hersch
Met een nieuw album ({open book}), een documentaire op Netflix (The Ballad Of Fred Hersch) en een biografie (Good Things Happen Slowly: A Life In and Out of Jazz) was jazzpianist Fred Hersch afgelopen najaar op echt alle fronten aanwezig. Iets waar dit komende jaar, zonder twijfel, nog veel meer vruchten van geplukt zullen gaan worden. Want hoe raar het ook klinkt, het genie van Fred Hersch lijkt pas sinds vorig jaar ook in Nederland echt doorgedrongen. Dat werd hoog tijd.
In het voorjaar spreken we Hersch in Luik, tijdens het fijne jazzfestival dat daar elk jaar plaatsvind. Voordat hij daar met zijn fameuze trio met Jon Hebert (bas) en Eric McPherson (drums) een van de meest indrukwekkende jazzoptredens van het jaar zou verzorgen had hij tijd om bij te praten. In het restaurant van zijn hotel, boven op de heuvel gelegen en met heerlijk grote ramen met een prachtig uitzicht over de stad, praten we bij over de jaren na zijn terugkeer vanuit de twee maanden coma waar hij in 2007 in belandde. ‘Het blijft bizar hoe ik er nu voor sta’ verteld hij. ‘Ik zie de afgelopen jaren als een groot geschenk. Ik voel me beter dan ooit’. Dat is gezien het feit dat hij eind jaren ’80 seropositief bevonden werd en enorme hoeveelheid medicijnen moest gaan slikken, maar wel overleefde, en de eerder vermelde coma, een uitzonderlijk feit.
‘De laatste jaren kijk ik weer vooruit en dat is heel wat rustiger dan de periode waarin ik constant het idee had dat ik haast moest maken om mijn muziek vast te leggen en zoveel mogelijk mensen te bereiken’. ‘Het heeft veel te maken met de fase waar ik nu inzit’ verteld hij verder. ‘Ik werd door de grote uitgeverij Random House gevraagd om mijn levensverhaal op te schrijven. Niet eens zozeer mijn leven in jazz, maar ook mijn leven in het veranderende Manhattan van de jaren tachtig, het losbandige leven wat daar toen gewoon was. Eigenlijk het leven dat ook leidde tot mijn seropositiviteit en het er voor uitkomen dat ik een homoseksueel muzikant ben. Met het opschrijven kwamen er zoveel herinneringen naar boven dat het een ware tour de force werd, maar ik ben heel blij met het boek. Mijn nieuwe soloalbum {open book} sluit daar op aan. De composities zijn zo vrij als ik ze tegenwoordig maak. Alle restricties zijn weg. En dan is er nog de documentaire die over mij gemaakt is natuurlijk. Een documentaire die mijn weg volgt naar de eerste uitvoering van My Coma Dreams, het muziekproject dat ik schreef met de dromen die ik mij na de coma kon herinneren, als uitgangspunt en met een grote groep muzikanten en vocalisten. Alles zal in het najaar gaan verschijnen en ik zie er ontzettend naar uit’.
We ontmoetten Fred Hersch opnieuw in november in New York waar hij een week lang in, een al weken volledig uitverkochte, Village Vanguard staat. Zijn vaste New York speelplek voor vele, vele jaren. Een week opgedeeld in twee concerten, eerst drie avonden twee concerten solo en daarna drie avonden twee keer met zijn trio. Het is de ideale opmaat naar een drie weken lange Europese tour. Ondertussen zijn zowel het boek, het nieuwe album en de documentaire verschenen en Hersch staat in het middelpunt van de belangstelling. ‘Het is echt ongelooflijk hoeveel er in de maanden dat we elkaar gezien hebben is veranderd. Allemaal heel mooie dingen die mij ontzettend veel energie hebben gegeven…’ verteld hij in een koffiebar om de hoek bij de Vanguard. ‘Het mooie is vooral ook dat zowel het boek als de documentaire worden opgepakt door mensen die me niet per se uit de muziek kennen. Mijn boek wordt ook gerecenseerd op die manier, dus meer als een roman dan puur als een muziekbiografie en dan is een grote eer. Er wordt geschreven dat het verhaal meer in de lijn ligt van iemand als de legendarische schrijver Edmund White die het leven in het losbandige leven in de jaren tachtig in Manhattan zo fascinerend heeft vastgelegd. De documentaire wordt al net zo positief opgepakt. Dus je kunt stellen dat het heel goed met me gaat’ verteld Hersch met een trotse blik in zijn ogen.
Het is niet iedere muzikant gegeven op zo’n prominente manier op zijn leven terug te zien kijken. ‘Het schrijven van het boek deden me wel heel veel beseffen’ verteld Hersch. ‘Niet alleen hoe belangrijk mijn jeugd is geweest maar ook dat ik het geluk heb gehad muzikaal op te groeien in de jaren tachtig waarin veel van de muzikanten die in de gloedvolle jazzjaren ’50 opkwamen, nog in leven waren. Dat heeft me als muzikant optimaal gevormd. Ik was een jongen uit de provincie die zich echt wel moest bewijzen, en hoe onzeker ik ook was mezelf met bluf een weg de jazz in baande. Ik was gretig en bleek getalenteerd en dat heeft me gemaakt tot wie ik werd. Al was ik me daar niet altijd even goed van bewust. Maar ik werd zekerder van mijn spel door met fantastische muzikanten als Art Farmer, Joe Henderson, Stan Getz en Toots Thielemans te spelen en ontzettend veel te leren. De jaren tachtig waren geweldig voor jonge jazzmuzikanten en er was ook nog een geweldige platenmaatschappijcultuur. Hoe vreemd het ook mag klinken werd ik me pas op het moment dat ik hoorde dat ik seropositief was, halverwege de jaren tachtig, bewust dat de tijd begon te dringen en ik echt muziek moest gaan vastleggen. Vanaf de eerste platendeal nam ik het ene na het andere album op en in alle vormen, dus solo, met het trio, in duo vorm, met vocalisten en ook met verschillende muzikale opvattingen’.
‘Mijn spel is anders geworden’ praat Hersch verder. ‘Of dat nu komt doordat na mijn coma mijn spieren zo verzwakt waren dat ik weer helemaal opnieuw moest beginnen, of de emoties die mijn coma en het extra bewustzijn dat ik, ook met de aids in mijn lijf, er niet aan onderdoor ben gegaan, dat weet ik niet. Maar ik speel intenser dan ooit. Al kan dat natuurlijk ook de ervaring of de leeftijd zijn (..lacht..). Het blijft apart om recensies over je albums en concerten te lezen en dan over je pianospel te lezen. Iedere journalist luistert met zijn eigen gedachten en emoties en schrijft ook zo zijn recensie. Je hoopt altijd dat ze met hun hart schrijven en met hun kennis als basis. Ik laat de zo voorspelbare vergelijkingen met Bill Evans, omdat elke pianist die lijkt te krijgen, tegenwoordig maar voor wat ze zijn. Muzikale onwetendheid kun je niemand aanrekenen al hoop je tegelijkertijd wel dat mensen mijn spel juist open beluisteren, zich ervoor open stellen. Ik geef al tientallen jaren les aan jonge muzikanten (saxofonist Marc Mommaas wonend in New York, vertelde me ooit dat hij geen jazzpianist in New York kende die geen les bij Hersch had gehad…) en, zoals ik zelf, heeft iedereen zijn muzikale instapmoment. Natuurlijk probeer je jonge muzikanten te inspireren om daaruit los te breken, net als je zelf hebt gedaan, en de echt getalenteerde muzikanten en volharders pakken die raad altijd gretig op’.
‘Eigenlijk heb ik het hart altijd op de tong gehad maar dat is natuurlijk versterkt nadat ik als een van de eerste jazzmuzikanten begin jaren negentig, in een interview vertelde dat ik zowel homoseksueel als zero positief ben’ verteld Hersch verder terwijl we richting de Vanguard lopen. ‘Ik ben blij dat ik dat gedaan heb maar wist nog niet hoe dat in de jazzscene zou worden opgepakt, sowieso in de muziek. Maar niets bleek een probleem heb ik gemerkt. Jazzmuzikanten hebben elke avond de mogelijkheid zich in een andere wereld te begeven als ze met elkaar spelen. Improviseren vereist een diep vertrouwen in elkaar en ik denk dat juist dat de basis is dat iedereen elkaar accepteert zoals iemand is. Het vertrouwen dat je elkaar kunt geven door samen te spelen en te improviseren maakt jazz en muziek in het algemeen tot het allermooiste dat er is. Het feit dat ik mijn emoties volledig in muziek kwijt kan geeft een onbeschrijflijk gevoel. Of het nu die prachtige gedichten van Walt Whitmann zijn (Leaves of Grass) of mijn eigen dromen, de muziek vloeit uit mijn handen als ik er aan denk. Ik ben elke dag weer blij als ik er bij nadenk dat ik mijn werk heb kunnen maken van iets dat zo dicht bij mijn gevoel staat’.
Die avond geeft Hersch met McPherson en Hebert twee grandioze concerten. Als ík hem na het eerste concert van de avond tegen Hebert en McPherson hoor zeggen dat ze in het tweede concert van de avond (en de laatste van de week) nog dieper kunnen gaan, pakken ze daarna het publiek zo keihard bij de lurven dat de zaal in euforie ontsteek als de eerste reeks composities voorbij zijn. Fred Hersch met zijn trio in de Village Vanguard is een diep emotionele ervaring, en als Hersch in de toegift alleen achter de piano kruipt en And So It Goes, de slotsong van zijn laatste album, het meesterwerk {open book}, speelt, komen de tranen als vanzelf. Ontrafeld van alle kitcherigheid die zovele songs van Billy Joel kenmerken, blijft in de handen van Hersch een onvergetelijke melodie over die diep in het hart raakt. Zijn grootheid in alle facetten weerspiegelend’.