De glorieuze terugkeer van Portico Quartet
Even leek het waarschijnlijker dat we nooit meer van het uit Oost-Londen afkomstige Portico Quartet zouden horen. Maar zowaar ligt er een nieuw album in de winkels (Art In The Age Of Automation) en hebben ze van de zomer hun eerst concerten in jaren weer gespeeld (waaronder een ijzersterk optreden op Jazz Middelheim). Dit najaar spelen ze weer over de hele wereld en doen daarbij ook Nederland en België weer aan. Wij spraken reeds in april van dit jaar met de band. Hieronder een verslag wat we jullie niet willen laten missen.
We spreken saxofonist-geluidskunstenaar Jack Wyllie en drummer-electronic percussionist Duncan Bellamy in een Japans lunchrestaurant in Soho, in hartje Londen eind april, dus ver voor de eerste optredens en voordat het album gaat uitkomen. ‘Fijn dat we elkaar weer zien want dat betekent dat we er nog steeds zijn’, vertelt Bellamy enthousiast. ‘Het was wederom een onrustige tijd tussen albums maar sinds we eind vorig jaar in contact met Matthew Halsall, een levenslange fan van de band, en zijn Gondwana Records kwamen zitten we weer in een prima flow. Het vertrouwen dat Matthew in onze band toonde leidde ertoe dat we de tijd namen eens flink door de composities heen te gaan die Jack en ik de afgelopen jaren hadden geschreven en als demo hadden opgenomen. Dat bleken er, tot onze verrassing, niet alleen veel meer te zijn dan we hadden verwacht maar ze klonken ook nog eens veel beter (..lacht). We hebben dus een eerste schifting gemaakt en deze naar Matthew opgestuurd. Die was gelijk zo enthousiast dat ie ons terstond tekende. We stuurden hem ook de andere tracks waarover hij al net zo enthousiast was. We hebben zelfs even overwogen een dubbelalbum uit te gaan brengen maar daar hebben we uiteindelijk vanaf gezien. Dat leek ons allemaal net even teveel’.
Dat alles weer eens volledig anders liep lijkt wel een terugkerend verhaal binnen Portico Quartet. ‘Helaas heb je helemaal gelijk’, pakt Jack over. ‘Nadat Nick (Mulvey) de band na Isla, ons tweede, erg succesvolle album, verliet waren we even flink de weg kwijt. We waren als vier dikke vrienden een band begonnen er waren veel verder gekomen dan we ooit hadden kunnen dromen. Het koste ons flink wat energie om ons weer aan het schrijven en opnemen van nieuwe muziek te zetten maar toen de inspiratie weer terugkwam ging het snel en goed. Terugkijken kunnen we gerust zeggen dat we ons met het gelijknamige derde album opnieuw uitvonden en veel sterker terugkwamen dan we hadden verwacht. Na de zeer succesvolle tour die op het album volgde kwam de twijfel echter terug over hoe we nu verder moesten muzikaal. We daagden onszelf nog wat verder uit weer een grote stap te maken. Maar dat leidde tot een soort van writersblock en frictie in de band die tot het vertrek van Keir (Vine, die op het derde album, hang speelde als vervanger van Nick en verder ook alles oppakte dat noodzakelijk was om het bandgeluid compleet te krijgen) leidde. Met onze nieuwe, andere, muziek, waarvoor we ook zangers uitnodigden, dachten we dat het slim was om onze naam naar Portico te veranderen, onze fans noemden ons toch al jaren liefkozend zo. Maar hoewel de deal en de samenwerking met ons nieuwe platenlabel, het coole Ninja Tune, prima was vond Living Fields, het album als Portico, maar moeilijk zijn weg. Trots zijn we er zeker nog op en de tour was fijn, maar we wilden wat teveel te tegelijk denk ik nu terug. Zo had ik helemaal geen zin meer om sax te spelen, lieten we het voor ons zo kenmerkende geluid van de hang, door het vertrek van Keir, ook buiten onze sound en namen we Jono McCleery als zanger mee. Dat was zelfs voor ons trouwe publiek teveel. Dus belandden we na die tour weer in een soort van crisis en moesten we onszelf uitvinden om weer vooruit te kunnen’.
Met het (officieuze) vertrek van Milo (Fitzpatrick), hun contrabas spelende muzikale vriend van het eerste uur, belandden Jack en Duncan in een nieuwe fase. ‘Milo had er geen vertrouwen meer in dat het goed zou komen met de band. Hij mistte muzikale richting. Wat ik, nu ik terugkijk, helemaal begrijp. Zijn vertrek was een absolute eye-opener. Jack en ik waren de afgelopen jaren de mannen die de composities schreven’, vertelt Duncan verder. ‘Meestal creëren we die op onze laptops om ze uiteindelijk aan elkaar te laten horen en ermee aan de slag te gaan. Dat was een proces waarbij Milo, zoals bij het Portico album, pas ingeschakeld werd toen we de composities in de studio gingen opnemen. Dat deed het bandgevoel geen goed. In overleg hebben we nu een geheel nieuwe opzet aan de band gegeven die voor iedereen goed aanvoelt. Jack en ik schrijven nog steeds alles maar we nemen nu ook met z’n tweeën alles op. Nu het nieuwe album af is hebben we pas een oefenruimte geboekt om alle tracks naar een live opzet om te zetten. In de schetsen van nieuwe composities die Jack aandroeg zat ineens weer sax (Jack lacht en zegt dat hij er weer zin in had) en we voelden aan dat we de sound van de oude Portico Quartet weer wilden herstellen maar dan met alle muzikale ervaringen die het Portico-album had gebracht. En zo vroegen we naast Milo ook Keir weer terug, zodat we ook onze oude composities weer optimaal kunnen spelen. In de aanloop naar het uitwerken van de live-set voelt het echt alsof alles weer op zijn plek valt. En we hebben er alle vier weer ontzettend veel zin in. Niet alleen omdat we trots zijn om onze nieuwe composities te laten horen maar ook om de Portico Quartet klassiekers weer met z’n vieren te gaan spelen. We hebben er in jaren niet zoveel zin in gehad’.