David Bowie, ongrijpbaar tot het einde
“Look up here, I’m in heaven I’ve got scars that can’t be seen
I’ve got drama, can’t be stolen
Everybody knows me now
Look up here, man, I’m in danger
I’ve got nothing left to lose”
De afgelopen week zijn er in de internationale media honderden uitputtende analyses geschreven over ★ (Blackstar), het vrijdag – op zijn 69ste verjaardag – verschenen album van David Bowie. Fantastische plaat, daar was iedereen het wel over eens. Maar elke analyse is vandaag de verkeerde gebleken. Bowie was stervende en nam afscheid. Niet eens onopvallend, als je bovenstaande tekst van het nummer Lazarus goed leest en er de ijzingwekkende clip (Bowie op zijn sterfbed) bij bekijkt. Op het nummer Dollar Days zingt hij meerdere malen het volgende: “I’m trying to, I’m dying to”. Tenminste, zo staat het in de officiële teksten. Maar het klinkt achteraf ook glashelder als een boodschap voor de oplettende luisteraar. “I’m dying too”. En werkelijk niemand die het doorhad.
Vandaag kwam het bericht dat Bowie zondag op 69-jarige leeftijd is overleden aan de gevolgen van leverkanker. De zanger had 18 maanden in stilte gestreden tegen de ziekte. Dat David Bowie zijn dood op een heel knappe manier als concept voor nieuw werk heeft gebruikt, is tekenend voor de volledige loopbaan van de Britse kunstenaar. Met de nadruk op kunstenaar, want muziek was slechts een van de middelen die hij inzette om popcultuur tot kunstvorm te verheffen. Bowie acteerde, dichtte, hield zich actief met moderne kunst bezig en veranderde zijn publieke persoonlijkheid met de jaren steeds weer dusdanig, dat hij immer actueel bleef.
Het concept ‘superster’
“Tomorrow belongs to those who can hear it coming”, zo luidde de reclameslogan waarmee het klassieke Heroes in 1977 in de markt werd gezet. Die slogan legt het échte talent van David Bowie bloot. Hij had bij uitstek de gave om de tijdsgeest vlekkeloos aan te voelen en daar exact op het juiste moment op in te spelen. Uiteraard zou de popmuziek er anno 2016 heel anders uit hebben gezien als David Bowie nooit had bestaan. Dat is echter vooral imagotechnisch. Bowie heeft eigenhandig het concept ‘superster’ uitgevonden. Muzikaal wordt zijn werk echter nimmer als ijkpunt genomen, hoe iconisch het ook is. Noem één album, of slechts één nummer waarmee hij de muziekgeschiedenis een beslissende tik naar links of rechts heeft gegeven? Dat zal je niet lukken. Bowie was bij uitstek de artiest die een genre oppakte, er conceptueel mee aan de gang ging en er vervolgens een succes van maakte. Hij stond veelal niet zelf aan de basis van iets nieuws. Marc Bolan was bijvoorbeeld eind jaren zestig, prille jaren zeventig een van de grondleggers van de glamrock. De destijds nog niet echt doorgebroken Bowie pakte het vervolgens op, creëerde Ziggy Stardust, werd een superster en maakte van glamrock een fenomeen.
Een stap voor
Zo bleef hij dat in zijn carrière doen. Een basis voor de punk legde hij door Raw Power van The Stooges te produceren. Op Young Americans dook hij als Britse bleekscheet de zwarte Amerikaanse soul en funk in, krautrock pakte hij op terwijl hij in Berlijn bivakkeerde en op het moment dat in Groot Brittannië de New Romantics opkwamen, sleurde hij de kopstukken uit die beweging zijn Ashes to Ashes-clip in. In de jaren negentig schurkte hij opzichtig tegen zowel de alternatieve gitaarmuziekstromingen en artiesten aan, als tegen het toenmalige dancegeluid. In alle gevallen geldt dat hij de stromingen die hij oppakte (of waar hij zich mee inliet, zonder er muzikaal zelf iets me te doen) nooit volledig heeft bepaald, maar wel naar een breder publiek heeft gebracht. Steeds als de wereld dacht dat ze Bowie konden duiden, sloeg hij plots weer links of rechts af en zo bleef hij – zeker in de jaren ’80 met wisselend succes – iedereen een stap voor.
Kloppend hart
Maakt dit alles zijn muzikale erfenis irrelevant? Verre van, David Bowie heeft de meest prachtige muziek uitgebracht die perfect de tijd waarin het is opgenomen vangt. Werk dat hij conceptueel benaderde, maar altijd een warm kloppend hart meegaf. Hierdoor kwam het altijd op boeiende manier tot leven, ongeacht welk genre hij had opgepakt. Bowie werd tijdens zijn leven niet voor niets een kameleon genoemd. Hij kleurde volledig mee met zijn (muzikale) omgeving. Een reden dat de wereld nu zo heftig reageert op de dood van Bowie, is omdat iedereen zijn eigen versie van dit zichzelf steeds weer opnieuw uitvindende icoon in zijn hart heeft gesloten. De imposante tentoonstelling ‘David Bowie Is’ die momenteel in het Groninger Museum te zien is, doet alles behalve antwoord geven op de vraag/stelling uit de titel. Het publiek rouwt om Bowie, niet om David Robert Jones, zoals hij bij geboorte op 8 januari 1947 heette. Sommigen rouwen nu om Ziggy Stardust, anderen om The Thin White Duke, anderen om weer andere versies van Bowie. “Everybody knows me now”, zo klinkt het in zwanenzang Lazarus. Tegelijk bewijst hij met zijn afscheidsalbum ★ (Blackstar) dat twee dagen voor zijn dood letterlijk en figuurlijk iedereen op het verkeerde been zette, dat dit juist niet zo is. Hij mag dan zijn ingehaald door de dood, hij bleef de wereld tot het bittere eind een stapje voor. Zoals hij altijd gedaan heeft en waardoor hij als icoon onsterfelijk blijft. Dat is exact wat een groot kunstenaar onderscheidt van de mindere goden.