Dag 3 van Gent Jazz: Belgisch talent en sterren die het waarmaken
De Vlaamse festivalzomer kent voor jazzfans twee grote namen: Jazz Middelheim en Gent Jazz. Op die laatste is het soms wat zoeken naar jazz tussen de Stings en de Cowboy Junkies van deze wereld. Maar eens je het vindt, zit je vaak gebeiteld. De derde dag van deze editie was daar een mooi voorbeeld van: internationale sterren werden er op de groene site van de Bijloke omringd door aanstormend Belgisch talent. Of was het andersom? Hoe dan ook was het een absolute hoogdag.
De dag begon nog aarzelend met een wisselvallig optreden van de Kameroense singer-songwriter Blick Bassy. Dat hij maatschappijkritische teksten zingt in een taal die stilaan verdwijnt, is op zich krachtig. Maar het concert kon niet beklijven, ondanks de interessante interventies van de cellist en de soms spookachtige stem van Blick Bassy.
Daardoor werd het echte startpunt een opmerkelijk optreden van Simon Segers. De drummer van onder andere De Beren Gieren en Black Flower, speelde een soloset van maar liefst 40 minuten. Gezeten in het gras bij de Garden Stage (het kleine broertje van de Main Stage en dit jaar in open lucht), gaf het publiek zich over aan een melodische verkenning van de drums. Dat klinkt dan intellectualistisch, maar dat was het allesbehalve. Segers zat helemaal in het moment en bracht op een ontspannen manier een meeslepend verhaal dat geen seconde verveelde. Knap!
De toon was gezet voor een dag vol aangename verrassingen. Zo bracht de Garden Stage ook de band PAARD. Met een bassist en een drummer die even goed op een rockfestival zouden kunnen staan en een vibrafonist die we kennen van het leuke Compro Oro, brengen ze speelse muziek die je continu op het verkeerde been zet. Spelen ze nu funk? Was dat net een flard metal? Maken ze akoestische dance? PAARD. kent alle truken van de dressuur en gooit ze lustig door mekaar.
Aan hetzelfde podium was het drummen voor H A S T, de band die de laatste maanden een steile opmars maakte en die we hier al bespraken na pakkende optredens op het Leuven Jazz Festival en de Belgian Jazz Meeting. Ook deze keer duwden ze de gaspedaal enkele keren stevig in, waarbij saxofonist Rob Banken en gitarist Roeland Cielis vaak het voortouw namen. Ergens halverwege de dag was dit de ideale band om de vaart er in te houden.
Het Brusselse Commander Spoon zou later op de avond de boel nog op stelten zetten met een aanstekelijke mix tussen hiphop en jazz. En onderweg had het trio Steiger met zijn spel vol subtiliteiten, nog maar eens bewezen hoe divers en eigenzinnig de jonge Belgische scene wel is.
Ook op de Main Stage was het laatste woord voor de Belgen, met de lokale helden van STUFF. En wat waren ze in vorm! In een waas van blauw licht brachten ze hun futuristische muziek alsof we het voor de eerste keer hoorden. Het is vreemd: je weet wat je van deze band kan verwachten – epische jazz met breakbeats en elektronische blieps – en toch slagen ze er in om je elke keer opnieuw te pakken. Aan boord van dit ruimteschip ontdekken we stilaan hoeveel hoekjes de ruimte kent.
Het was de kers op de taart van een dag waar het niveau verdorie hoog lag. Want we hadden het nog niet over Makaya McCraven! Enkele dagen na zijn concert in Montréal gaf de drummer uit Chicago het beste optreden dat ondergetekende ooit van hem zag. Zijn drive was ongekend en inspireerde ook zijn saxofonist om boven zichzelf uit te stijgen.
Een even mooie tandem zagen we eerder bij de Moses Boyd Exodus. In een ideale wereld kent deze band 3 blazers, maar Theon en Nathaniel Cross hadden helaas andere verplichtingen. De bas van de tuba werd vervangen door een Moog, maar de rest was voor de rekening van de amper 19-jarige Ife Ogunjobi. Enkele dagen er voor stond hij nog met Ezra Collective op Glastonbury en hij speelde duidelijk op een wolk. Krachtig, overtuigd, precies en opgezweept door de eindeloze ritmestroom van Moses Boyd. Zijn solo’s, daar kon je als luisteraar zo instappen. Ogunjobi, een naam om te onthouden.
Dan ging het er gezapiger aan toe bij landgenoot James Holden. Toch zorgde hij voor één van de grootste verrassingen van de dag. Want ja, zijn elektronica aangevuld door de muzikanten van The Animal Spirits bracht iedereen even in hogere sferen. Een percussionist met belletjes in kleermakerszit, een basklarinettist, een drummer die vooral met mallets speelt,… Meer heb je soms niet nodig bij zonsondergang.
De laatste vermelding gaat naar legende en publiekslieveling Mulatu Astatke. Voor hem vulde de tent van de Main Stage zich tot aan de rand. Met zijn 75 jaren op de teller, is de minzame uitvinder van de Ethio-jazz niet meer zo flitsend als vroeger. Maar hij weet zich goed te omringen op het podium en heeft natuurlijk een oeuvre om U tegen te zeggen. Na wat geluidsproblemen in het begin, greep hij alsnog zijn kans om het publiek te plezieren met die typische grooves die weer beroemd werden dankzij de film Broken Flowers. Hij bespeelde conga’s, een Rhodes en keerde weer terug naar de vibrafoon met de elegantie van een koning. En Gent, dat droeg hem op handen.
Foto’s: Bruno Bollaert
De Vlaamse festivalzomer kent voor jazzfans twee grote namen: Jazz Middelheim en Gent Jazz. Op die laatste is het soms wat zoeken naar jazz tussen de Stings en de Cowboy Junkies van deze wereld. Maar eens je het vindt, zit je vaak gebeiteld. De derde dag van deze editie was daar een mooi voorbeeld van: internationale sterren werden er op de groene site van de Bijloke omringd door aanstormend Belgisch talent. Of was het andersom? Hoe dan ook was het een absolute hoogdag.
De dag begon nog aarzelend met een wisselvallig optreden van de Kameroense singer-songwriter Blick Bassy. Dat hij maatschappijkritische teksten zingt in een taal die stilaan verdwijnt, is op zich krachtig. Maar de songs konden niet altijd beklijven, ondanks de interessante interventies van de cellist en de soms spookachtige stem van Blick Bassy.
Daardoor werd het echte startpunt een opmerkelijk optreden van Simon Segers. De drummer van onder andere De Beren Gieren en Black Flower, speelde een soloset van maar liefst 40 minuten. Gezeten in het gras bij de Garden Stage (het kleine broertje van de Main Stage en dit jaar in open lucht), gaf het publiek zich over aan een melodische verkenning van de drums. En dat klinkt dan intellectualistisch, maar dat was het allesbehalve. Segers zat helemaal in het moment en bracht op een ontspannen manier een meeslepend verhaal dat geen seconde verveelde. Knap!
De toon was gezet voor een dag vol aangename verrassingen. Zo bracht de Garden Stage ook de band PAARD. Met een bassist en een drummer die even goed op een rockfestival zouden kunnen staan en een vibrafonist die we kennen van het leuke Compro Oro, brengen ze speelse muziek die je continu op het verkeerde been zet. Spelen ze nu funk? Was dat net een flard metal? Maken ze akoestische dance? PAARD. kent alle truken van de dressuur en gooit ze lustig door mekaar.
Aan hetzelfde podium was het drummen voor H A S T, de band die de laatste maanden een steile opmars maakte en die we hier al bespraken na pakkende optredens op het Leuven Jazz Festival en de Belgian Jazz Meeting. Ook deze keer duwden ze de gaspedaal enkele keren stevig in, waarbij saxofonist Rob Banken en gitarist Roeland Cielis vaak het voortouw namen. Ergens halverwege de dag was dit de ideale band om de vaart er in te houden.
Het Brusselse Commander Spoon zou later op de avond de boel nog op stelten zetten met een aanstekelijke mix tussen hiphop en jazz. En onderweg had het trio Steiger met zijn altijd boeiende spel vol subtiliteiten en verrassende wendingen, muziek die slaat en zalft, nog maar eens bewezen hoe divers en eigenzinnig de jonge Belgische scene wel is.
Ook op de Main Stage was het laatste woord voor de Belgen, met de lokale helden van STUFF. En wat waren ze in vorm! In een waas van blauw licht brachten ze hun futuristische muziek alsof we het voor de eerste keer hoorden. Het is vreemd: je weet wat je van deze band kan verwachten – epische jazz met breakbeats en elektronische blieps – en toch slagen ze er in om je elke keer opnieuw te pakken. Aan boord van dit ruimteschip ontdekken we stilaan hoeveel hoekjes de ruimte kent.
Het was de kers op de taart van een dag waar het niveau verdorie hoog lag. Want we hadden het nog niet over Makaya McCraven! Enkele dagen na zijn concert in Montréal gaf de drummer uit Chicago het beste optreden dat ondergetekende ooit van hem zag. Zijn drive was ongekend en inspireerde ook zijn saxofonist om boven zichzelf uit te stijgen.
Een even mooie tandem zagen we eerder bij de Moses Boyd Exodus. In een ideale wereld kent deze band 3 blazers, maar Theon en Nathaniel Cross konden er helaas niet bij zijn. De bas van de tuba werd vervangen door een Moog, maar de rest was voor de rekening van de 19-jarige Ife Ogunjobi. Enkele dagen er voor stond hij met Ezra Collective op Glastonbury en hij speelde duidelijk op een wolk. Krachtig, overtuigd, precies en opgezweept door de eindeloze ritmestroom van Moses Boyd. Zijn solo’s, daar kon je als luisteraar zo instappen. Wat een talent heeft deze jongen.
Dan ging het er gezapiger aan toe bij landgenoot James Holden. Toch zorgde hij voor één van de grootste verrassingen van de dag. Want ja, zijn elektronica aangevuld door de muzikanten van The Animal Spirits bracht iedereen even in hogere sferen. Een percussionist met belletjes in kleermakerszit, een basklarinettist, een drummer die vooral met mallets speelt,… Meer heb je soms niet nodig bij zonsondergang.
De laatste vermelding gaat naar legende en publiekslieveling Mulatu Astatke. Voor hem vulde de tent van de Main Stage zich tot aan de rand. Met zijn 75 jaren op de teller, is de minzame uitvinder van de Ethio-jazz niet meer zo flitsend als vroeger. Maar hij weet zich goed te omringen op het podium en heeft natuurlijk een oeuvre om U tegen te zeggen. Na wat geluidsproblemen in het begin, greep hij alsnog zijn kans om het publiek te plezieren met die typische grooves die weer beroemd werden dankzij de film Broken Flowers. Hij bespeelde conga’s, een Rhodes en keerde weer terug naar de vibrafoon met de elegantie van een koning. En Gent, dat droeg hem op handen.