×

Artikel

03 september 2012

Bro/Knak – (On)beSTEMdheden van de vorm

Geschreven door:

Aansturen, verzamelen, schiften, bauwen, herbauwen – Bro/Knak is het resul- taat van een speciale aanpak van gitarist Jakob Bro (1978) met als belangrijk onderdeel samenwerking met elektronica-wizard Thomas Knak (1973) aka (DJ) Opiate, beiden uit Kopenhagen. Het resultaat is over 2 cd’s verdeeld. De 9 stuk- ken van de eerste schijf, Bro’s gedeelte, vormen het uitgangspunt voor Knaks bewerkingen op de tweede schijf. Knak werkte o.m. als producer met Björk (Vespertine) en Efterklang en schreef in Cannes bekroonde filmmuziek (2003).

Wisselwerkingen

De 9 stukken van de eerste schijf zijn anders dan gebruikelijk tot stand gekomen. Bro begon in juni 2011 met solo-opnamen van stukken van hem door Paul Bley, David Virelles, Jakob Kullberg en Oscar Noriega in de Avatar-studio in New York. Hij verdiepte zich in het opgenomen materiaal, selecteerde en ontwikkelde BRO_KNAK_02_low(nieuwe) stukken en organiseerde verdere opnamen. Er waren 15 musici plus een jongenskoor bij be- trokken, leeftijd tussen 12 en 84 jaar. Van april tot juni 2012 ordende hij het materiaal voor het eerste gedeelte van het album. Hij had ondertussen de ruwe opnamen aan Thomas Knak ter beschikking gesteld die de opnamen aan zijn bewerking onderwierp. Bro liet Knak vrije hand maar zij wisseleden in die perio- de onder elkaar uit. Ze voeden elkaar waardoor het proces tot op het eind open bleef.

Van de 9 stukken van de eerste schijf, allemaal baserend op composities van Bro, zijn 2 stukken variaties en 3 stukken voor piano solo. David Virelles* (1983) voert Northern Blues Variation No I en G Major Song uit en Paul Bley (1932) de bijna zeventien minuten durende Roots Piano Variation. De andere stukken worden in tweetallen, drietallen of vijftallen uitgevoerd. De grootste bezetting heeft het stuk Color Sample met Kenny Wheeler op flugel, Jakob Kullberg, cello, Tine Rehling, harp, Jakob Høyer, drums en Bro op gitaar en zang. In Northern Blues Variation No II spelen Bro, Bill Frisell en bassist Thomas Morgan met het Royal Danish Chapel Choir, een jongenskoor. Bijzonder zijn ook de bezettingen van de stukken Izu en Epilog. Izu vanwege de bijdrage van de befaamde theremin-speelster Pamelia Kurstin en Epilog vanwege de combinatie klarinet (Oscar Noriega) en harp (Tine Rehling).

Patchwork en vergezichten

De eerste schijf is patchwork enerzijds en epische vergezichten anderzijds zonder een poging het alleemaal tot een eenheid te “smeden” of te “verweven” zoals dat heet. Een stuk comfort valt daarmee weg. Openheid, verschillende afstanden en speuren naar vorm komen daarvoor in de plaats. Het heeft iets weg van Heisenbergs onbestemdheidsrelatie. Het lange stuk Color Sample – hier een fragment – en het korte Epilog zijn zo’n vergezicht en vormen wel een eenheid: Color Sample met het schitterende gebroken geluid van Kenny Wheeler, Epilog met de etherische klanken van harp en klarinet. Beiden worden omkaderd door de twee solopiano-stukken van de briljante Virelles* die als het ware terugtreden en zelf schitterende vormtransformaties bevatten. Izu is een stuk met albatros-perspectief van typische Bro-makelij hier met twee gitaren en een subtiele theremin, een stuk dat – met de zang van Bro – op een gegeven moment bijna Gregoriaans aandoet. Gedurfd is de overgang naar een groove met gave hand-drumming van Jakob Høyer. Met de overgang naar het stuk Roots met Bill Frisell en Thomas Morgan treffen gregoriaans, gospel en blue grass op elkaar. Opmerkelijk hoe dat in elkaar overloopt. Voordat Roots aan variatie toe is, komt eerst Mild waar we Bro op elektrische én akoestische gitaar horen, gaaf bijgestaan door Thomas Morgan op bas en Jeff Ballard met minimale drumming. Daarna is het tijd voor Paul Bley die het stuk Roots doorgrond. Een juweel zijn Variation, het langste stuk van de eerste schijf, bijna zeventien minuten waarin ieder toetsaanslag ertoe doet. Het was vast de enige mogelijkheid Bley erbij te betrekken. Een document – ook als antithese tot de andere grote piano-solist. Zowel Virelles als Bley zijn een schitterende manifestatie van niet aflatende speurtocht naar vorm. Gedurfd is ook weer de overgang naar het bijna Zhivago-achtige Northern Blues Variation No II – hier een fragment – met het koor bij het trio Bro, Frisell, Morgan. Het is hetzelfde stuk waarvan Virelles in de opener zijn knappe piano-versie laat horen. Northern Blues is een stuk dat ook op Bros laatste album Time met Lee Konitz, Bill Frisell en Thomas Morgan te horen is.

Het zal duidelijk zijn dat een onderneming als deze niet alleen muzikaal de juiste feeling en goede compas vereist maar ook het nodige vertrouwen van de participerende musici daarin legden zij hun bijdragen toch helemaal in Bros handen.

Rebuilds

THOMAS_KNAKDe tweede schijf begint met hetzelfde stuk waar de eerste schijf mee eindigt: Northern Blues Variation II, de koorversie. Bro liet Thomas Knak de vrije hand bij zijn elektronische bewerkingen die Thomas Knak adequaat rebuilds noemt. Een tweede rebuild van Northern Blues Variation II sluit deze tweede schijf af. Ook van Mild zijn er twee rebuilds die elkaar direct opvolgen. Er is geen rebuild van Paul Bley en van Virelles’ Northern Blues Variation No I. De piano op Roots Rebuild, dat is track 2,
wordt trouwens – om verwarring te voorkomen – door Bro gespeeld. Knaks werk hier vertoond overeenkomsten met het Punkt-concept maar volgt duidelijk zijn eigen koers (voor Punkt zie op WRITTEN).

Het begint in eerste instantie zoals men dat van remixes gewent is, met percussieve loops en repeterende patronen (summier gezegd). Maar vanaf track 3 (rebuild de solo piano van G Major Song)wordt het ineens verrassend en boeiend en track 5, een rebuild van Color Sample, en track 6, een rebuild van Epilog, zijn ver- en herbouw-meesterwerkjes! In de rebuild van Color Sample zijn elementen uit de Bro-versie in- en uitgezoomed en in nieuwe volgorde met elkaar verbonden. Het begint met een fraaie preparatie van bekken-klanken waar celloklanken en zang uit voortkomen. Het is niet alleen verrassend maar heeft vooral een hoge mate van muzikale coherentie. Bij Epilog, het stuk met harp en klarinet, gebeuren even verrassende als muzikaal fraaie dingen. Uit een bel-achtige grondpuls met daarover harp- klanken komt ineens schitterend de klarinetklank tevoorschijn: hoge rebuild-kunst! Ook bij de rebuilds van Mild gebeurt iets opmerkelijks. In de eerste rebuild blijft het bij langstrekkende klankflarden, in de tweede krijgt het allemaal een toenemend agressieve lading – over ‘mild’ gesproken!

Knaks bijdrage is bij nadere beluistering boeiend en verhelderend, geeft de speurtocht naar vorm extra reliëf. Zijn rebuilds gaan verder dan gebruikelijke aankledingen en boostings. Ze kunnen het opnemen tegen andere hoogwaardige remixes (zoals Villalobos/Loderbauer met hun ECM-remixes op Re: ECM), meer nog, ze stoten nog verder door in de dialectiek van vormonderzoek en –variatie.

Proces

Bro/Knak is een tocht langs de beSTEMdheden en daarmee ook ON-beSTEMdheden van de vorm. Knaks rebuilds leveren nieuwe ervaringen betreffende de bouwstenen. Wennen eerst (voor mij) maar ik begin er een heleboel in te horen wat inhaakt en iets losmaakt. Anders. Beetje verslavend al.

Het album is in een geve 3 vinyl box de luxe met prachtig door TAL/R vormgegeven lp-sleeves, vinyl-etsen en paintings uitgebracht. Het is ook als dubbel compact disc verkrijgbaar.

Bro, die drie keer de prijs voor beste Deense album won, voerde deze onderneming uit in het kader van zijn prijswinnerschap van de Award van de Danish Society For Jazz, Beat And Folk Authors (DJBFA). Het levert een uitdagend resultaat op en brengt zijn muzikale ervaringen op een hoger niveau van inzicht en aanpak. Bro/Knak is evenzeer een verkenning als een statement met blijvende muzikale landmarks.

JAKOB BRO

*DAVID VIRELLES

De link naar David Virelles is saxofonist Mark Turner. Jakob Bro heeft veelvuldig met Mark Turner samen- gewerkt. In de opname-periode speelde David Virelles in het kwartet van Mark Turner met Ben Street en Paul Motian (zie hier voor de NPR-video van het complete concert en hier voor de NYTimes commentaren

David Virelles (1983), een pianist van Cubaanse afkomst, hoort met Fabian Alamazan (1984), Kris Davis (1980) en Matt Mitchell (1975)) bij de groep opkomende jonge piano-talenten waar New York Times criticus Ratliff een tijdje geleden op inzoomde. Virelles werkte o.a. met Jane Bunnett, Steve Coleman, Mark Turner, Chris Potter en Henry Threadgill. Van zijn nieuwe groep Continuum verschijnt dit najaar het eerste album bij Pi-recordings (in Nederland bij CodaEx)

RADIO – Concertzender ON DEMAND

AUDIO

Bro/Knak Tracklisting:

CD1:

  1. Northern Blues Variation No. I
  2. Color Sample
  3. Epilog
  4. G Major Song
  5. Izu
  6. Roots
  7. Mild
  8. Roots Piano Variations
  9. Northern Blues Variation No. II

CD2:

  1. Northern Blues Variation No. II Rebuild No. 1
  2. Roots Rebuild
  3. G Major Song Rebuild
  4. Izu Rebuild
  5. Color Sample Rebuild
  6. Mild Rebuild No. I
  7. Mild Rebuild No. II
  8. Northern Blues Variation No. II Rebuild No. II

Foto-credits

Bro+Knak – © Lasse Bech Martinussen; Knak – © Lars Svankjær