Willie Nelson
Last Man Standing
Wat dragen we Willie Nelson een warm hart toe. Op de vooravond van zijn maar liefst negenentachtig jaar (89! En nog stééds een baas) brengt hij Last Man Standing uit. Daarmee weet je ook: Nelson blijft gewoon platen uitbrengen zoals hij altijd deed. Op dat nieuwe album: elf gloednieuwe songs, samen met stilaan vaste songwriting vriend en producer Buddy Cannon.
Beide heren kennen elkaar al best wat langer. Kennen elkaar door en door, wat ook maakt dat Last Man Standing een bijzonder openhartig album is. Bijzonder is de moderne aanpak met Nelson en Cannon die via apps ideetjes uitwisselen. Frisse werkwijze. Al valt in eerste instantie op hoe Nelson op dit nieuw album laat horen dat hij, ondanks zijn leeftijd, niet afgeschreven dient te worden.
Net als goede wijn rijpt Nelson. En levert hij zijn beste werk af. ‘Beste’, te begrijpen zoals: Willie opent zijn hart en ziel zoals nooit tevoren en biedt wie het maar wil een inkijkje in zijn gedachten. Zo is een van de absolute prijsbeesten op het album het wondermooie Something You Get Through, een sad, sad song over de bittere kanten van het leven. Een song waar tussen de bitterzoete melancholie toch wat hoopvolle gloed in weerklinkt en die je gewoon raakt. Zo’n song die eigenlijk in een jukebox terechthoort. Meisje is gaan lopen, je steekt een kwartje in de jukebox en je hele wereld zit in die ene song. Prachtsong waar je slechts met een gelukzalige grijns (en een stevige groengekruide reefer en goedgevuld whiskeyglas bij de hand) van kan genieten.
Elders, onder meer tijdens Heaven Is Closed, merk je dat op Nelsons’ stem niets af te dingen valt. En ook op muzikaal en tekstueel vlak houdt dit album gewoon steek. Al is het dan deels wel een verderzetting van ‘God’s Problem Child’ en bij uitbreiding het hele oeuvre van onze weedminnende Texaanse balladeer. Leuk ook dat hij het album ook kort en krachtig houdt. In een goed halfuurtje rollebollen er elf songs voorbij, zoals onder meer de geinige titeltrack waarin Nelson verwijst naar al die vrienden songwriters zoals Merle Haggard en Waylon Jennings.
Prima backing band (met o.a. Mickey Raphael op mondharmonica, Kevin Grant op contrabas,..) , goede songs. Zoals Don’t Tell Noah dat net zoals I Ain’t Got Nothin’ van een pittige rock’n’roll-drive voorzien is en gemaakt lijkt om het gaspedaal net wat steviger in te drukken op een van die good ol’ American Highways. Elders: rustieke country (Bad Breath) met memorabele levenswijsheden als “bad breath is better than no breath at all”. Soms zakt het tempo wat en krijgen we Willie by numbers zoals onder meer Me & You (“just me & you / we’re definitely outnumbered”), dan weer is het danig dansen geblazen (het kwieke, met bluesy accenten Ready To Roar, het is vrijdagavond en Nelson warmt alvast de balzaal op). Dat verhindert niet dat het team Nelson/Cannon alweer een erg fijn en degelijk album oplevert.