Wilco
The Whole Love

Wie met een ultra spannende openingssong als Art Of Almost op de proppen durft te komen heeft direct mijn hart gestolen. En de rest van het album is al net zo goed.
Iedereen heeft het uit Chicago afkomstige Wilco over het afgelopen decennium zien uitgroeien van alternatieve countryband naar eigenwijze rockgroep. Tot onwaarschijnlijke succesband die de voorloper werd in de Amerikaanse golf aan spannende bands van de afgelopen 10 jaar. Bizar als je weet dat hun prachtige Yankee Hotel Foxtrot uit 2002 eerst niet eens uitgebracht zou worden. Ze werden op basis van de songs van dat album gedumpt door hun toenmalige platenlabel. Overgenomen door Nonesuch, een side-label van diezelfde platenmaatschappij die de muziek van Wilco wel snapte, en met alle commotie die daaruit ontstond, groeide de band daarna naar ongekende hoogte. Creatief vrij schreef Wilco voorman Jeff Tweedy vervolgens zijn beste, meest spannende songs, en werd de band steeds beter. Ook als live band nog overtuigender.
De bron van songs is bij Tweedy bepaald nog niet leeg zo bewijst ook het nieuwe album The Whole Love. Nadat de deal met Nonesuch uitgediend was (het label wilde de band dolgraag houden) besloot de band een eigen platenlabel, dB PM Records, te starten en voortaan volledig onafhankelijk te zijn. The Whole Love is daar de eerste vrucht van en hij is weer net zo aanstekelijk als alle voorgaande albums. Openingssongs Art Of Almost is de briljante opener van een album dat heerlijk alle kanten op stuitert. Van fraai ingetogen (het wonderschone Black Moon) tot uitbundig (Born Alone en Standing O). Soms Beatles-like poppy (Sunloathe, Capitol City en het titelnummer) dan weer (de openingssong en Dawned On Me). Met het fraai folky One Sunday Morning (Song for Jane Smiley’s Boyfriend) als perfecte albumafsluiter. The Whole Love heeft het allemaal en allemaal heel erg goed.