Whitesnake
Flesh & Blood
Het is David Coverdale weer gelukt! Telkens slaagt hij erin om getalenteerde muzikanten aan te trekken en sterke nummers te maken. Na het vertrek van John Sykes eind jaren tachtig haalde hij toppers als Adje VandenBerg, Steve Vai, Vivian Campbell, Reb Beach en Doug Aldrich aan boord. Na het vertrek van Aldrich verwachtte menigeen dat Coverdale zou stoppen. Aldrich was immers grotendeels verantwoordelijk voor de zeer sterke albums Bad To Be Good en Forevermore. Coverdale ging echter gewoon door. Hij plukte Joel Hoekstra weg bij Nightranger en nam een ode aan zijn begindagen bij Deep Purple op. De cirkel leek daarmee rond.
Na een tijdje begon het echter weer te kriebelen en ging good old’ David weer aan de slag. Het resultaat is verbluffend goed. Flesh & Blood knalt uit de speakers. Waar veel generatiegenoten op nieuwe album mijlenver verwijderd blijven van hun beste periode, lukt het Whitesnake steeds weer om te overtuigen en relevant te blijven. Flesh & Blood zou eigenlijk na de zomer in 2018 verschijnen, maar door ziekte en het vervangen van beide knieën bij Coverdale duurde het ditmaal wat langer. In die tussenliggende periode was er blijkbaar geen tijd om een nieuw hoesontwerp te bedenken want sinds 1987 is het hoesontwerp niet noemenswaardig gewijzigd; een ander achtergrondkleurtje rond het centrale bandlogo is al dertig jaar lang de norm. Laten we het maar een kwaliteitsstempel noemen.
Het openingsnummer Good to See You Again trapt af met een vette riff die meteen de toon zet voor het hele album. David Coverdale klinkt uitstekend en de productie is tot in de puntjes verzorgd. Hoewel er acht jaar zijn verstreken sinds het vorige studioalbum (Forevermore) met eigen materiaal, is aan niets te merken dat de band ouder is geworden. De nieuwe gitaartandem Hoekstra en Beach excelleert op het Led Zeppelin achtige Gonna Be Alright en levert een aantal lekkere solo’s af. Ook de vlotte single Shut Up & Kiss Me mag er zijn. Coverdale zingt lekker venijnig net als in de jaren tachtig. Nog beter is Hey You (You Make Me Rock) waarop de ritmesectie met oudgediende Tommy Aldridge een stuwende groove neerlegt. Always & Forever is veruit het meest radiovriendelijke nummer en herinnert in veel opzichten aan The Deeper The Love van Slip Of The Tongue. Na dat sterke begin valt de ballade When I Think of You (Color Me Blue) een beetje tegen. Het nummer is niet slecht, maar heeft simpelweg te weinig om het lijf om te kunnen boeien. Gelukkig is Trouble Is Your Middle Name weer lekker vet en gaan de gitaristen lekker los in de solo’s. Dat wordt genieten tijdens de concerten. Het titelnummer is een stevig rockende meezinger, Will I Never past de band als een hangschoen en het enigszins melancholische Heart Of Stone zal vermoedelijk het beste nummer van de plaat blijken te zijn. De opbouw, het arrangement, de tekst en de uitvoering zijn prachtig. Tijdens het uptempo Get Up krijgen we een huppelend drumritme te horen en achtergrondkoortjes die in alles herinneren aan de hair metal periode in de jaren tachtig. After All is een akoestisch niemendalletje en ook het afsluitende Sands of Time wil na een paar luisterbeurten nog niet beklijven. Het zou me niet verbazen als het nummer afkomstig blijkt uit de periode dat Coverdale samenwerkte met Jimmy Page. Het zijn kleine smetjes op een verder uitstekend Whitesnake album.
Vanzelfsprekend gaat de band weer op tournee. De 67 jarige Coverdale en zijn kornuiten staan op woensdag 12 juni in 013 in Tilburg.