Volbeat
Servant Of The Mind
Met hun achtste, Servant Of The Mind, zo net in de staart van 2021, blijkt ook het Deense Volbeat sterk en plezierig bezig te zijn geweest met een eigenste lockdownalbum. Ja, zeker een vast, Volbeat is alive and kicking terug met z’n gekende catchy mix van bekoorlijke Metallica-riffs en punky rockabilly. Toch maken ze er hier dan ook weer iets voldoende nieuws en op en top spannends van. Als felle en driest beukende duivels drijven stichter/frontman Michael Poulsen en z’n kompanen de melodie en de altijd resonerende rockstem weer alle kanten uit. Met lyrics overigens die doordrenkt zijn van niet alledaagse vertelsels over geesten, duivels en heksen.
De songs vliegen je aangenaam rond de oren, in hun diversiteit lijkt het een veelkleurige sneltrein wel. Openingsnummer, Temple Of Ekur, of hoe je zelfs over een oude monumentale Iraakse tempel, zo heilig als de Olympusberg, een even imposant, catchy as hell topnummer maakt.
De zoveelste Volbeat-hit, Wait A Minute My Girl, knalt dan fris van de lever, een vroege rock and roller op speed, geïnjecteerd met Springsteen-honky-tonk en -sax. Een en al catchy tempowisselingen en modulaties. Applaus. Met The Sacred Stones dan weer, pittig topnummer, sloom openend met een zware M-riff, schiet je met ‘the spirit of evil’ headbangend onbestemde Black Sabbath-duisternis in.
Ook de melodieuze thrasher Shotgun Blues, drijvend op industrieel opzwepende repetitiviteit, is top. Het zwaarste metalgeweld van het album tot nu hier, compleet, met zelfs een zeldzame grunt.
Ook The Devil Rages On is weer topklasse. De reverbgitaar neemt je regelrecht op sleeptouw in een vreemde, donkere rock and roller vol heerlijke tempowisselingen en met Poulsen als duivelse Elvis van dienst. Volgt Say No More, de zoveelste lekkere up-tempo Metallica à la Volbeat..
Heaven’s Descent dan, met zijn catchy hooks, klettert in het rond als hijgende Sex Pistols. Dagen Før, hoogst aanstekelijke ‘ABBA-popsingle’, featuring Stine Bramsen in fraai duet met Poulsen, alles overgoten met Volbeat-metalsaus. The Passenger, Volbeat in ‘t metaljasje van Mötörhead, middenin de gitaren prominent voluit en op ‘t einde nog die vurige solo om het af te leren.
Step Into Light, weer die psychedelisch naar een hoogtepunt voorthossende reverbgitaar, schitterend rockabilly-riffend als The Shadows goes metal en andermaal die verrassende sax en honkytonktoetsen in de background. Alle stukjes passen perfect!
Becoming is een vernuftig opgebouwde M-topsong met andermaal loodzwaar pompend metaalgeweld, nu eens klagend slepend dan weer flitsend vurende metaalnoten. Mindlock, nog zo’n volmaakte heavy metalsong, met memorabele riff incluis.
Alsluiten met een nog een hoogtepunt. Lasse’s Birgitta, goed lekker opzwepende heksensong, klepper van zomaar acht minuten. Wordt plechtig met klokken en extreme nattigheid uitgeluid.
Volbeat zit met zijn dwingende groove al lang heel vooraan in de mainstream van de heavy metal en verzamelde er al wat blinkt aan goud en platina. Het heeft, vooral met zijn unieke flexibele zangstem, een uit de duizend herkenbare sound, maar het levert hier desondanks weer een creatief, hoogst gedreven, zeg maar keigoed album af. Volbeat’s melodieuze wilde metal voert hier dan wel pienter terug naar al wat het voorheen al goed deed, evenwel zonder het te reproduceren. Die mannen beheersen bovendien hun excentrieke cross-overmomenten als geen ander. In tegenstelling tot de plaathoes zal hier dus niemand gezichtsverlies lijden. Integendeel, dit is zonder meer een solide album, het staat als een huis.