Villagers
The Art Of Pretending To Swim
Conor O’Brien, de grote man achter Villagers, blijft zichzelf op elke album opnieuw uitvinden. Dat het een geweldige songschrijver is met immer intrigerende teksten komt ook op het vierde album The Art Of Pretending To Swim weer optimaal uit de verf.
Vanaf het allereerste Villagers Become A Jackal (2010) waren we ons bewust dat met de toen nog erg jonge Conor O’Brien zich een songschrijver van grote allure aanbood. Dat werd met het verschijnen van (Awayland) (2013) en Darling Arithmetic (2015) alleen maar duidelijker. Over de jaren stond hij met zoveel legendarische muzikanten op het podium die hem aanprezen (van Neil Young tot Paul Weller en John Grant) dat een nieuw Villagers album alleen maar meer belangstelling verkreeg.
Nadat Paul Weller O’Brien ook nog vroeg om de tekst te schrijven voor een song die hij voor zijn geweldige nieuwe album True Meanings had geselecteerd nam die belangstelling alleen maar toe. Met The Art Of Pretending To Swim (wat een prachtige titel) wordt de belofte al snel na het verschijnen van dat album ingelost. En ook dit vierde Villagers album is weer een mooie groeiplaat.
In eerste instantie was het O’Brien, want ook dit nieuwe album is weer vooral een album dat hij op eigen kracht in elkaar zette, die een meer elektronische kant van zichzelf wilde laten zien na het introspectieve Darling Arithemetic. Maar zodra hij er woorden bij schreef en deze inzong veranderde de structuur van de songs. The Art Of Pretending To Swim heeft dus een fijne elektronische glans die over de van O’Brien zo kenmerkende songschrijfstructuur hangt.
Openingssong Again en opvolgtrack, de eerste single, A Trick Of The Light zijn duidelijk vanuit dat electronic idee opgezet. In het daar opvolgende Sweet Saviour, startend met akoestische gitaar, draait hij die sfeer dan weer, om de song met electronic elementen te verfraaien. Wat gelijk opvalt hoe soulful de vocalen van O’Brien juist dan klinken. En wat een verrukkelijk zanger is hij toch ook. Hij tilt zijn melodieën moeiteloos boven alles uit en zijn sterke teksten helpen daar nog eens extra aan mee.
The Art Of Pretending To Swim is een rijk album, waarop elke song met elke luisterbeurt meer waarde krijgt. Het is zo’n album waarop de songs heerlijk in het gehoor liggen tegelijkertijd super inventief opgebouwd. Zoals de grootste schrijvers zo prachtig leesbaar kunnen schrijven en met weinig woorden zoveel kunnen schrijven doen de grootste songschrijvers met op het oor zo toegankelijke songs hetzelfde. Dat is hun grootste vakmanschap.
O’Brien heeft voor het vierde Villagers album weer bijna twee handenvol prachtsongs geschreven. Luister toch eens naar Long Time Coming waarop knisperende beats vloeiend versmelten met fraaie blazers. Het prachtige in elektronica drijvende, emotievol gezongen en door wederom heerlijke blazers gedomineerde en naar een climax gespeelde Love Came With All That It Brings is het hoogtepunt van het album. Luister ook eens wat O’Brien flikt in die laatste momenten in de song. Het lekker krachtige Real Go-Better is ook zo’n topsong die gelijk blijft hangen. Ada (een ode aan vermaarde 19e-eeuwse wiskundige Ada Lovelace) is dan weer wonderafsluiter die zo fraai harmonieus in arrangement, geweldig gezongen uitbouwt tot wederom zo’n tijdloos klassieke Villagers song.
Tekstueel is het bij O’Brien niet moeilijk zoeken naar mooie zinnen en strofen. De man laat zijn hart gemakkelijk spreken. Hij blijft immer heel dichtbij hemzelf en geeft zich open in songs als Hold Me Down (‘I’ve seen the dawn, but there’s something in the way and I can’t get out’) of A Trick Of The Light (‘It’s time that I let go of things I can’t control”). En er is met elke luisterbeurt nog veel meer moois te ontdekken. The Art Of Pretending To Swim is een zinnenprikkelend album vol bloedmooie songs en het vierde geweldige Villagers album.