Various
100 x Toppop
De eerste uitzending van Avro’s Toppop was in september 1970, Ad Visser presenteerde het programma tot mei 1985. Dan lijkt april 2013 geen logisch moment om een verzamelbox rond Toppop uit te brengen.
Hoewel? Toppop liep na het vertrek van Ad Visser nog drie jaar door. Tot het voorjaar van 1988 presenteerde Bas Westerweel het. En dat is precies 25 jaar geleden.
Ad Visser en Penny de Jager. Voor zowat elke veertiger en vijftiger moeten die namen warme jeugdherinneringen oproepen. Vrijdagavond 7 uur, met natte haren uit de douche voor de tv om in vijftig minuten de grootste hits uit de Nationale Hitparade te bekijken.
Van MTV en TMF was nog geen sprake, dat ene uurtje per week was (lange tijd) het rantsoen voor de hitliefhebber. Later kwamen Veronica (Countdown) en de TROS (Disco Planet) met eigen programma’s, maar Toppop bleef het origineel. Bovendien richtte Countdown zich maar zijdelings op de hitparade, het programma was de eerste jaren vooral een uitgangbord voor zelf opgenomen live-registraties van acts als The Police, AC/DC, Herman Brood en UB 40. Er waren in de Toppop-tijd wel meer muziekprogramma’s, die soms ook andere muziek dan de hitparade lieten zien. Maar de Popkrant, Popzien en NederPopzien (VARA) en Filter en de Eddy Go Round Show (NCRV) hielden het maar enkele seizoenen vol.
De 5-dcbox 100 x Toppop behandelt de geschiedenis van Toppop chronologisch. In het begeleidende boekje staat van elk nummer de datum van de eerste Toppop-uitzending. Compleet kan zo’n cd niet zijn, het allereerste nummer in de allereerste Toppop ontbreekt bijvoorbeeld: Spring, summer, winter and fall van Aphrodites Child. Sowieso komen de eerste drie maanden van Toppop niet op de cd voor.
Tears In The Morning van The Beach Boys (15 december 1970) opent het feest der herkenning. Wat volgt is een rij mooie, vrolijke, sfeervolle en uitbundige hits uit achttien seizoenen Toppop. Het grootste deel van de tracks is bekend tot zeer bekend (Is This The Way To Amarillo, Late Again, Mexico, Down By The Lazy River, Rock The Boat, House For Sale, Dreamer, Heaven Must Be Missing An Angel, Heart Of Glass, Rivers Of Babylon, Street Life, Don’t You Want Me, Sailing Home).
Maar er zijn ook veel vergeten of bijna vergeten pareltjes: Lady Eleanore door American Gypsy (september 1974), When I’m Dead And Gone van McGuinness Flint (januari ’71), Ela Ela van Axis (maart ’72), Worn Down Piano van The Mark & Clark Band (juni ’77) en I’m On Fire van 5,000 Volts, Get Down van Gene Chandler, The Runner van The Three Degrees en Shalamar met I Can Make You Feel Good uit de discotijd.
Verder zit er en aantal tracks bij dat onverbrekelijk aan Toppop is verbonden. Lust For Life van Iggy Pop bijvoorbeeld. In de uitzending van 8 oktober 1977 was voor het eerst te zien hoe Iggy al playbackend een palmboom in de studio te lijf ging. Al snel zat zijn ontblote bovenlijf vol bloedende schrammen, maar de hit was binnen. In eerste plaats omdat Lust For Life een geweldig nummer is, maar de videoclip (dat heette toen nog ‘een Toppop-filmpje’) speelde daar in de tijd van twee tv-netten zeker een rol in.
Lust For Life was trouwens een van de vele clips die in de Toppop-studio werden opgenomen. Tot op de dag van vandaag staat You Tube vol met filmpjes uit de jaren zeventig en tachtig waarin artiesten playbacken tegen het Toppop-decor.
Ook andere legendarische Toppop-optredens zijn op deze box vertegenwoordigd. Donna Summer staat naast Dave Edmunds, The Nits naast BZN. The Jacksons kwamen in 1979 hun Shake Your Body Down To The Ground gewoon in de studio vertolken. (In dezelfde week zat Michael Jackson ook bij Ferry Maat in de studio van Hilversum III te babbelen in de Soul Show). Kate Bush liet zich in de Efteling filmen voor Wuthering Heights.
Natuurlijk ontbreekt er van alles. Geen Mud, de groep in Nederland doorbrak dankzij de in Toppop vertoonde danspasjes bij Dynamite en Tiger Feet. The Osmonds staan er dan weer wel bij, maar die werden juist bekend dankzij hun tv-optreden bij Mies Bouwman. En die presenteerde van alles, maar geen Toppop. Geen Queen, die met hun eerste grote hit Killer Queen in de Toppop-studio stonden, goed voor een met terugwerkende kracht historisch filmpje.
Ad kijkt op Toppop terug als ‘een mooi avontuur’, schrijft hij in het begeleidende boekje. Een avontuur waarvan hij bij het begin dacht dat het nooit langer dan twee seizoenen zou duren. De Avro ook niet, want die had stiekem een ander programma achter de hand gehouden. Maar de kijkdichtheid was enorm en bleef dat lange tijd. Visser stopte in 1985 omdat hij het, in een periode dat MTV 24 uur per etmaal clips uitzond (dat deed het station toen nog), ‘niet meer van deze tijd’ vond om een klein uurtje per week popmuziek op tv te brengen.
Sinds dit seizoen bestaat Toppop ook weer, maar met een heel andere invulling dan destijds. Onder leiding van Gerard Ekdom is niet langer de hitparade de leidraad, maar nieuwe muziek en thematische terugblikken op het verleden. Aan deze nieuwe Toppop-episode wordt in deze uitgave geen aandacht besteed. Misschien vanuit de (onterechte) veronderstelling dat het nieuwe Toppop en het oude geen gemeenschappelijke doelgroep hebben?
In zijn tijd gaf Ad Visser een gezicht aan wat hij een team van ‘ultra-gepassioneerde’ medewerkers noemt. Omdat het programma van te voren was opgenomen, vond Visser het in de hoogtijdagen leuk om naar een plek in Nederland te rijden en door de ramen te kijken of mensen Toppop aan hadden staan. Als dat zo was, tikte hij op het raam en zwaaide…
Vrijdagavond…net uit de douche met natte haartjes gekamd op de bank… en dan: TOPPOP!