Tony McLoughlin
True Native
Voor zijn zevende werkstuk reisde McLoughlin af naar zijn vaderland. In de Gaf Studios in Tipperary vonden sessies plaats met eigenaar Joe Gallagher die samen met drummer Gev Barrett de ritmesectie vormt en de gitaarpartijen van Mc Loughlin en producer Philip Donnelly ondersteund. In de jaren zeventig toerde die Ierse gitarist met Donovan, ging op pad met The Everly Brothers en werkte nadien samen met Lee Clayton en John Prine, speelde gitaarpartijen op essentieel platenwerk van Nanci Griffith en werkte samen met Townes Van Zandt in Nashville. Een muzikale voorgeschiedenis die zijn sporen nalaat nu Donnelly zijn vakmanschap helemaal in dienst stelt van de songs van zijn landgenoot.
Met de opener Blood on Blood verzeilen we in de duistere Badlands waar schietgrage outlaws heer en meester zijn, snerpende dubbelloops snaarpartijen en bulderende zang creëren een onheilspellende sfeer. In Flying Bird volgen we op slepend slidewerk de voortvluchtige zwerver in de woestijn en andere onherbergzame oorden waarboven de arend cirkelt, de achteraf in Nashville toegevoegde achtergrondzang is van Jean Anne Chapman afkomstig.
Die alomtegenwoordige zangeres flankeert McLoughlin in het lieflijke, countryneske The Colour Of Spring. In Here Come The Wind wordt het tempo enigszins opgedreven en Below Zero leunt eveneens op zware riffs en slide uithalen. Als McLoughlin naar zonnige countryrock hengelt in Tree Line met melodisch snaarwerk en zwoele vocale backing komt hij aardig in de buurt van de Californische pioniers.
De enige cover, een interpretatie van de prachtige Butch Hancock classic If You Were A Bluebird, klinkt iets te vrijblijvend om echt te bekoren terwijl de verstilde akoestische troubadourballade Mercury met ingetogen harmonicawerk wel moriteloos blijft hangen. Niet onverdienstelijk aangenaam luistervoer.