Theon Cross
Fyah
Het aanbod van geweldige albums uit die Londense jazzscene lijkt niet te stoppen. Ook het echte album debuut Fyah van tubaspeler Theon Cross is weer zo’n fijne traktatie.
Natuurlijk kennen we de nog maar 26-jarige Cross van zijn voorname rol naast saxofonist Shabaka Hutchings in het baanbrekende Sons of Kemet. De diep donkere kleur die hij in dat bandgeluid aanbrengt is, naast die zo geweldige door Afrikaanse/Caribische invloeden beïnvloede ritmes van Tom Skinner en Eddie Hicks en het geweldig aanstekelijke sax spel van Hutchings, zo wonderbaarlijk goed en rijk dat het niet vreemd is dat de band vorig jaar op basis van hun sublieme derde album Your Queen Is A Reptile (onze #1 in de jaarlijst van 2018) wereldwijd doorbrak.
Maar zoals al die Oost-Londense jazzmuzikanten speelt ook Cross daarnaast in zoveel mogelijk andere bands om zijn spel fris, levendig en uitdagend te houden. Dat betekent dat hij met de hulp aan anderen ook zelf een geweldige groep muzikanten om zich heen kon bouwen. Met Moses Boyd op drums en Nubya Garcia op sax heeft hij een droomtrio waarmee hij in 2015 reeds de Aspirations EP uitbracht. Vorig jaar vond hij dan eindelijk de tijd om, binnen die voor allen zo hectische tourschema’s, een volledig album met Boyd en Garcia op te nemen. De band vernoemde hij gelijk maar naar dat album: Fyah. En wat een fijn album is het geworden.
Met die fantastisch diepe sound die hij zo prachtig kan laten weerklinken op zijn tuba opent Fyah met Activate gelijk subliem. Wat een overweldigende drie-eenheid laat die track gelijk ook horen. De ultra dikke groove, opgepoetst met discoritmiek heeft die vibe waarmee Cross met zijn trio ook de afgelopen jaar menig zaal al wist te laten ontploffen. Met Offerings en Radiation maakt het trio duidelijk dat de band wel degelijk om Cross draait maar dat de meest melodie van Garcia komt en zij met haar lenige spel net zo hard de show steelt als de fabuleus spelende Cross. Boyd is de aanjager dan weer vertrager met zijn subtiel dan weer heerlijk groovende knalspel.
Het blijft bizar hoe buitenissig goed Cross de tuba speelt. Hij is als muzikant zoveel meer dan de basachtige klanken veroorzakende muzikant die hij vaak gemakzuchtig genoemd wordt. Luister toch eens hoe virtuoos en snel hij zijn tonen tot je slingert, tegelijkertijd een geweldige symbiose met Boyd etaleert. Niet vreemd dat niet alleen de Britse maar onderhand de wereldwijde jazzscene met hem wegloopt.
Met het mooie Letting Go neemt het trio vervolgens wat gas terug waarbij Cross zijn kans pakt zijn fascinerende techniek en spel optimaal naar de voorgrond te drukken. Candace Of Meroe is daarna de weldadige volbloed Afrikaanse track, die niet alleen met extra percussie (Tim Doyle) maar ook met sterk ritmisch gitaarwerk (Artie Zaitz) verrijkt wordt. Ronduit geweldige track, net als de opvolgtrack Panda Village die op 2/3 ineens met rijke synth-effecten naar een prachtige climax toeduwt.
Het fijn langgerekte CIYA komt daarna in een fijn lome jazz ambiance met een relaxte trio start maar breidt zich daarna uit tot een uitgebreide band met trombone (Theons broer Nathaniel), wederom gitaar en ook tenorsax (Wayne Francis) tot een fijn volle track uit. LDN’s Burning sluit het album daarna op een van Sons of Kemet bekende manier af met volle tuba, sax en heavy drumsound. Al is de met veel effecten voorziene climax dan wel weer andere kost.
Fyah is zo aanstekelijk als jazz maar kan zijn. Het broeit, het bloeit, het prikkelt, het swingt en het intrigeert. Dat Cross met zijn trio weet hoe hij een groot feest moet neerzetten bewijst Fyah ten volle. Fyah is een album vol intelligente jazztracks met zoveel enthousiasme en klasse gespeeld dat je er niet anders als volledig door overrompeld wordt.