The The
Ensoulment
Slechts vijf dagen na het overlijden van zijn vader staat Matt Johnson op 5 juni 2018 in een overvolle Londense Royal Albert Hall. Het was op zo’n korte termijn onmogelijk om het concert nog te annuleren. Ook omdat er die avond opnamen, film en muziek, gemaakt zullen worden. Het wordt een intense avond die door het publiek met een luid applaus een extra emotionele lading voor Johnson meekrijgt. Natuurlijk draagt hij het concert op aan zijn vader.
De opnamen blijken zo goed dat deze worden uitgebracht als The Comeback Special, het was tenslotte al heel lang geleden dat Matt Johnson via The The van zich had laten horen. Tegelijkertijd werd die avond duidelijk dat het zonde is dat Johnson al heel lang geen nieuw werk meer uitgebracht had. Zij stem is die avond nog bijzonder goed, bezit nog steeds die krachtige, kritische kijk op de maatschappij, en het Britse Heartland is zeker op dit moment geïnfecteerd door list en bedrog. 2018 is het nieuwe 1986.
Door de Brexit verkeert Groot-Brittannië op de rand van de afgrond en als dan vervolgens nog de politieke pandemie-schandalen volgen, ontwaakt de vlam weer in Matt Johnson. De behoefte om zich uit te spreken is groot, zo groot zelfs dat hij afgelopen mei de single Cognitive Dissident uitbrengt. Het is de Matt Johnson zoals wij hem kennen. De leugen regeert en sociale media is de huidige Big Brother. De waarheid wordt geëxecuteerd, de realiteit wordt op green screens naar behoefte ingekleurd. Laten we stellen dat Matt Johson boos, heel boos is. De opmars naar Ensoulment is een feit, een album dat bijna een kwarteeuw na voorganger NakedSelf verschijnt.
Cognitive Dissident belicht zijn meest duistere kant. Cognitive Dissident is koortsig mysterieus en trapt met gejaagde drums, pompende bas en David Lynch getint filmisch gitaarspel af. Als backingvocalist heeft hij Gillian Glover, de dochter van Deep Purple rockbeest Roger Glover gestrikt. Oudgedienden James Eller (bas), DC Collard (toetsen) en Earl Harvin (drums) zijn weer van de partij. The The kiest voor zekerheid en daar past nieuweling Barrie Cadogan ook bij. Het is Johnny Marr van The Smiths die deze gitarist bij Matt Johnson introduceert.
Matt Johnson erkent zijn meerdere in de ambitieuze volksdichter William Blake. Een ruimdenkende antifilosoof die de kunstvormen breed herdefinieerde en zijn tijd ver vooruit was. Het lichtelijk op de melodielijnen van The House of the Rising Sun gebaseerde Some Days I Drink My Coffee by the Grave of William Blake is de lange zoektocht naar inspiratie en de onderliggende vraag of The The nog relevant is. Een prachtig ingetogen jazzy schetstekening zoals alleen Matt Johnson deze kan uittekenen. Het in verval geraakte Londen, getergd door verraad, monddood gemaakt en geamputeerd van alle vertrouwde schoonheid. Groot-Brittannië voert een toneelstukje op en Matt Johnson is de geërgerde toeschouwer.
Het individualisme, de anonimiteit, het leven is te kort om dit niet te delen. Nietszeggende wegwerprelaties in een wegwerpmaatschappij. De liefde als een inwisselbaar massaproduct. De scherpte in de vervreemdende psycho soulfunk van Zen & the Art of Dating, gekte die altijd door zijn songs heen sijpelt en ook hier komt bovendrijven. Typisch The The, de genialiteit van een gentlemen, perfect gearrangeerd met complexe kronkelingen die dan weer aantrekken dan weer afwerend afstoten. Een satirische kijk op het bestaan, welke een grote grap blijkt te zijn.
In de sofrock-meets-triphop van Kissing the Ring of POTUS staat hij stil bij het verval van grootmacht Amerika en hoe de leiders digitale platforms misbruiken om met onzinpraat hun gelijk te halen. De erfenis van de pandemie waarbij de mensheid in tweeën is gesplitst. Het biedt volksvertegenwoordigers de mogelijkheid om angst onder de complotdenkende gemeenschap te zaaien, de touwtjes weer strak aan te spannen. Het meest treurige is wel dat de Verenigde Staten op dit moment exact dezelfde fouten maakt als een paar jaar geleden.
Het ronddolende Linoleum Smooth to the Stockinged Foot schrijft Matt Johnson in een morfineroes, als hij door een levensbedreigende aandoening in het ziekenhuis ligt. Kopergeschal wandelt triomfantelijk door de track heen en geeft er een koortsige twist aan. Hulpeloos aan bed gekluisterd en van medici afhankelijk zijn die over zijn lot beslissen. De kille donkere eindeloze gangen gevuld met treurnis, hoop en verdriet. De Life After Life exotica, het leven na het geleefde leven. Matt Johnson op zijn best, verhalend observerend met een gedragen croonende ondertoon.
Is het dan allemaal kommer en kwel? Ja, eigenlijk wel. Zelfs in het jazzy liefdesliedje I Want to Wake Up with You komt de beroepspessimist tot de conclusie dat hij niet de geschikte persoon voor een langdurige relatie is. De altijd wederkerende pianoballade Down by the Frozen River verlangt naar het moment terug dat jeugdige onschuld in volwassen bedrog transformeert. Sinds Jools Holland zich met Uncertain Smile ‘bemoeide’, is dit tot The The handelsmerk uitgegroeid, en ook nu klopt het tot in de puntjes.
Where Do We Go When We Die? gaat naar die bewuste avond in de Londense Royal Albert Hall terug. Het startpunt van het afscheid. Het afscheid dat het daarop volgende startpunt in werking zet. Hoe mooi kan je jouw vader eren, door de eeuwigheid te koesteren. Where Do We Go When We Die? is liefdevol troostend, een bijna toegankelijke popsong. Letterlijk afsluiten, door de kleding naar de kringloopwinkel te brengen. Vaderloos is hij nu de volgende in de lijn, en dat vraagt om een wijzere oude mannen-aanpak. Het ritmische I Hope You Remember (The Things I Can’t Forget) is de voorbereiding op deze opvolging, Matt Johnson is er klaar voor.
In de laatste dag van A Rainy Day in May reist zijn vader definitief door. De The The frontman stapt uit en hervindt zichzelf in de blues. Het persoonlijke net zo bluesy dromerige Risin’ Above the Need haakt in op zijn verslavingsdrang en destructieve zelfhaat waarmee hij bijna zijn ondergang tekent. Demonen uitnodigen om ze met de neus op de feiten te drukken. De zestiger heeft ze verdrongen, bevochten en overwonnen. Het vreemde aan Ensoulment is dat het zo vanzelfsprekend vertrouwd aanvoelt, je vergeet bijna dat het een nieuwe plaat betreft. Alsof de tijd niet heeft stilgestaan en Ensoulment er al jaren was. Niks nieuws onder de zon dus, maar wel van datzelfde constante hoge niveau als de eerdere The The albums.