The Jamie Baum Septet+
In This Life
Er is de laatste tijd duidelijk een trend naar grotere ensembles met rijkere klankmogelijkheden binnen jazz en geïmproviseerde muziek bespeurbaar. Door een aantal van deze ensembles worden nieuwere ontwikkelingen op specifieke wijzen ‘samengevat’ en naar een hoger plan getild en krijgt de muziek een ander, aantrekkelijker gezicht.
Het tot elf musici uitgebreide ensemble van de New Yorkse musicienne Jamie Baum is er zo één die iets te vertellen heeft. Baum ontving onlangs samen met Steve Coleman en Elliot Sharp een compositie-award van de John Simon Guggenheim Memorial Foundation in New York.
Op het eerste gehoor heeft haar ensemble de vertrouwde koperklanken maar klinkt het toch op een lichte manier lichtelijk anders. In fijne doseringen beginnen Oriëntaalse kwarttonen op fluit en door het lucide klankbeeld heen te schijnen. Als de ritme-sectie met de tabla-klanken (van Dan Weiss) verder doorzet, begint het meer te dagen.
Ook bij tweede track blijft de lichte vervreemding in stand: een voortschrijdende beweging, in terugkomende op- en neergaande intervallen binnen een aparte vertragend-versnellende ritmiek. Opmerkelijk is de manier waarop subgroepen van instrumenten met hetzelfde motief in fraaie cirkels door elkaar heen kruisen en daarmee een uitwaaierend effect bewerkstelligen. Binnen het geheel loopt hier bovendien nog de lijn van een contrabas-solo dat op fluit d’amore met zijn volle diepe klank geschaduwd wordt.
De in feite complexe muziek komt bijzonder licht en transparent over. Dat blijft zo in de resterende 9 stukken waarin tal van extra fraaie elementen zitten. Zoals het samenspel van fluit en basklarinet, de pianosalvos van John Escreet of de oriëntaliserende guitar-lijnen van Brad Shepik. Opmerkelijk is ook hoe de fluitklanken van Jamie Baum als leider er doorheen klinken, steeds vanuit het midden van het ensemble en het onderhavige stuk agerend: instigerend, dragend, accentuerend dan weer kleurverrijkend en een enkele keer gericht solerend.
Een blik op de titels en de liner-notes leert dat quawwali-meester Nusrat Fateh Ali Khan de centrale inspiratie-bron voor Baum’s nieuwe vormen is – even als de Noord-Indiaase en Nepalese muziek-traditie. Vier van de elf stukken zijn door stukken van Nusrat’s albums Night Songs en Mustt Mustt geïnspireerd. Opmerkelijk is, hoe Baum de quawwali – inclusieve de wisselwerking tussen voorzanger en koor – op de kollektieve speelwijze van haar eigen ensemble projecteert. Deze speelwijze roept bij vlagen associaties met Henry Threadgill’s Very Very Circus op waarin de fluit van Threadgill eveneens een sophisticated rol speelt.
Jamie Baum treedt met haar ensemble (Douglas Yates (sax), Russ Johnson (tr), Chris Komer (French horn), Brad Shepik (g), John Escreet (p), Francois Moutin (b), Jeff Hirshfield (dr) en Dan Weiss (tabla)) vrijdag, 11 juli a.s., op Northsea Jazzfestival in de Madeira-zaal op.
Het ensemble maakt deel uit van een exquisite stroom voor de fijnproever die begint met de uitvoering van de Northsea Compositie Opdracht, dit jaar verleent aan pianist Tony Roe, door een speciaal ensemble met Joris Roelofs (bass clarinet); Jeffrey Bruinsma, Oene van Geel (viola); Jörg Brinkmann (cello); Tony Roe (piano); Marcel Wierckx (electronics); Kenzo Kusuda (dancer). Deze uitvoering wordt gevolgd door een optreden van Henry Threadgill’s Zooid (Henry Threadgill (flute, bass flute, alto saxophone), José Davila (trombone, tuba), Christopher Hoffman (cello), Liberty Ellman (guitar) en Elliot Humberto Kavee (drums, percussion)) en de groep van de winner van de Paul Acket Award trompettist Ambrose Akinmusire uitgebreid met vocalist Theo Bleckmann (Walter Smith (tenor saxophone); Ambrose Akinmusire (trumpet); Sam Harris (piano); Harish Raghavan (bass); Justin Brown (drums)).