The Deslondes
Hurry Home
Het vanuit New Orleans actieve collectief kwam op het naamloze debuut al bijzonder sterk uit de hoek met een inventieve benadering van de muzikale erfenis van hun markante residentie-oord. R&B en countrygetinte stuff uit de Crescent City regio worden naadloos vermengd met elementen uit de beginperiode van de Sun, Stax en Atlantic stallen in een met de troubadourtraditie verwante, gestripte sound. Op de opvolger opteren The Deslondes voor een verruimde, meer geëlektrificeerde, door orgel gedomineerde sound, die bij momenten herinneringen oproept aan met de sonische elektronica experimenten uit de vroege jaren zestig gelardeerde pop van Joe Meek.
Voor Hurry Home werd opnieuw de hulp ingeroepen van Adrija Tokicn, de producer bekend van zijn werk met Alabama Shakes was ook voor Hurray For The Riff Raff actief, het project dat Sam Doores en Dan Cutler vaarwel zegden om zich samen met John James Tourville, Cameron Snyder en Riley Downing volledig op de muziek van The Deslondes te focussen. Downing opent met Muddy Water, een weemoedige ballade die teruggrijpt naar zijn kinderjaren in Missouri. Overigens komen zowat alle bandleden beurtelings vocaal op de voorgrond met hun aangeleverde songs en dat is bevorderlijk voor het toch al gevarieerde aanbod.
One Of These Lonesome Mornings is swingende honky tonk gelardeerd met een orgeltje, we blijven op de dansvloer met dat orgeltje in het door Sam Doores zorgvuldig op deStax ritmiek geënt (This Ain’t) A Sad Song en zoals de titel laat vermoeden, lekker rammelende rockabilly Hurricane Shakedown. Een romantisch She Better Be Lonely walst elegant naar een lang vervlogen tijd waarin The Everly Brothers en andere duo’s regeerden met ongeëvenaarde samenzang. Zo’n tearjerker als Just In Love With You, lijkt eveneens weggelopen uit die glorieuze periode van de popmuziek, de dobro verraadt de recentere, naar roots gerelateerde afkomst.
Op de, voor cd, imaginaire B-kant, treffen we andermaal zo’n meeslepende in verdriet gedrenkte troosteloze ballade van Downing aan, Hurry Home ademt sterker dan ooit de melancholische sfeer van The Band uit. Twangende gitaar en ritmische orgelpartijen kleuren de zwierige Tex Mex van Every Well en een meestamper als Nelly balanceert eveneens op de weergaloze groove van het klavier.
In de staart van dit voortreffelijke werkstuk krijgen we na het Many Poor Boy nog een bijzonder fraai afsluitend luikje met een countrynesk Many Poor Boy en andermaal zo’n troosteloze, meeslepend door harmonische samenzang ballade van Downing met Deja Vu And A Blue Moon. Grandioos!