The Carnivaleros
Dreams Are Strange
Accordeon, viool en banjo geven de toon aan, samen met flarden elektrische snarenwerk van multi-instrumentalist Joe Fanning . Zo gaat het er aan toe bij the Carnivaleros sinds Gary Mackender de formatie in 2002 opstartte in Tucson Arizona. Voordien hanteerde Mackender de drumsticks bij onder andere The Molenes en vormde samen met bassist Karl Hoffman de ritmesectie van Kelley Hunt. De oude vrienden nemen gezamenlijk het productiewerk voor hun rekening en Mackender is ondertussen is ondertussen al een tijdje als accordeonman aan de slag de dromsticks geeft hij door aan Les Merrihew.
De in een fraaie surrealistische hoes, genre Monty Python, verpakte vijfde langspeler is deels met instrumentaal werk opgebouwd maar in het eerste deel vinden we vooral verhalen die in uiteenlopende muzikale Americana kleedjes passeren.Opener Hesitation Bridge vond inspiratie in het boek werk An Artist of The Floating World van Kazuo Ishiguro en zit helemaal in de zydeco hoek, inclusief triangel. De titelsong Dreams Are Strange is een humoristisch verhaal van een onfortuinlijke globetrotter met paspoortproblemen in Zuid Amerika waarbij de banjo gezelschap van slidegitaar krijgt. Dat gebeurt ook in het evenmin van ironie gespeende Gonna Jump In a Hole.
Mamie Eisenhouwer, over de flamboyante First Lady uit de jaren vijftig met op de achtergrond een speech van President Dwight, hinkelt op een polkaritme voorbij. Wore Out My Welcome is het schrijnende relaas van een soldaat die van het front terugkeert.
I het uitgebreide instrumentale luik ruilt Gary even de trekzak voor vibrafoon die samen met een melancholieke viool het melodieuze Donna’s Song kleurt. In de overige songs trekt Mackender de registers van de accordeon open, verbazingwekkend hoe hij de meest uiteenlopende emotionele moods uit zijn instrument tovert.