The Brian Jonestown Massacre
Don't Get Lost
Don’t Get Lost is de vierde release binnen twee jaar van Brian Jonestown Massacre. De psychedelische rockband uit San Francisco rond Anton Newcombe is sinds de oprichting eind jaren tachtig een doorgangshuis geweest voor vele muzikanten maar dit deed vrijwel nooit afbreuk aan de productiviteit van de groep.
Dit album werd, net als voorganger Third World Pyramid (2016), opgenomen in Newcombe’s studio in Berlijn. En, alsof het niets is, de band gooide maar liefst 70 minuten muziek op dit Don’t Get Lost. Een dik uur grofkorrelige psychedelische (garage)rock, dub, postpunk, surf en experimentele elektronica. Een band als Primal Scream is zeker vergelijkbaar, net als (soms) PiL, Death in Vegas, The Jesus & Mary Chain of Two Lone Swordsmen. Dat zijn natuurlijk aantrekkelijke referenties. Gezien de hoge output van Brian Jonestown Massacre en ook na beluistering van Don’t Get Lost kun je je echter niet aan de indruk onttrekken dat dit op zich prima, coherente album geen echt zware bevalling is geweest. Don’t Get Lost is een soms wat vrijblijvend werkstuk dat een band als Brian Jonestown Massacre er relatief gemakkelijk uit kan persen.
Het is hoe dan ook lekker om te constateren dat Newcombe nog steeds lekker eigenwijs bezig is. Dus opent de band gewoon met monotone psychedelisch rock die acht minuten lang als een bromvlieg blijft rondcirkelen. Hierna gaat het roer direct om met de dub/surf-sferen van Melodys Actual Echo Chamber. Ja, de titels mogen er weer wezen. Op de tweede helft van de plaat komen drie instrumentals achter elkaar voorbij. Deze tracks, die respectievelijk postpunk- jazz- en techno/electro-invloeden laten horen, gaan als volgt door het leven: UFO Paycheck, Geldens Herz Menz en Acid 2 Me Is No Worse Than War. Ik bedoel maar.
Gastvocalen op Don’t Get Lost zijn van Tim Burgess (The Charlatans), Shaun Rivers en Tess Parks, die de fijne chillout-track Dropping Bombs On The Sun karakter en sensualiteit geeft. Ze komt ook naar voren op Groove Is In The Heart maar deze lome breakbeat-track komt niet helemaal van de grond. Zo zijn een flink aantal tracks gewoon lekkere sfeermakers waarbij de band qua geluid en sfeer vaak precies die geestverruimende ambiance weet te creëren om dit album herhaaldelijk te willen afspelen: de dubby postpunk van Fact 67 bijvoorbeeld is doeltreffend en Resist Much Obey Little is een pakkende, doorstampende gangmaker met een lekkere rafelrand. Het afsluitende Ich Bin Klang is een speelse verwijzing naar de Duitse connectie van Anton Newcombe en leuk brouwsel met als ingrediënten Deutsche Welle, Kraftwerk en Suicide. Zonder tot grote hoogten te stijgen weet Brian Jonestown Massacre een plaat af te leveren die je met gemak een dik uur (in andere werelden) bezig houdt.