×

Recensie

Rock

23 februari 2013

Steven Wilson – (and other

The Raven That Refused To Sing

Geschreven door: Richard Verbrugge

Uitgebracht door: Kscope

The Raven That Refused To Sing Steven Wilson Rock 3.5 Steven Wilson – The Raven That Refused To Sing (and other stories) Written in Music https://writteninmusic.com

Steven Wilson krijgt overal en altijd het etiket progrocker opgeplakt, maar de beste man is natuurlijk zo retro als je ze maar kunt krijgen. Het liefst was hij een kwart eeuw eerder geboren zodat hij als muzikant nog de gloriejaren van het album had meegemaakt. Op zijn derde soloalbum The Raven That Refused To Sing is duidelijk te horen dat hij goed heeft geluisterd naar albums van Return To Forever en Mahavishnu Orchestra uit de jaren zeventig. Net als Wilson keken die muzikanten niet op een minuutje meer of minder en leefden zich uit in lang uitgesponnen, instrumentale stukken. Die bands hadden allemaal geweldige muzikanten in de gelederen en Wilson blijft gelukkig niet achter en huurde kanjers als gitarist Guthrie Govan, bassist Nick Beggs, drummer Marco Minnemann, saxofonist en fluitist Theo Travis en keyboardspeler Adam Holzman. Met zo’n topbezetting kan er instrumentaal weinig misgaan en dat blijkt want het spel is van begin tot eind. Voor de productie huurde hij niemand minder dan Alan Parsons (yep, die van het gelijknamige project) die verantwoordelijk was voor enkele klassiekers in de pophistorie zoals het monumentale Dark Side Of The Moon.

Het album telt slechts zes liedjes, maar drie daarvan duren langer dan 10 minuten. De teksten van de liedjes gaan allemaal over het bovennatuurlijke volgens een verhaalstructuur zoals Edgar Allen Poe die hanteerde. Het openingsnummer heet Luminol en duurt dik 12 minuten. Het start met een complexe baslijn en waaiert vervolgens een heleboel richtingen uit. Wilson heeft een brede muzikale interesse en probeert veel facetten daarvan te laten terugkomen in zijn muziek. Door de fluit herinnert het nummer bij vlagen wel heel sterk aan het roemruchte Mahavishu Orchestra. Het prachtig rustig intermezzo met rustgevend pianospel en harmonische zang zorgt voor sfeer en een wat melancholische stemming. Drive Home is een stuk rustiger en kabbelt op een rustig tempo voort. De compositie is soms wat dromerig en zal met name Porcupine Tree fans wel aanspreken. Aan het eind zit een gitaarsolo waarop David Gilmour trots zou zijn geweest. De start van Holy Drinker doet denken aan de krankzinnige jams op Miles Davis’ Bitches Brew. Invloeden van die baanbrekende plaat zijn alom terug te vinden op Wilson’s composities voor dit album. Dat is jammer voor liefhebbers van Wilson projecten als No-Man en  Bass Communion, maar fijn voor iedereen die niet was gecharmeerd van dat experimentele gepiel. Net als op voorganger Grace For Drowning laveert The Raven That Refused To Sing tussen diverse stemmingen en gaat het van subtiel en ingetogen naar explosief. The Pin Drop is het kortste nummer van het album waarop de zangpartijen van Wilson centraal staan. Toch valt er ook muzikaal genoeg te beleven zoals de saxonfoonuithalen en (opnieuw) een fraaie gitaarsolo. The Watchmaker begint bijzonder rustig en melancholisch waarbij een prominente rol is weggelegd voor fluit, akoestische gitaar en piano. Het nummer bouwt langzaam op naar een fraaie climax en bevat werkelijk fantastisch gitaarwerk. Uitgeschreven in noten ziet het er simpel uit, maar door de toonzetting en de harmonie klinkt het bijna esoterisch. Het slotstuk tevens titelnummer sluit rustig af, maar mist toch de brille van de vijf nummers ervoor. De pianomelodie is te simpel en de overige instrumentatie is te voorspelbaar en zelfs saai. Na een paar luisterbeurten wil het nog steeds niet beklijven.

Concluderend mogen we stellen dat Steven Wilson zijn beste soloplaat tot op heden heeft afgeleverd en inmiddels een dusdanig niveau heeft bereikt dat we moeten vrezen dat Porcupine Tree voorgoed geschiedenis is.



  1. The Raven That Refused To Sing