Stephen Emmer
Mt. Mundane
Maison Melody was de fraaie vorige release van Stephen en wat was het heerlijk om aan de hand van Stephen door het huis te dwalen waar juist die composities hun leven startten. Indrukwekkend en mooi was de afdronk die zich nestelde in de muzikale herinnering. Terugkomen in Maison Melody was nimmer een straf, fijner nog is het nu dat er nieuwe muziek van Stephen is te beluisteren. Waar Maison Melody in zijn wordingsproces al de worsteling met tinnitus met zich meebracht én juist het album aantoonde dat het mogelijk was om muziek te maken in weerwil van de vermaledijde tinnitus, bracht diezelfde tinnitus met zich mee dat Stephen het gehoor in zijn linkeroor verloor.
De weerbarstigheid van tinnitus en de druk die daaraan verbonden is, raakten Stephen net als anderen bij wie het op het pad komt en ook hij zocht naar oplossingen om ermee om te gaan. De wilskracht en veerkracht die daarbij kwam kijken gekoppeld aan een enorme creativiteit hoor je terug op Mt. Mundane. Wanneer je zoekend bent naar hoe muziek in je leven terug kan komen, als het zo wezenlijk onderdeel is van je bestaan en Mt. Mundane is daarbij een uitkomst, dan, alleen om die reden al, kan het niet anders zijn dan dat die weg ook iets goeds voor je inhoudt.
Teruggaand naar opnames die hij, beduidend jonger maakte, nu opnieuw beluisterend met zijn gave om muziek te kleuren en om te zetten naar hoe hij het voor zich hoorde, maakte hij in feite twee tijdreizen: enerzijds terug in de tijd, naar de misschien wel basale composities die hij als jongeling maakte en, met zijn kennis en ervaring, vooruit in de tijd naar het realiseren van de muziek die je nu in het hier en nu kunt beluisteren.
Stephen kreeg de kans om het album te maken in de Abbey Road Studio’s met een imposant groot orkest en met ondersteuning van Anthony Weeden als medeverantwoordelijke, naast Stephen, voor de orkestratie en dirigent van het orkest. Hij orkestreerde de muziek voor onder meer The Lord Of The Rings en werkte veel samen met Jóhann Jóhannsson en tegelijkertijd ook met acts als Junkie XL, David Byrne, Anna Calvi, Django Bates, Richard Bona, Antony & The Johnsons, Kate Tempest, Oleta Adams, Marc Lavoine, Gary Lucas en Jagga Jazzist; hij dirigeerde daarnaast de grootste Britse orkesten.
De gedachte van een tijdreis is al fascinerend en met de kans om, ook met zijn eigen invloeden, de muziek tot leven te laten komen, met koor, met een orkest en met geweldig pianospel, zeker als je je muziek vorm geeft met de beperkingen waar Stephen zich mee geconfronteerd wist, heeft Stephen het onderste uit de kan weten te halen. Het resultaat is simpelweg van een verbluffende schoonheid.
Stephen noemt het een persoonlijke reis door zijn leven en, met het album nu meerdere malen te hebben beluisterd, dat is precies hoe je het album kunt ervaren. Laat de titels richtingaanwijzers zijn voor wat je kunt tegenkomen, ook als je de titels niet kunt duiden, is het een album om met ingetogen adem naar te luisteren. Mr. Croche, bijvoorbeeld is een verwijzing naar Claude Debussy, een van de invloeden van Stephen, maar ook als je dat niet weet, is dat adagio erg mooi:
Je kunt er bijna alleen maar heel stil van worden. En dat is om twee redenen: ten eerste, wat je hoort is, zonder uitzondering, buitengewoon sfeervol en pakkend en dat komt binnen, ook zonder de essentie van de titels te doorgronden. Ten tweede, als je je probeert te verplaatsen in het proberen te verklanken van muziek die je als jongeling maakte naar deze zeer fraai georkestreerde muziek, dan kan je stil worden van de weg die Stephen heeft afgelegd.
Mt. Mundane is mooi, het is heel mooi. Het is niet alleen een monument van wilskracht in weerwil van schier onoverwinbare barrières, het is een album dat verrast en dat nadrukkelijk ook het leven vangt, pieken en dalen en dat ook in vertolking van de bijbehorende emoties weet te ontroeren.