Shawn Lee
Rides Again
Het succes dat Young Gun Silver Fox zou hebben in de lage landen, had niemand vooraf durven dromen. Je zou bijna vergeten dat Andy Platts (de ‘young gun’ in het combo) en Shawn Lee (de ‘zilveren vos’) ook nog zeer verdienstelijke eigen carrières hebben. Laatstgenoemde heeft met Rides Again zijn eigen carrière weer een fraai duwtje in de rug gegeven.
Waar Young Gun Silver Fox een hedendaagse draai geeft aan het westcoastgeluid, neigt Lee solo net wat meer naar country en soul. Rides Again is daarmee bijna een rootsalbum te nomen. Bijna! Hij gooit echter dezelfde aangename warme deken over de liedjes heen die ook zijn ‘andere band’ zo populair heeft gemaakt en dat maakt dat deze plaat her en der ook ontegenzeggelijk ‘pop’ genoemd zou kunnen worden. Het mijmerende Wichita dat Rides Again opent voelt daadwerkelijk alsof je op reis bent door de staat Kansas. Wherever The Wind Blows gooit wat meer soulinvloeden het geluid in, zonder dat die invloeden overheersen. Het liedje domineert, de muzikale invulling zorgt voor de accenten. Net als in de opener overheerst hier het gevoel van op reis zijn en nog lang niet op de bestemming aankomen.
Dat lijkt naar mate het album vordert een terugkerend thema te zijn. ‘Wherever the wind blows, that’s where I’ll go’, zingt Lee in genoemde tweede track en een nummer later zingt hij ‘I wanna go to Crystal Springs, see what tomorrow brings’. De romantiek van het reizende bestaan, zonder vastomlijnd doel of volgepropte agenda lijken aanvankelijk leidend, maar langzaam komen mijmeringen over vervlogen tijden vanuit de onderstroom naar de voorgrond. Dat Crystal Springs is duidelijk meer country dan de voorgangers, onder meer door het sfeervolle gebruik van pedal steel, waar het aan vroegere, meer onbezorgde tijden reflecterende Losin’ My Mind meer poppy is en in de avondschemer het best tot zijn recht komt. Brown Hair Woman, wederom gebouwd op jeugdherinneringen, schuift op zijn beurt muzikaal weer meer naar westcoastpop, waar een Father Brown weer meer soulvol/funky is en soms zelfs bijna naar disco neigt.
Het is heel knap dat Rides Again muzikaal de breedte zoekt, maar in de kern wel een geheel blijft. Muzikaal is met name de aftrap erg sterk, vanaf het direct zodra het de speakers verlaten heeft vervliegende instrumentaaltje Mr Maestro gaat de plaat een klein beetje zwalken. Yesterday Tomorrow Today heeft daarna weliswaar een heerlijke sfeer door met name de slidegitaar, maar heeft net als de instrumentale voorganger geen weerhaakjes die zich in je hoofd of hart vastzetten. Het vrolijke uptempo Kansas City Summer heeft dat dan weer wel, een nummer dat alle beste elementen uit dit album weet te fuseren. De nostalgische terugblik op vervlogen zomers, het gevoel van vrijheid, fijne melodieën en arrangementen. Zou zo een zomerhitje kunnen zijn. Het contrast met afsluiter Joyland had niet groter kunnen zijn. Deze introverte instrumentale rootsy track nestelt zich in tegenstelling tot Mr Maestro wél direct in je hart met zijn fraaie gitaargetokkel, slideaccenten en algeheel gevoel van melancholie. Je blijft als de laatste tonen wegdrijven met bloedend hart achter.