Ruben Block
Looking to Glide
Ruben Block is productief dit jaar. Eerder al bracht hij de ep Turn the Tide uit. Het bondige, warmbloedige titelnummer werd op deze release aangevuld met een aantal livetracks. De eerste tekenen van het album Looking to Glide kwamen achteraf gezien al in 2021 tot ons via de single Lights, een uptempo track over ‘de nood aan voortgang’, gekleurd door een bevreemdend, golvend, dronken keyboard. Een prima track en een van de hoogtepunten op het album.
Deze debuutplaat van Block betekent zeker niet het einde van Triggerfinger maar voor Block was het weleens fijn om bij het schrijven van songs niet de band in het achterhoofd te hebben. Hij werkte voor deze plaat nauw samen met Mitchell Froom, producer van onder meer Crowded House en Elvis Costello én Triggerfinger (het album Colossus).
De muziek op Looking to Glide is, hoewel herkenbaar, wat rustiger en donkerder dan we doorgaans van Block hoorden. Ook stopt hij er de nodige geluidseffecten, noise en distortion in, zodat de tracks vaak een lekker ruw elektronische randje krijgen, soms tegen het industriële aan. Een spannende mix van elektronica en gitaar die nergens benauwt of wringt. Voeg daar de door de wol geverfde zangstem van Block bij en je hebt een plaat die staat.
Turning on a Fan opent heerlijk onbesuisd. Spannend, verleidelijk zijn de sleutelwoorden voor deze welgetitelde track die de boel in gang zet. Met een goede strut gaat Block verder op That’s Just the Way. ‘You’re destined to succeed’, klinkt het vol vertrouwen. Op het sfeervolle, nachtelijke Awake dringt een verlangen naar een grotere wereld, naar bredere perspectieven door.
‘She’s holding something in her grin / Like a trick with a knife’, zingt Block op het prikkelende, verwachtingsvolle Doing Love, een opvallende track met donkere tonen, die bij momenten wordt verfraaid met fijne, subtiel ratelende percussie. Better Best is een mooi voorbeeld van de experimentele gitaarrock op Looking to Glide; machinale gitaar heerst maar de traditionelere rocksferen blijven tastbaar.
Block vergroot zijn palet verder op Tripping Down, dat opvalt door het contrast tussen zijn hoge zang en de heftige, tribale drums en vinnige gitaarlijnen. ‘I just keep slipping, just keep tripping down’, aldus de voortploegende Block. De pruttelende en borrelende elektronica-soep van de titelsong is hierna evenzo bijzonder.
Ondanks de grillige, vaak spannende muziek op Looking to Glide draait het ook nog steeds voor een flink deel om de teksten. Die krijgen zeker de ruimte in de songs, die veelal een lager tempo hebben. Het stemmige, observerende en melodieuzere The Key is een mooi voorbeeld. Een song over mensen die elkaar niet (meer) vinden: ‘She’wasn’t there to answer she wasn’t there to see / He didn’t try to ask her, but holds the key’. Zo houdt Block een mooie balans en is Looking to Glide een plaat die muzikaal regelmatig flink uitdeelt maar die het kleine niet schuwt. Een geslaagd – en mooi vormgegeven – soloalbum derhalve.