Roger Waters
Is This The Life We Really Want?
De titel van het nieuwe album van Roger Waters roept de vraag al zowat op: “Is this the album we really want?” Als je groot gebracht bent met de klassiekers van de band waarvan Roger Waters lang de bassist en zanger was, Pink Floyd, dan is de kans erg groot dat je in dit album de hand van de meester terughoort. Dan herken je de geluidseffecten, de nieuwsberichten, is er het tikken van klokken en zijn er referenties, instrumentaal en tekstueel aan albums als Wish You Were Here, Animals, The Wall en The Final Cut. Er is herkenning en vreugde, blijdschap dat de oude meester terug is. Tegelijk, je kunt ook denken aan een herhaling van zetten, voortbordurend op succes uit het verleden en beseffen dat die niet meer geëvenaard kunnen worden, laat staan voorbij gestreefd. Een ontnuchterend besef? De onomkeerbaarheid van tijd?
Roger Waters ging tot aan 2013 de wereld rond met tours waarin vooral werk van zijn oude band centraal stond; daarbij perfectioneerden zijn muzikanten en hij de uitvoering van The Wall live. Nieuwe muziek van de man solo dateerde van 1992 en het betreffende album, Amused To Death werd in 2015 opnieuw uitgebracht. Het klonk toen nog zo actueel als in 1992. Los van de heruitgave, betekent dit dat er tussen het laatste rockalbum van Waters en de nieuwe langspeler 25 jaar zitten. Edward Snowden met zijn onthullingen en documentairemaker Jeremy Scahill met zijn film Dirty Wars maakten iets bij hem los, bewogen hem zich ook uit te spreken over de wereld zoals die nu is en hoe hij ernaar kijkt. Dat is de actualiteit van een wereld die het Witte Huis geregeerd ziet door een voormalig vastgoedmagnaat, al dan niet gekwalificeerd voor de taak, een wereld die terrorisme en rechts populisme bijna hand in hand ziet gaan, een wereld die banken levens ziet bepalen en die ziet dat een veilig heenkomen voor vluchtelingen verre van zeker is, juist in het het vrije westen.
Waters legt het vergrootglas op de wereld, kijkt kritisch naar alles wat er gebeurt en deelt zijn kronieken scherp, niets ontziend, met venijn. Na wat gesproken bespiegelingen van donkere aard is er met het begin van Déjá Vu een beoordeling van het werk van de schepper van deze wereld, en passant bescheiden tot uitdrukking laten komen dat hij het waarschijnlijk beter zou hebben gedaan. Daarmee is de toon gezet voor het album; Roger ziet wereld die er een stuk cynischer en kapitalistischer op geworden is. Van keuzes voor welvaart naar het verkopen van organen, van het einde van de Tweede Wereldoorlog met kansen op een betere wereld, die niet zomaar genomen zijn, naar het onuitwisbare beeld van Alan Kurdi, het verdronken Syrisch-Koerdische jongetje. Hoewel zijn teksten donker zijn, stelt hij de mens centraal, stelt hij empathie centraal en stelt hij nadrukkelijk aan dat we één zijn als mensheid. Vlammend, pulserend met steeds terugkerende tikkende klokken de tijd een rol gevend, daarmee ook demonstrerend hoezeer we als mensen soms tijd voorbij laten gaan, als aan de grond genagelde passanten, niets doend. Hoe bijzonder is het dan dat Roger, scherp als hij zeker op dit album is, aan het einde de liefde laat zegevieren? Illustreert dat de hoop, dat, wanneer we als mensen elkaar in de liefde vinden, er dan ook kansen zijn om een betere wereld daadwerkelijk te laten slagen? Tekstueel biedt het album veel om eens goed voor te gaan zitten, om met elkaar over in gesprek te gaan en misschien wel om te bouwen aan een betere wereld.
Hoe staat het met de muziek op het album? Rode draad in alle nummers is de stem van Roger die met de jaren weliswaar wat aan kracht heeft ingeboet, maar die aan zeggingskracht, als een ouder wordende cognac, niet heeft ingeboet. Zijn uitbarstingen zijn qua intensiteit van beleving niet minder krachtig, je hoort wel dat de stem wat dunner, misschien licht fragieler is geworden. Of hij nu zijn emotie laat horen in The Last Refugee, Picture That, Broken Bones of het titelnummer, het is vooral de geestdrift van de bassist en zanger die pakt; de rijpere stem geeft door wat fragieler te klinken misschien nog juist wel meer cachet aan de nummers. Net als bij eerdere albums waar Roger op zong, staat zijn zang ook nu niet alleen. Er zijn heerlijke achtergrondvocalen van de twee zangeressen van Lucius (Jess Wolfe, Holly Laessig) die de beleving van de muziek meer diepte nog geven. De muziek op het album heeft een caleidoscopisch karakter: je luistert er naar en hoort Roger Waters en zijn muziek zoals die door de tijd geëvolueerd is en tegelijkertijd bevind je je zo nu en dan in een doorkijkje naar het verleden. Niet zozeer kopieerwerk van zijn oude band, wel verwijzingen naar dat rijke verleden met een duidelijke rol of plaats in het uiterst actuele album. De al eerder genoemde klokken zijn daarvan een voorbeeld, de haast in Picture That die herinneringen oproept aan zowel On The Run (van The Dark Side Of The Moon ) en One Of These Days (van Meddle ) of de ritmiek van Smell The Roses die onwillekeurig doet denken aan Have A Cigar (van Wish You Were Here) en er zijn sommige tekstuele verwijzingen zijn of dat nu is naar eigen werk als in “Wish you were here in Guantanamo Bay” of “The loon is howling at the sea” of een verwijzing naar the Doors’ klassieker Light My Fire. Het is een album dat je niet zomaar opzet en afzet om een paar nummers te luisteren om dan weer te schakelen naar lichtere deuntjes om de dag aangenamer te kleuren.
Vergis je niet. Het zijn twaalf nieuwe nummers. Van de hand van de maker van een imposant oeuvre. Samen met producer en muzikant Nigel Godrich (Beck, Paul McCartney, Radiohead, Thom Yorke, R.E.M., U2) , met drummer Joey Waronker (speelde onder meer voor Beck en R.E.M. en met Godrich lid van Atoms For Peace en Ultraista), bassist Gus Seyffert (onder andere Norah Jones, Sean Rowe, Trixie Whitley), toetsenisten Roger Manning (Jellyfish) en Lee Pardini (Dawes) en gitarist en toetsenist Jonathan Wilson (niet alleen bekend van zijn eigen albums, zoals het geweldige Fanfare, als wel producer van onder meer Dawes en Father John Misty) heeft Waters op respectabele leeftijd een album gemaakt dat vraagt om tijd te nemen en je te verdiepen in zijn wereldbeeld.Misschien wel te bedenken wat er anders kan. Het album is subliem geproduceerd door Godrich. Met nummers die onder je huid kruipen als The Last Refugee, Broken Bones, Is This The Life We Really Want? opgeluisterd met vooral stemmige klanken in toetsenpartijen en mooie strijkarrangementen, zonder dat het een of het ander in volle bombast als kamerbreed tapijt onder je uitstrekt, met melodieën zoals Bird In A Gale en The Most Beautiful Girl en het afsluitende drietal aan nummers, met vooral smaakvol gitaarspel en alleen een gitaarsolo als een nummer er ook daadwerkelijk om vraagt, is het een album geworden dat laat horen dat het Duits adagium “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister” door Waters effectief vertaald is. Of dat nu in het Engels “Less is more” of in het Nederlands “In de beperking toont zich de meester” was. De ouderdom mag dan hoorbaar aanwezig zijn op het album, het album is geen makkelijke invuloefening van alles dat vooraf is gegaan. De tijd mag voorbij zijn gegaan. Resultaten uit het verleden worden voor de een misschien niet geëvenaard met dit album, misschien worden ze voor een ander wel voorbij gestreefd, juist met deze nieuwe muzikale kroniek. Hoe je het ook bekijkt, het is een teken van de tijd dat de wereld anno 2017 het ontnuchterende geluid van Roger Waters nodig heeft. Voor alle panache die het album heeft, voor alle medemenselijkheid en voor de twaalf fraaie nummers die dit album sieren, geldt eenvoudig: vakmanschap is meesterschap.
Tracklisting Is This The Life We Really Want?
- When We Were Young
- Déjá Vu
- The Last Refugee
- Picture That
- Broken Bones
- Is This The Life We Really Want?
- Bird In A Gale
- The Most Beautiful Girl
- Smell The Roses
- Wait For Her
- Oceans Apart
- Part Of Me Died