Red Dirt Rangers
Lone Chimney
Nomen est omen. Dat geldt ook voor de Red Dirt Rangers, die inmiddels een kwarteeuw meedraaien met hun ‘red dirt music’. Dat doen ze ook op hun 8e album, Lone Chimney. Voor wie ‘red dirt music’ een nieuw begrip is, het gaat om een eigen ‘folkmix’ van stijlen die zijn oorsprong vindt in de staat Oklahoma, nog specifieker in de plaats Stillwater. De stijlen zijn country, blues en rock, waarbij ook western swing, bluegrass en zelfs Mexicaanse invloeden te horen zijn. Oklahoma, meteen ten noorden van Texas, staat ook bekend om zijn roodkleurige aarde dus ziedaar de naam, voor de muziek én voor de band.
Het album begint erg veelbelovend, met een zeer aanstekelijke uptempo cover van Where The Arkansas River Leaves Oklahoma, met een vette een knipoog naar de Tulsa-sound (ook zo’n kenmerk van de red dirt music) van Leon Russell. Na deze knaller krijg je een prachtige afwisseling te horen, waarbij de band geweldig speelt met eerdergenoemde stijlen en zelfs nog funky wordt. Dat gebeurt op Heaven And Hell, waarvan hieronder een eerdere en andere versie te horen is. Mooie en zeer zeer kenmerkende voorbeelden van de red dirt sound zijn Without My Baby en Honky Tonk History.
Het album kent ook een aantal gastmuzikanten, zoals John Fullbright, Fats Kaplin en niet te vergeten Steve Ripley, die ook zijn bijdrage leverde aan de productie ervan. Lone Chimney is een prachtig album, gemaakt om het 25jarig bestaan van de band te vieren. Dat doen Red Dirt Rangers Brad Piccolo, Ben Han en John Cooper zo dus wel op een erg prettige manier. Sterker, zo mogen ze hun bestaan ieder jaar wel vieren, zeker nóg 25 jaar.