Rabasa
Ora Ta Pasa
De Rotterdams/Kaapverdische groep Rabasa (Bron in het Kaapverdisch/Creools) is een echte exponent van de Kaapverdiaanse diaspora. Rabasa wil in Nederland en daarbuiten de bron van Kaapverdische muziek zijn.
De groep, opgericht door de broers Ortet bracht haar 1e album uit in 1999. Op dit moment is Rabasa de enige Kaapverdische groep in Rotterdam, in het verleden waren er meer zoals het legendarische Voz de Cabo Verde, Livity en Splash. De muziek is geworteld in traditionele Kaapverdische muziek, al voegt Rabasa daar andere muzikale elementen aan toe zoals de cello in Dia i noti, een van de mooiste songs. Op de feestelijke opvolger van Portucabo (2008) mixt Rabasa heel knap de funana, een swingende stijl, met fado (Enfadado).
Ook Kaapverdische stijlen worden gemixt zoals de batuque, de oudste Afrikaanse stijl van Kaapverdië, en de cola sanjon. Om ook jonger publiek aan te trekken heeft Rabasa Corveta, een Kaapverdische song van meer dan 40 jaar terug in een popjasje gegoten. Op elk album zet Rabasa oude Kaapverdische nummers. Dat geldt ook voor Tchon Bom di Mangui, oorspronkelijk van wijlen Bana. Heel mooi klinkt hier de gaita, de diatonische accordeon van Cabo Verde. In Morna Ku Dor versterkt de viool de melancholieke ambiance van deze zeer fraaie morna, de Kaapverdische stijl verwant aan de fado en groot gemaakt door wijlen Césaria Évora .