Psychedelic Porn Crumpets
SHYGA! The Sunlight Mound

Nu Tame Impala een heimelijk verbond met de elektronica en de commercie heeft afgesloten is alle hoop gevestigd op het tevens uit Perth afkomstige Psychedelic Porn Crumpets. Door zich lekker tegendraads op te stellen ten opzichte van het hokjes denken blijft het psychedelische avontuurlijke element volledig behouden. Het is duidelijk dat Psychedelic Porn Crumpets er niet op uit is om een compromis met een groot platenlabel af te sluiten, maar optimaal geniet van die onbeperkte vrijheid die het kleinere Marathon ze aanbied.
Het is net wat maniakaler en chaotischer, maar dat siert deze rockers wel. Wie heeft er eigenlijk bepaald dat de muziek gebonden moet zijn aan regels en genres. Ook het kop en staart principe van popsongs wordt brutaal van afgeweken. Geen standaard drie minuten liedjes dus, maar ook weer geen eindeloos gepiel en langdradig gesoleer. Die puber fase hebben ze allang ten tijden van de zwevende seventies sound van High Visceral {Part One} en High Visceral {Part Two} gehad.
Als Psychedelic Porn Crumpets in de afrondende opnamefase van SHYGA! The Sunlight Mound verkeerd, wordt bekend gemaakt dat bassist Luke Reynolds de band verlaten heeft. Zijn kapot spelende vingervlugheid is hier nog prominent aanwezig, en het zal een lastige opgave zijn om een geschikte opvolger voor deze katalysator te vinden. Je moet het ook maar aandurven om je te verbinden aan dit geflipte garagegezelschap.
De speedbal SHYGA! The Sunlight Mound zoekt meer de aansluiting bij voorganger And Now for the Whatchamacallit, maar is nog een tikkeltje gekker en brutaler. Droge stonerrock woestijnwolken worden weggevaagd met de energieke drive van het stevige New wave of British Heavy Metal motorgeweld. Continu doordravende swingende gitaarriffs afgewisseld met stukken vintage glitterrock, zonder hierbij in foute gimmick kunststukjes te vervallen.
Er wordt behoorlijk geëxperimenteerd met druipende LSD spacerock muziek, geflirt met harmonieuze samenzang, en opstandig om zich heen geschopt volgens het punk grondbeginsel van de grunge. Het bevreemdende Big Dijon smaakt voortreffelijk bij een hapje sappige Camembert Eclectique van het sensationele Gong, wiens gefreakte sound zeker raakvlakken heeft de onnavolgbare voorgeschotelde kruidenmix van deze Australiërs. Kernlid Jack McEwan probeert de journalisten nog op een dwaalspoor te brengen door in interviews de invloed van The Beatles, Nirvana en Kings Of Leon te benoemen. Lolbroekenhumor die kenmerkend is voor dit stelletje dwarsdenkers.
Tekstueel wordt er flink gedweept met het high society rock and roll leventje waarbij alle daaraan gekoppelde clichés de revue passeren. Sterallures die versterkt worden door het bovenmatige creatieve benutten van het verslavende witte poeder, het alsmaar door feestende nachtleven, stimulerende buitensporige alcohol gebruik en de daarop volgende creatieve uitspattingen. Maar ook de vervelende neveneffecten worden benoemd. De paranoia, de blijvende hersenbeschadigingen, de ochtendkaters, de kapot gerookte longen en de impact van het veelvoudige touren.
De wijze ervaren levensles in The Tale of Gurney Gridman sluiten ze af met een hoop gegrinnik en gelach, waarmee ze nogmaals benadrukken dat je Psychedelic Porn Crumpets niet al te serieus moet nemen. Rare jongens, die Australiërs, maar wel prettig gestoord.