×

Recensie

Pop

21 september 2016

Prince and The Revolution

Parade

Geschreven door: Edgar Kruize

Uitgebracht door: Warner Music

Parade Prince The Revolution Pop 4.5 Prince and The Revolution – Parade Written in Music https://writteninmusic.com

Het is grappig hoe muziekhistorici elkaar altijd maar napraten. Vanwege de kleurrijke hoes is wordt Around The World In A Day van Prince altijd maar vergeleken met Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles. Wie zijn oren open zet, kan niet anders dan concluderen dat – als je dan toch zulke onzinnige vergelijkingen wil gaan maken – Parade eigenlijk meer dat stempel verdient. Het album is als onderdeel van de recente reeks reissues waar Warner al voor Prince’ overlijden mee was begonnen onlangs opnieuw op LP uitgekomen en klinkt ook bijna dertig jaar na de originele release nog als een klok.

Het laatste album van Prince and The Revolution blijkt (zoals de meeste albums waar die bandnaam op prijkt) voor een groot deel gewoon Prince in zijn eentje. Al zijn het op Parade vooral Revolution-gitarist Wendy Melvoin en toetsenist Lisa Coleman die hun stempel nog wel weten te drukken. Zoals in de titeltrack, waarop Prince, Lisa, Wendy en haar tweelingzus Susannah te horen zijn, aangevuld met een fraai spelend orkest waarvoor arrangeur Clare Fischer een prachtige partij heeft geschreven. Het huppelt, springt en hypotiseert. Een track vol levenslust. Wat nog altijd een vrag is, is hoe het nummer de naamstransformatie heeft ondergaan. Toen het begin 1985 werd opgenomen, heette het nummer Little Girl Wendy’s Parade. Toen Parade de soundtrack werd bij de Under The Cherry Moon-film, werd ‘little girl Wendy’ omgevormd naar de naam van het hoofdkarakter uit die film. Ik ben enorm benieuwd of deze Christopher Tracy een vijflettergrepige naam heeft omdat het nu eenmaal in dit liedje moest passen, of dat de naam toevallig ‘paste’.

Prince heeft in chronologische volgorde (en naar verluidt in één take) de drumpartijen van de eerste vier tracks van Parade neergelegd en daarna zijn de nummers daar overheen opgebouwd. Daar doorloopt de boel geluidstechnisch behoorlijk mooi over. Zie daar ook de Sgt. Pepper-vergelijking, waar de titeltrack ook zo doorloopt in With A Little Help From My Friends. New Position pakt het uitbundige karakter van de opener mooi over en gooit er een tandje meer vaart bovenop, plus een flinke injectie funk. Spartaans gearrangeerd en dus vallen de puike ritmes enorm op. Let ook eens op de fluisterstem die terloops laat horen waar de ‘nieuwe positie’ in het liedje nu werkelijk om draait (‘P.U.S.S.Y.’). In het door Wendy Melvoin gezongen I Wonder U slaat de sfeer volledig om. Het nummer trekt de luisteraar volledig mee de duisternis in. Er gebeurt muzikaal ook enorm veel in die net iets meer dan anderhalve minuut dat het nummer duurt. Luister bijvoorbeeld eens naar dat onrustig rommelende basje op de achtergrond, maar ook de arrangementen van Clare Fischer zijn heerlijk duister. Op de hoes krijgt Fischer de credits ‘4 making brighter the colors black and white’. Dat gaat absoluut op voor de glorieuze albumopener, maar in dit nummer maakt hij het zwart alleen maar donkerder.

Under The Cherry Moon komt er als titeltrack van de gelijknamige film maar bekaaid vanaf . Het nummer is wel een de heel logisch gevolg van de eerste drie tracks, die de luisteraar van licht naar donker meevoerden en hier volgt dan de mijmering die er bij hoort. Verhaaltechnisch is het nummer uiteraard ook zeer toepasselijk bij het verloop van de film, over een ‘poor butterfly’ die zijn vleugels wil spreiden en weg wil vliegen, waarbij je ‘poor’ in het geval Christopher Tracy zowel als ‘niet gefortuneerd’ als ‘zielig’ kan opvatten. Als Prince vanuit de hoofdpersoon van de film zingt ‘Maybe I’ll die young like heroes die’, voel je de bui al hangen. Verhaaltechnisch relevant als je het album als soundtrack opvat, maar met zijn ‘hotelbar na sluitingstijd’-sfeer muzikaal toch een van de zwakkere tracks op het album.

Girls & Boys is vervolgens van het andere uiterste. Het is de eerste track waarop de voltallige Revolution te horen is. Die spelen ondanks de benaming op de albumhoes zoals gemeld maar een bijrol. Op slechts drie van de twaalf nummers zijn ze aanwezig, de rest van de plaat is toch vooral het feestje van Prince met Wendy en Lisa. Doen ze te gek, dat vooropgesteld. Maar de tracks met de (al dan niet) volledige band zijn wel de drie tracks die de absolute uitschieters zijn op Parade. Opvallend genoeg zijn het ook die drie tracks waarbij Prince besloot dat de arrangementen die arrangeur Clare Fischer had gemaakt uiteindelijk achterwege konden blijven. Die band blijkt dus sterk genoeg op zichzelf. Op Girls & Boys is het juist de aan The Revolution toegevoegde saxofoon van Eric Leeds die het verschil maakt. De band is funky, de beat is strak, er gebeurt muzikaal genoeg (de synths van toetsenist Dr. Fink gaan heerlijk loos) maar het is Leeds met zijn saxofoon die het nummer eigenhandig de buitencategorie Prince-klassiekers in blaast.

Life Can Be So Nice grijpt muzikaal weer terug naar de start van het album, maar dan minder georganiseerd. Een kakofonie van geluidjes, die over elkaar heen buitelen en schreeuwen om aandacht. Daardoor klinkt het gek genoeg elke keer weer ietsjes anders. Het abrupte einde maakt het volledig af. Alsof je de deur dichtgooit bij de aanblik van een rommelige kast en het huis direct weer opgeruimd is. Maar de troep is er achter de gesloten deur nog steeds. Met het instrumentaaltje Venus de Milo is het vervolgens nog even uitrijden tot aan het stoplicht (lees: het einde van kant a die als ‘intro’ wordt genoemd op het plaatlabel). Prima melodie, mooi gearrangeerd, maar tegelijk ook vluchtig. Als je het hoort , vind je het mooi, als het voorbij is, ben je ‘m weer snel vergeten.

Niet in het minst omdat Mountains, de opener van de b-kant (‘end’ op het label), die herinnering in no-time omver blaast. Ook hier weer The Revolution op volle kracht en zelfs de enige keer dat écht de hele band (inclusief additionele gitarist Miko Weaver en trompettist Atlanta Bliss) te horen is. Meestal als Prince zijn punt probeert te maken in de vorm van een parabel is het tenenkrommend. In Mountains, dat tekstueel vrijwel hetzelfde begint als het een jaar eerder verschenen The Ladder met een ‘once upon a time in a land…’, werkt het wel. Los daarvan is het muzikaal ook ijzersterk. Het is poppy, maar heeft en scherprandje. Funky, maar niet te. De groove is verslavend, check ook zeker de 12”-versie die ruim tweemaal zo lang is. Do U Lie? is een vervolgens vreemde eend in de Prince-catalogus. Binnen de context van het album dat de film ondersteunt past het perfect. Die speelt zich tenslotte aan de Franse Rivièra af en die Franse invloeden zijn dominant op dit enigszins jazzy nummer. In een bredere context is dit de enige keer dat je Prince zo hoort, een van de weinige keren dat een accordeon in zijn werk opduikt.

Als een vlijmscherp mes snijdt het intro van Kiss vervolgens je oorschelpen in. Over dit nummer is al meer dan genoeg geschreven. Het verhaal is bekend van Prince die het aan de band Mazarati gaf en het bij nader inzien toch zelf wou hebben. Logisch, het is een onmiskenbare klassieker die dertig jaar later nog geen seconde gedateerd is. De droge, funky gitaar drijft het uitermate kale nummer en Prince gaat er vocaal heerlijk op los. Leuk detail is dat Prince op ruwweg twee en een halve minuut vrij terloops even ‘Little Girl Wendy’s Parade’ zingt, een ‘throw back’ naar de gesneuvelde originele albumopener. Bijzonder ook, want hoewel Wendy prominent in de clip van Kiss te zien is, is ze op het nummer niet te horen.

Het absolute hoogtepunt op het album is Anotherloverholenyohead. Wederom een track met de volledige band, maar vooral fraai is de dubbele laag die er in zit. Enerzijds is het een melancholische mijmering van een man die terugdenkt aan en stukgelopen relatie en uiteindelijk zijn ex toebijt dat ze net zo min een ander nodig heeft als dat ze een gat in haar hoofd kan gebruiken. Maar opeens schiet het nummer door in de meervoudige vorm en kan je het toch niet anders zien dan een openlijk afscheid van The Revolution. Misschien zelfs wel Prince die zich verplaatst in het hoofd van zijn bandleden. Hij is het tenslotte die hen eind 1986 aan de kant zet.

“We were brothers and sisters
United all for love
Now all of the sudden (all of the sudden)
You try to fight it (try to fight it)
You say you’ve had enough (say you’ve had enough)
Even though we had big fun (even though we had big fun)
You want another someone (you want another someone)”

Misschien wel het beste nummer van dit album en sowieso het beste nummer ooit van de combi Prince and The Revolution, met de nadruk op de laatste drie woorden. Je hoort hier niet Prince die domineert, maar een echt muzikaal collectief aan het werk. Een collectief dat boven zichzelf uitstijgt en misschien is het inderdaad wel goed geweest om op een hoogtepunt de stekker er uit te trekken. Beter dan dit wordt het toch niet meer.

Afsluiter Sometimes It Snows In April is heel lang de heilige graal voor Prince-fans geweest. Hét nummer waarmee je de echte fans van de ‘casual fans’ kon onderscheiden. In de loop der jaren en zeker nu Prince is overleden, heeft het een veel bredere draagkracht gekregen. Een tragisch nummer over liefde, vriendschap en verlies. Op een goede manier een zwelgnummer dat je gewoon maar moet ondergaan om te begrijpen. De stilte die valt op het eind is onderdeel van het geheel en mag minuten duren. Het is juist daarom een albumtrack bij uitstek en niet helemaal op zijn plaats op de radio en in bijvoorbeeld de Top 2000, waarin het nummer langzaam oprukt en juist die zo belangrijke stilte wordt gevuld met gebabbel van de dienstdoende discjockey.

Als album zal Parade hebben geleden onder de slechte prestaties van de Under The Cherry Moon-film, waardoor het nooit zo’n klassieker is geworden zoals 1999, Purple Rain of een Sign “O” The Times. Als volledig werkstuk is het echter supersterk, met als krachtigste nummers de drie ‘bandtracks’ op deze zwanenzang van The Revolution. Een onmiskenbaar hoogtepunt in Prince’ oeuvre, dat als coherent album met een weloverwogen kant a en kant b zeker op vinyl wellicht zelfs sterker is dan het door velen als ‘meesterwerk’ bestempelde Sign “O” The Times. Ook dat is vooral elkaar napraten en niet met eigen oren luisteren.

Prince and The Revolution – Parade

  1. Christopher Tracy’s Parade
  2. New Position
  3. I Wonder U
  4. Under The Cherry Moon
  5. Girls & Boys
  6. Life Can Be So Nice
  7. Venus De Milo
  8. Mountains
  9. Do U Lie?
  10. Kiss
  11. Anotherloverholenyohead
  12. Sometimes It Snows In April