×

Recensie

Pop

29 maart 2023

Pitou

Big Tear

Geschreven door: Hendrik Vanhee

Uitgebracht door: V2

Big Tear Pitou Pop 4.5 Pitou – Big Tear Written in Music https://writteninmusic.com

In Nederland is een ruw diamantje ontgonnen. Pitou – zo heet ze ook echt, voluit Pitou Nicolaes -, zangeres-gitariste-multi-instrumentaliste, met roots in Amsterdam en nu al enkele jaren toepasselijk in diamantstad Antwerpen residerend. Haar nummer Dancer van haar debuutplaat Big Tear krijgt dezer dagen regelmatig airplay op de Vlaamse radio. Pitou, Vlaanderen leerde haar in primetime kennen via Spinvis, ze maakte er een geweldige presence tijdens diens Radio 1-sessie op 22 november 2022, waar er tijdens zijn song Trein Vuur Dageraad een en al elektriciteit knetterde tussen de Nederlandstalige meester en de bevallige onbekende nimf in het wit. Maar hé, o.a. ook Rock Werchter, de BBC-radio en de Britse The Independent hadden de charismatische zangeres al opgepikt. De kleine, toen nog louter gitaargedreven songs van haar twee eerdere uitstekende epeetjes gingen voor een steeds groeiende schare enthousiaste bewonderaars op als kleurige heliumballonnetjes.

Pitou doet aan een soort atypische, heel subtiele folkpop, betoverend, etherisch en altijd met een melancholieke inslag. Kunstige kippenvelsongs die ze eigenhandig schrijft, nergens hapklaar, want steeds met de nodige weerhaakjes. Ze zingt beheerst, overwegend ingetogen zelfs, met een expressieve capriolerend hoge stem die de ene keer Florence Welch oproept, dan weer Joanna Newsom, Laura Marling, Feist of Dolores O’Riordan van de Cranberries.

Haar muziekblad is verre van onbeschreven en het zijn haar eigen inspiratiebronnen. Ze is een klassiek geschoolde zangeres-muzikante die van kindsaf de klassieke muziek ontdekte. Haar ouders creëerden zelf ook wereldmuziek tijdens hun reizen door Afrika en Azië. Zijzelf zong jaren bij het Nationale Kinderkoor van Nederland, o.a. voor Kinderen voor Kinderen en als koorzangeres trok ze op met gerenommeerde orkesten als het Berliner Philharmoniker.
…maar die jonge Pitou hield dus ook zielsveel van niet-alledaagse pop.

Ja, je hoort dat allemaal aan haar fraai instrumentarium waarmee ze onmiddellijke aandacht trekt, crossover van lieflijke, fragiele pop, geheel doordrongen van haar klassieke voorgeschiedenis. Haar songs zijn muzikale totaalschilderijtjes waarin haar stem een niet-pretentieuze hoofdrol heeft en die er vaak in bijna gregoriaanse laagjes over elkaar heen komt uit te rollen. Naast gitaar, piano en strijkers staan vooral ook tal van weinig courante instrumenten in de speelruimte. Harp, theorbe, sax, en andere, voor een groot deel aangedragen door het Baroque Orchestration X en op de plaat ingespeeld door het Belgische Sun Sun Sun Orchestra. Groot was ook de rol van drummer Micha Porte en percussionist Frank Wienk, die in samenwerking met Pitou de songlijnen uittekenden en haar pop en klassiek naadloos in elkaar lieten overvloeien. Evenzeer van de partij, de elektronica en de software, alles voor de creatie van verrassend aparte songstructuren. De orkestrering werd kunstig en minimalistisch, de harmonieën klinken hemels, de ritmes transcenderend.

Pitou’s lyrics, die zijn intiem en persoonlijk, herinneringen aan emoties met een diep donker randje. Ze wervelt erdoorheen als een fee tussen elfen en trollen, tussen goed en kwaad. Prachtige poëzie die een venster opent op het uniek universum waarin ze rondkijkt, hoopvol zoekend naar vrijheid, joie de vivre, naar sprankels die leren hoe je echt mens wordt.

Vanaf noot één etaleert Pitou in het fragiele openings- en titelnummer Big Tear te midden van haar rijk klassiek klankenpalet een harmonische samenzang met zichzelf. Want ja, Pitou’s zoetgevooisde stem legt ze er bij wijlen in laagjes fraai opeen. Big Tear, als een Florence Welch in een gracieuze Oosterse ritusdans. Aan de basis een kinderlijk droombeeld over schoon- en lelijkheid. Toen ze negen was werd ze aangegrepen door het onrecht op straat een vogel zomaar te zien sterven tussen volwassenen die het gebeuren toch totaal onverschillig voorbijlopen. Tot daar het hemelsgroot oog opdoemt dat de mensheid met een catastrofale ‘big tear’ overspoelt. Voor Pitou staat ‘learn to swim in the big tear’ sindsdien voor het als mens leren zwemmen tussen al wat schoon en lelijk is, in plaats van van de zaken weg te rennen. Met dit Big Tear hebben we tegelijk ook het muzikaal ‘heftigste’ nummer van de plaat gehad.

Tweede single, het vredige Angel, dat samen met de engel met de gebroken vleugels ook muzikaal de hoogste sferen bereikt, breekt dan weer uit met zijn rauwe tekst. De song is net zo wondermooi gearrangeerd, met weer een ongestoord Indisch ritme dat aan haar ouders’ wereldmuziek refereert. Greed krijgt zwoele jazzy ondersteuning van de percussie en in het bijzonder zijn er opnieuw de vocale harmonieën. Helium, de opstijgende heliumballon als metafoor voor het heerlijke gevoel van liefde. Ze gaat in het nummer evenzeer met haar stem de hoogte in, begeleid door akoestische gitaar en strijkers.
In het meeslepende Animal filosofeert ze dan weer over het beest in ons en over wat het betekent om als mens uiteindelijk toch méér te zijn dan louter dierlijk.

Single op kloktempo Devote is dan, aldus Pitou, ‘het hart van de plaat’. Ze heeft het, net zoals in haar knappe video, over het vergankelijke, “here’re I am dying slowly inside” en over haar ‘songs of hope en sadness’. Ook bij de verrukkelijke single Knife hoort een pakkende video vol emoties. Knife, een op menselijke ademhaling stotend duister sprookje over eenzaamheid, liefde en verlangen. Nog een schitterende single Dancer bevat een Oosters kronkelend dansritme. Pitou richt haar blik op waar ze nu staat: “als de gordijnen opgaan, voel ik eindelijk het vuur, zie ik eindelijk het licht.” Het jazzy Comfort is een mix van harp, magische fluit, spaarzame percussie en heerlijk opeengestapelde engelenstem. Melody is mijmering over een verbroken relatie, harp, sax en nog een laatste staaltje van Pitou’s unieke stembeheersing.

Tekst en sounds, alles op Big Tear klinkt innemend, sierlijk, harmonisch en in zijn geheel daardoor organisch, ondanks productiebeperkingen in coronatijden die de zaken voor een groot stuk op afstand lieten verlopen.

Pitou is een opkomend talent dat daar dan toch ineens staat, dat nu al gekend is tot in Londen en Parijs, met een prachtstem, expressief en theatraal, fijnzinnig en vol gratie. Haar Big Tear is ondanks haar liefde voor pop en de bonte diversiteit in haar tien pareltjes van eenvoud verre van het modale popplaatje. Pitou’s eigenzinnige soundscapes verdienen het allerminst om weggezet te worden als té intimistisch ‘peaceful’. Dit debuut verdient om door zoveel mogelijk muzikale fijnproevers te worden gesavoureerd als bovenbeste wijn met een betoverend aangename, lange afdronk. De songs van Big Tear die ze al live bracht, als de titelsong, Dancer of Angel bevestigen het alleen maar, dit wordt zonder meer nóg indrukwekkender.



  1. Big Tear (3:51) 
  2. Angel 
  3. Greed 
  4. Helium 
  5. Animal
  6. Devote 
  7. Knife
  8. Dancer 
  9. Comfort 
  10. Melody