Oliver Wood
Always Smilin'

Oliver Wood is bij rootsliefhebbers bekend als de frontman van The Wood Brothers, het trio dat hij samen met broer Chris opzet na eerdere afzonderlijke muzikale ervaringen. Die otdekte bassist Cris bij het avontuurlijk jazztrio Medeski, Martin & Wood, terwijl Oliver King Johnson , een funky bluesrock combo uit Atlanta, aanvoert. In 2004 bundelen de uit Colorado afkomstige broertjes, de krachten met de getalenteerde percussionist, multi-instrumentalist en producer Jano Rix. The Wood Brothers leveren sindsdien een reeks langspelers af waarbij de grenzen tussen folkblues, gospel en countrysoul vervagen.
Op Always Smilin’ exploreert Oliver nog een ruimer muzikaal gebied met enkele vrienden die Oliver uitnodigde. Naast Rix en broer Chris die de vertrouwde ritmesectie vormen, passeren ook muzikale compagnons uit het verleden zoals Chris Long die nog bij King Johnson figureerde en twee nummers samen met Wood componeerde. De inbreng van co-producer en tubaspeler Brook Sutton is evenmin te onderschatten als je dan op vocale backing van Susan Tedeshi en Freda McCrary, van de onvolprezen Sisters, kom je onvermijdelijk in die bijzondere, broeierige sfeer van het Diepe Zuiden.
“I know a man he’s always smilin’, stelt Oliver in Kindness, de optimistische opener leunt op een benadering met percussie en elektrische piano en luie maar uitgelaten zang partijen die naar Little Feat refereren. De dartele piano en orgelcombinatie in Roots is wordt gedebiteerd door Phil Madeira, die als co-auteur wordt vermeld. De wervelende secondline beat loopt door in Get The Blues, met de tuba van Sutton verzeilen we in hartje New Orleans.
Het door slidegitaar aangestuurde Came From Nothing lonkt even naar de zompige countryblues van Mississippi. Terwijl na het ingetogen, in een meeslepende countryfeel zwelgend Molasses een funky intermezzo volgt met een hoofdrol voor het Hammondorgel. Het door driftige harmonicatonen aangestuurde The Battle Is Over But the War Goes On tempert het optimistische enigszins. in de jaren zeventig door het folkblues duo Sonny Terry & Brownie McGhee gezongen, helaas bijna een halve eeuw later nog relevanter dan ooit.
Het met Phil Cook gecomponeerde Soul of This Town is een fijne ingetogen song maar bovenal een accurate observatie over de ingrijpende veranderingen in de gemeenschappen en maatschappij. Climbing High Mountains, een als gospel vermomde klaagzang met het dameskoortje in een glansrol vormt de afsluiter van dit gevarieerde soldebuut waaraan nog een sober verlengstukje wordt gebreid.