Oh Sees
Face Stabber
Minder dan een jaar na het bijzonder smakelijke Smote Reverser is de hyperactieve John Dwyer alweer terug met Oh Sees. De teller staat qua albums en EP’s al boven de twintig. En dat is sinds 2006.
Face Stabber ligt in het verlengde van zijn voorganger en is wederom een verzameling enorm gedreven, vaak gefreakte songs die raken aan garagerock, krautrock, psychedelica en progrock. Opvallend is wel dat een derde van dit album wordt ingenomen door slechts twee tracks: Scutum & Scorpius en het afsluitende Henchlock. Met eerstgenoemde waan je jezelf door de koortjes en orgels in, pakweg, 1970. Na de beloftevolle eerste minuten blijft de boel wel wat hangen in een borrelende en pulserende soep die korter had gemogen. Ook Henchlock kan niet (de volle 21 minuten) blijven boeien; het is geen Can dat hier voorbijtrekt, om maar een respectabele referentie te noemen.
Tussen deze veredelde jams door valt er nog zeker wat te halen bij Oh Sees: The Daily Heavy trapt het album lekker af met speelgoedgeluidjes en noeste drums, hier duren de zeven minuten steady rock met typische duozang zeker niet te lang. De effectpedalen en proggitaren van The Experimenter zijn ook smakelijke vormgevers. S.S. Lukers Mom is typisch Oh Sees, qua geluid, maar gelukkig houdt de band het op deze instrumental kort en bondig. Dat geldt ook voor het lekker stuiterende Poisoned Stones.
De gefreakte sixtiespop van Snickersnee is binnen het domein van Oh Sees nog redelijk conservatief. Elders combineert de band proggitaren met baslijnen die bijna triphop lijken (Fu Xi) of met rollende drums en diverse, bewerkte vocalen (Psy-Ops Dispatch) of knalt men er gewoon loeihard in, zowel muzikaal als tekstueel (Heartworm): ‘The world’s so fucked up / We’ve got worms swimming in our guts’. Ja, Oh Sees blijft een bijzondere band die lekker zijn eigen, soms lichtelijk gestoorde, high energy weg gaat. De dadendrang en productiviteit van de band is lovenswaardig, al legt Face Stabber het wel af tegen zijn voorganger en een aantal andere releases, destijds nog onder de naam Thee Oh Sees.