Neil Cowley Trio
The Face Of Mount Molehill

Met hun vierde album hebben de mannen van het Neil Cowley Trio een waar meesterwerk gemaakt. Noem het jazz, noem het pop-geïnspireerde jazz, noem het rockjazz: The Face Of Mount Molehill is een meesterlijk album.
De carrière van Neil Cowley is onstuimig en intrigerend. In zijn late tienerjaren begonnen als toetsenman bij onder meer Brand New Heavies en Zero 7 sloot hij met Ben Mynott, onder de naam Fragile State, slim aan op de toen zeer populaire lounge. Het erg fijne soloproject Pretz was daar een prima vervolg op. Zijn glorie begon echter pas met zijn eigen Neil Cowley Trio. Ooit gestart als klassiek pianist ontwikkelde bij Cowley op jonge leeftijd reeds een grote liefde voor jazz. Met drummer Evan Jenkins en bassist Richard Sadler startte hij in 2005 het Neil Cowley Trio. Na jaren rondzweven met electronica weer terug op zijn geliefde piano vond het trio gelijk op debuutalbum Displaced (2006), uitgebracht op het door Cowley opgerichte Hide Inside Records, een grootse vorm. De perfecte blend van jazz met van pop doortrokken melodieën met veel energie vastgelegd maakte Displaced een meesterlijk eerste album. Het album verkreeg (terecht) de BBC Jazz Award for Best Album.
Met de prima albums Loud….Louder….Stop! (2008) en Radio Silence (2010) verkreeg het Trio ook over de landsgrenzen erkenning. Met het nieuwe album The Face Of Mount Molehill zal deze alleen maar verder worden uitgebreid. Want wat een enerverend vierde album heeft de band uitgebracht! Echt alles wat het Trio zo goed maakt is op dit album te horen. De sfeervolle albumopener Lament wordt naadloos opgevolgd door het lekker pompende Rooster Was A Witness. Een muzikaal rijke compositie die door het krachtige pianospel van Cowley en de slim toegevoegde strijkers (The Mount Molehill Strings) perfect worden ingekleurd. Ook Fable heeft die prettige gejaagdheid en rijke melodielijn.
Het prachtige Meyer is Cowley op zijn meest lyrisch en de rijke compositie weet zich door fraaie arrangementwijzigingen gelijk in de je hoofd te nestelen. Ook hier gelden de strijkers als haast hemels extra. Skies Are Rare is vervolgens pianotriojazz is volle glorie: Sterke, dragende melodielijn, verrassende wendingen, uitdagende strijkers en de muzikanten in topvorm. Een van de allermooiste composities van het album. Wat van het nogal dissonante Mini Ha Ha niet echt gezegd kan worden, helaas. Slims is daarna weer ‘back to form’. Een heel vet opgenomen Trio compositie met een Cowley in absolute topvorm. Net als het mooi gedragen Distance By Clockwork, een fraaie gelaagde compositie die de ambitie het Molehill project van Trio en strijkers in volle glorie als ‘zeer geslaagd’ verklaard.
Het titelnummer is een heerlijk rockende compositie met een op de piano hamerende Cowley en een ritmetandem wat heerlijk los gaat. De lekker staccato klinkende strijkers en de bizarre soundscapes van gitarist Leo Abrahams sluiten aan tot een fijn heftige climax. Instant livekraker! Hetzelfde kan gezegd worden van het op het titelstuk aansluitende Hope Machine. En hoe briljant is La Porte, een compositie waarin echt alle elementen van Cowley’s klasse naar boven komen. Prachtige melodie, subtiel dan weer krachtig spel, sfeervolle strijkers en een zeer fraai spelend ritmetandem daaronder. Sirens Last Look Back is dan de emotievolle afsluiter: Puur de piano van Cowley en strijkers. Grote, grote klasse.