N.E.R.D.
No_One Ever Really Dies
Als een album tegen het eind van het jaar wordt uitgebracht, wil je het in alle feestgedruis nog wel eens missen. Al helemaal als het een album betreft van een reliek uit vervlogen tijden, dat solliciteert naar de titel lelijkste albumcover van het jaar. Soms is het zone dat je dan niet voorbij een vooroordeel en een lelijke hoes kijkt, zo blijkt met No_One Ever Really Dies, de nieuwe N.E.R.D.
Laten we eerlijk zij, niemand had nog een cent gegeven voor dit project van Pharrell Williams, Chad Hugo en Shae Haley. Begin deze eeuw een baanbrekende hitmachine (Lapdance, Rock Star, She Wants To Move), maar uiteindelijk nog maar een vage schim van zichzelf (Nothing uit 2010 was exact wat de titel doet vermoeden), terwijl boegbeeld Pharrel Williams in de jaren die volgden met het olijke Happy en zijn bijdrage aan de Daft Punk-hit Get Lucky als solo-artiest prima zijn centjes aan het verdienen was.
Maar verdorie, No_One Ever Really Dies (een acroniem van de bandnaam, dus in feite is dit een titelloos album) is bij vlagen een ijzersterke terugkeer. Hier is geen band die teert op oude roem aan het werk, maar wel een groep muzikanten die goed naar de eigen kracht uit de beginjaren heeft gekeken/geluisterd en daarmee volledig in het hier en nu staat. Het maakt dat deze ‘reliek uit vervlogen tijden’ gewoon in één klap weer bij de tijd is. En daar nemen ze andere artiesten in mee. De springerige opener Lemon heeft een rauw en agressief klinkende Rhianna in een belangrijke bijrol. Nog zo’n artiest die het al een tijdje niet meer waar heeft gemaakt maar hier zelfverzekerd rappend haar plek opeist. Die track zet de luisteraar ook direct op scherp, al is de sof die de automatischepilootfunk van Deep Down Body Thrust na die machtige opener is wel een tegenvaller.
Het is op No_One Ever Really Dies vooral ‘hit’ of ‘miss’ en dat is best een bijzondere constatering. Het is nooit ‘wel geinig’ of ‘gewoon aardig’. De toffe tracks zijn echter in de meerderheid, zoals het in een bijna latin te noemen jasje startend Don’t Don’t Do It! met Kendrick Lemar, dat uiteindelijk bruisend opbouwt, of door ADHD-beats gedomineerde Kites waarop Lemar wederom van de partij is en waarop ook de stem van M.I.A. een sterk stempel drukt. Toch zijn het niet altijd de gastartiesten die voor de betere tracks zorgen. De flauwe afsluiter met Ed Sheeran (aardige knul, maar zijn recente gastbijdragen op albums van anderen komen niet uit de verf) is daar een voorbeeld van, het klinkt als een afgekeurde Gorillaz-track. Het zijn echter vooral de gastloze tracks waarin N.E.R.D. excelleert. Het magistrale en hypnotiserende Lightning Fire Magic Prayer bijvoorbeeld. Geen hit- of singlemateriaal, maar wel werk van een band dat laat horen waar het artistiek staat. Of het vervreemdende Secret Life Of Tigers, dat klinkt als een tennisballenkanon dat alle kanten op schiet. Productioneel zijn laatstgenoemde twee nummers (samen met genoemde opener Lemon) echte uitschieters van het album, dat laat horen dat de band eerhm… alles behalve dood is.
N.E.R.D. – No_One Ever Really Dies
- Lemon
- Deep Down Body Thurst
- Voilà
- 1000
- Don’t Don’t Do It!
- ESP
- Lightning Fire Magic Prayer
- Rollinem 7’s
- Kites
- Secret Life of Tigers
- Lifting You